Afke Bohle
Afke Bohle Algemeen 22 aug 2021
Leestijd: 9 minuten

Wetenschapsjournalist Melissa Hogenboom: “Vaders zijn even geschikt om moeders te zijn”

 

Wetenschapsjournaliste Melissa Hogenboom schreef het boek ‘Het Moederbrein’ of in het Engels “The Motherhood Complex’ over hoe moeders een evenwicht proberen te vinden tussen hun eigen ambities in hun werk, de verwachtingen ten aanzien van hun rol als vrouw en moeder én hun geluk en dat van hun partner en kinderen. Een flinke opgave, blijkt. ‘Zolang we zulke hoge verwachtingen van vrouwen hebben, is echte gelijkwaardigheid tussen man en vrouw een fictie’.

Hoe vrouwen in een spagaat zitten tussen zorgen en werken

Wat was voor jou de aanleiding om dit boek te schrijven?

“In Groot- Brittannië waar ik woon mogen we een jaar verlof onbetaald nemen. Dat doen veel mensen als ze dat financieel kunnen. Maar ik nam 6 maanden verlof. Ik ben journalist, dacht ik. En ik word dan wel moeder, maar aan mijn identiteit als journalist gaat niks veranderen. Maar na de geboorte van mijn dochter ontstond er een dubbel gevoel. Op mijn werk was ik Melissa de journalist en thuis was ik moeder. Ik vond het moeilijk die twee in mezelf te verenigen en vroeg me af: waarom is het zo’n enorme verandering om moeder te worden, ook wat betreft je identiteit? Hoe kan ik dat verklaren aan de hand van wetenschappelijk onderzoek?”

Waar ben je achter gekomen?

“Dat er veel sociale druk is op hoe je móet zijn als moeder en dat is niet altijd hoe je wíl zijn als moeder. We hebben als moeders snel een schuldgevoel omdat we niet voldoen aan het perfecte idee van moederschap. We moeten er zijn voor onze kinderen, maar waar blijven we zelf? Het is niet gek dat er steeds meer ‘parental burn-out’ voorkomt, die vooral moeders treft. Als je dat voelt is dat behoorlijk heftig. Dan wil je echt weg van je kinderen, je trekt ze helemaal niet meer. De druk op moeders houdt in dat je jezelf altijd op de tweede plaats moet zetten en daar ook nog gelukkig bij moet zijn. Als je op die manier niet gelukkig bent, is het ook niet goed.

En dan moet je ook nog op je werk presteren. De boodschap is: doe op je werk alsjeblieft alsof je geen moeder bent, en doe thuis maar alsof je geen werk hebt. Op beide vlakken moeten we perfect zijn. Dat botst en leidt tot schuldgevoelens. De ruimte voor vrouwen om hun eigen invulling aan beide rollen te geven is heel klein. Dat leidt bij vrouwen in het gunstigste scenario tot minder gelukkig zijn dan mannen en in het minst gunstige tot mentale problemen.

Hoe gaan vrouwen met die spanning om?

“Vrouwen die – anders dan uit financiële noodzaak – als moeder vol voor hun carrière gaan, worden dus minder gewaardeerd. Echter op het werk worden ze – als moeder zijnde – gezien als minder gemotiveerd en toegewijd. Door deze spagaat gaan ze hun ambities bijstellen of ze gaan op hun werk een deel van zichzelf verbergen. Als hun kind ziek is zeggen ze bijvoorbeeld dat ze dat zelf zijn. Ze vertellen tijdens sollicitaties niet dat ze zwanger zijn, etc. En ze gaan denken: ik kan nu eenmaal niet op beide terreinen top presteren en aan alle verwachtingen voldoen, dus ik ga maar minder werken en willen op werkgebied. Ze worden minder ambitieus. Blijven thuis, of kiezen voor flexwerk. Van het begin af verandert de carrière van vrouwen door het moederschap, anders dan bij mannen. Wetenschappers noemen dit de motherhood penalty en fatherhood bonus.”

Want hoe gaat het bij mannen?

“Het wordt gewaardeerd op je werk als je een familieman bent. Dan ben je niet alleen een goede arbeidskracht, maar ook nog een warme persoon. Mijn man merkte dat ook toen de kinderen er waren: “Voor jou is alles veel meer veranderd dan voor mij, ook op de langere termijn,” zei hij.”

En dat begint al met de ontwikkeling van ‘het moederbrein’ in de zwangerschap. Wat bedoel je met het moederbrein?

“Het moederbrein is dus niet gebonden aan vrouwen. Het is de beïnvloeding van het brein door hormonen zodat er een band met de baby ontstaat. En vrouwen hebben daarin een voorsprong, die inderdaad al begint in de zwangerschap. Maar mannen kunnen dat heel goed inhalen, blijkt uit Israëlisch onderzoek met mannelijke stellen die kinderen kregen. Zij produceren dezelfde hormonen die hun hersenen beïnvloeden (oxytocine) waardoor ze een band met het kind ontwikkelen.”

In dit verband ontwikkelt zich ook de mental load, waar je over spreekt. Leg eens uit?

“Al eerder begint die mentale belasting. Meisjes doen al meer taken in huis dan jongens, hoewel jongens van single moeders meer doen dan bij een getrouwd stel. Als je als meisje moeder wordt, wordt dit probleem veel erger. Mentale belasting is dus het denken aan wat je allemaal moet doen: wc-papier kopen, zwemles regelen, zorgen dat de kinderen vandaag weer groente eten omdat dat er gister bij ingeschoten is, een speelafspraakje regelen voor je kind dat nog geen aansluiting heeft op school. Vrouwen doen 90 % van deze mental load. Daarbij bedoel ik niet alleen het overzicht houden en zorgen dat dingen geregeld worden, maar ook de emotionele belasting die erbij hoort: je zorgen over hoe je kinderen in hun vel zitten. Dat kost veel energie en zolang dit verschil tussen mannen en vrouwen speelt kun je geen gelijkwaardige samenleving hebben. Het is moeilijk om mee te doen op dezelfde manier als een man voor wie de mentale ruimte niet deels wordt ingenomen door dit soort dingen. Die mental load maakt ook heel moe.”

Dat verschil in mentale belasting versterkt zich in de periode na de bevalling.

“Als vrouwen met verlof zijn leren ze sneller wat kinderen allemaal nodig hebben. Toen ik beide kinderen had dacht ik ook: waarom pak ík steeds alle tasjes in voor het kinderdagverblijf en weet ik als enige waar alles ligt in huis? Dat is dus deels aangeleerd gedrag. In de VS is er onderzoek gedaan naar thuisblijfvaders, die thuisbleven vanwege een beter inkomen van hun vrouw. Toen die weer aan het werk gingen, bleven ze meer doen dan andere vaders. Nog steeds deden de vrouwen echter meer in het weekend, ook als zij de broodwinners waren.

Dus het helpt wel als mannen meer ervaring opdoen met zorgen (ze werden ook betere leidinggevenden toen ze weer gingen werken want ze gaven leiding met meer empathie) maar het is niet het hele verhaal. Vrouwen blijven veel meer op zich nemen en dat verklaar ik vooral vanuit de genderrollen ten aanzien van moederschap waar we al heel vroeg mee opgroeien. Van meisjes wordt bovendien sowieso verwacht dat ze moeder wórden. Wil je als vrouw geen moeder worden, dan is dat een issue waar je constant vragen over krijgt. Dat geldt voor mannen niet.”

Wat zou kunnen helpen om hier verandering in te brengen? Je noemt ook het belang van de groep om moeders heen

“We kunnen leren van andere culturen. We denken in het Westen namelijk dat we alles alleen moeten doen, maar dat geeft enorme stress, terwijl we allemaal weten hoe fijn het soms kan zijn als een ander, bijvoorbeeld opa of oma, de kinderen even overneemt. Ze zijn dan ook vaak makkelijker. In Westerse landen ligt een enorme druk op vrouwen om niet alleen alles perfect te doen, maar ook nog eens alles alleen te doen. Geen hulp te vragen. Dat is niet goed en geeft enorme stress.”

Wat wil je dat moeders en vaders meenemen van jouw boek?

“Ik hoop dat vrouwen dezelfde ervaring hebben als ik toen ik in al dit onderzoek dook. Ik ging mezelf veel beter begrijpen en begreep waarom moeder worden zo’n enorme verandering is die veel invloed heeft op je identiteit. En ook waarom het zo stressvol kan zijn. Zo kun je als moeder begrijpen dat je constante schuldgevoel en het gevoel van tekortschieten samenhangt met de hoge verwachtingen waar je aan blootgesteld bent.”

Hoe beïnvloedt die stress onze kinderen volgens jou?

“Het is niet voor niets dat er steeds vaker met name moeders zijn die last hebben van een parental burn-out. Willen we onze kinderen belasten met het idee dat we ze alles moeten geven ten koste van onszelf? Dat is niet goed voor ze en ook niet goed voor ouders. Er blijft niet zoveel over van jou als man of vrouw als je dat doet en bovendien: ik wil mijn dochter niet leren dat ze alles moet doen voor haar kinderen en perfect moet zijn als moeder. Zeker niet.

Als mijn dochter nu zegt: ik wil niet naar de opvang en de school, ik wil bij jou blijven, dan heb ik nog steeds schuldgevoelens. Maar ik snap waarom ze er zijn en dat helpt om het schuldgevoel wat meer van me af te schudden.”

Je zegt dat als we niet anders naar onze verwachtingen t.a.v. vrouwen en met name moeders gaan kijken, echte gender equality onmogelijk te bereiken is. Wat kunnen beleidsmakers en leidinggevenden hiermee?

“Beleidsmakers: ze moeten echt snappen wat een stressgevoel het ouderschap kan geven. Je rent van werk naar opvang, geeft iedereen te eten, pakt alle tassen. Het blijft heel hard werken, dus die kennis moet bij al ons beleid veel meer meespelen.

In het algemeen denk ik dat we er veel opener over moeten praten en dat kan bij managers beginnen. Als die zich realiseren dat het normaal is om een gezinsleven te hebben buiten het werk, is er al een hoop gewonnen. En dus ook dat het begrijpelijk is als je ook andere zorgen hebt dan die samenhangen met je werk. Zelf ben ik ook manager van een team. Ik ben er nu ook veel opener over als er iets is wat ik nog moet doen of als er iets speelt rond het gezin. Het idee van de scheiding tussen werk en gezin (als je hier bent, ben je hier en als je daar bent daar) en het uitzetten van gezinstaken (denk aan de mental load) als je op je werk bent, moeten op de schop.”

Was de coronacrisis een blessing in disguise in dit verband? Dus dat we eigenlijk veel meer gaan zien wat mensen allemaal proberen te combineren in het dagelijks leven?

“De coronacrisis heeft zeker de stress die vrouwen meer dan mannen hebben meer zichtbaarder gemaakt. Vrouwen waren vaak en aan het lesgeven aan hun kinderen en hun werk aan het doen en het huishouden aan het draaiende houden. Mijn man was thuis met bedtijd van de kinderen en dat vonden we allebei heel prettig. In die zin heeft het denk ik wel geholpen, maar het heeft ook veel negatieve effecten gehad. In de VS zijn 800.000 vrouwen gestopt met werken tijdens de crisis.  Ik hoop dus dat mensen meer eigendom nemen over hun tijd, begrijpen hoe belangrijk die is. Minder naar kantoor blijven gaan en deels thuis blijven werken, zowel mannen als vrouwen. Maar ik ben bang dat we weer in oude rolpatronen zullen terugvallen. Het blijft dus even afwachten.”

Het boek ‘Moederbrein’ is vanaf dinsdag 24 augustus verkrijgbaar

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Iedere zaterdag het beste van Famme in je mailbox

Een goed begin van je weekend met de mooiste verhalen van Famme