Laurien Bleeker Kinderen 6 okt 2020, 07:00

Leestijd: 4 minuten

5 dingen die je wel en 5 dingen die je juist niet tegen je kids moet zeggen

Woorden kunnen keihard aankomen en dat is dan ook precies de reden dat we eerst moeten denken voordat we wat zeggen. Vooral tegen onze kinderen, die elk woord in zich opnemen, onthouden en hun persoonlijkheid vormen aan de hand van wat wij ze wel en niet vertellen en hoe wij ze opvoeden.

Daarom zetten we vijf dingen op een rij die je zo vaak mogelijk tegen je kids moet zeggen, maar ook vijf dingen die je beter niet kan zeggen.

Vijf dingen die je wel tegen je kids moet zeggen

En dat kun je écht niet vaak genoeg doen.

1. Ik hou van je

Dit kan je niet vaak genoeg zeggen tegen je kinderen, maar zeg het vooral als ze verdrietig zijn of even niet lekker in hun vel zitten.

2. Het spijt me

Je kinderen leer je waarschijnlijk aan om sorry te zeggen als ze iets hebben gedaan wat niet kan of mag, dus jij moet ook het goede voorbeeld hierin geven. Heb je iets gedaan, bijvoorbeeld tijdens een discussie geschreeuwd tegen je kind, bied dan je excuses aan. Het laat ook nog eens aan je mini zien dat fouten maken menselijk is.

3. Waarom?

De waarom-vraag: je peuter kan ‘m wel 100x per dag aan je stellen. Stel de waarom-vraag eens terug! Waarom denk je dat je moet opruimen na het spelen? Waarom moeten we boodschappen doen? Het laat hem nadenken over een antwoord en dat bouwt zelfvertrouwen op, het antwoord op zich is daarom uiteindelijk ook niet het belangrijkste.

4. Het viel me op dat…

‘Wat goed!’, zeggen we regelmatig tegen onze kids als ze iets hebben gedaan of gemaakt en we willen ze complimenteren. Makkelijk om te zeggen, maar op een gegeven moment verliest het z’n betekenis en dat merkt je mini ook op. Het is dan ook beter om je zin te beginnen met ‘Het viel me op dat…’ en vul ‘m dan aan. Bijvoorbeeld ‘Het viel me op dat je je bord hebt afgeruimd zonder dat ik erom vroeg’, eventueel gevolgd met een ‘dat vind ik heel goed van je’ of ‘daar word ik blij van’. Dit versterkt het positieve gedrag dat je zo graag ziet bij je kind.

5. De vijf minuten gaan in!

Je kind plotseling uit z’n spel halen om naar bed te gaan, te gaan eten of wat dan ook te gaan doen, kan weerstand oproepen. Voer daarom de 5-minuten-regel in door ‘de vijf minuten gaan in’ te melden aan je kids, voordat er iets anders van ze verwacht wordt. Roep het desnoods nog een keer bij twee minuten en de laatste minuut. Je kind kan zo afronden waar hij mee bezig is en zich mentaal voorbereiden op het volgende. Let wel op dat je dit consequent uitvoert, anders werkt het averechts.

Vijf dingen die je juist niet tegen je kids moet zeggen

Voorkomen is beter dan genezen.

1. Zinnen waarin je vergelijkt

Vergelijken met een broertje of zusje creëert juist vijandigheid en heeft absoluut geen positief effect. Het zorgt ook niet voor samenwerking, dat wat je waarschijnlijk wel graag wilt.

2. Zinnen waardoor je kind zich schaamt (voor zichzelf)

‘Je moest je schamen’, is een veelgehoorde zin van vroeger, misschien ben je er zelf ook wel ‘groot’ mee geworden. Zoals je je dan ook wel kan voorstellen is het niet wenselijk om dingen tegen je kind te zeggen waardoor hij zich gaat schamen. Je mini zal zich op die manier namelijk slecht gaan voelen over zichzelf of over jou en dat kan jarenlang doorwerken op hem.

3. Goed gedaan!

Dit gaat natuurlijk samen met punt 4 van dingen die je juist wel moet zeggen tegen je kindje. Door naar waarde en oprecht te complimenteren, en dus niet: ‘wauw, wat een prachtig mooie tekening’ als je kindje vol trots een streep op papier laat zien, bevorder je zelfvertrouwen en het vertrouwen in jou.

4. We zijn beste vrienden

Nee. Je kind is geen vriend van je, maar je kindje. Vrienden zijn mensen op wie je kan rekenen, waar je af en toe behoefte aan hebt en die je vertrouwt: dit kan je niet van je kind verwachten. Daarnaast kan het verwarrend zijn voor je kind als je hem je beste vriend noemt, wat later weer kan zorgen voor relaties waarbij de grenzen vaag zijn.

5. Zeg geen gemene dingen

Onthoud het volgende: zeg geen dingen tegen je kind waarvan je ook niet wilt dat vreemden ze zouden zeggen. Zeg niets gemeens, nooit, ook al verlies je al je geduld. In plaats daarvan: trek je even terug, word rustig en praat daarna op een normale toon met je kindje. Je kind leert hier ook van, net zoals dat hij leert om gemeen te doen tegen anderen, als dat tegen hem gedaan wordt door jou.

Meer lezen?

• Waarom sorry zeggen tegen je kind zo ontzettend belangrijk is

Motherly