Wat is tokofobie? Bevallingstraumatherapeut legt het uit
Elke vrouw vindt de gedachte aan bevallen spannend, maar sommige vrouwen hebben te maken met een enorme angst voor de bevalling: tokofobie. Vooral na een traumatische bevalling kan deze fobie de kop opsteken.
Een bevalling kan veel emoties oproepen. Van spanning tot blijdschap en van onzekerheid tot krachtigheid. Voor sommige vrouwen roept het echter extreem veel angst op. “Bijna elke vrouw vindt bevallen wel een beetje spannend. Het wordt pas echt problematisch wanneer die spanning zich omzet in angst. Dan heb je te maken met tokofobie”, legt bevallingstraumatherapeut Anke Velstra uit.
Over tokofobie
Over bevalangst horen we nog niet zoveel. Toch heeft tussen de 6 en 13 procent van de vrouwen ermee te maken, al vermoedt Velstra dat het daadwerkelijke cijfer hoger ligt. “Ik denk dat er veel meer vrouwen zijn die hiermee te maken hebben, maar dat we die simpelweg niet in de kijker hebben.”
Er zijn verschillende soorten tokofobie: primaire en secundaire tokofobie. Bij primaire tokofobie heeft een vrouw te maken met bevalangst zonder dat ze al eens bevallen is. Bij secundaire tokofobie krijgt een vrouw te maken met bevalangst nadat ze al eens is bevallen. Er bestaat ook nog een derde variant, die wordt tertiaire tokofobie genoemd en kan ontstaan na meerdere nare bevallingservaringen. Laatstgenoemde komt niet zo heel veel voor. Velstra behandelt vooral vrouwen met secundaire tokofobie.
Ontstaan ervan
Hoe kan het dat iemand te maken krijgt met bevalangst? In het geval van primaire tokofobie heeft een vrouw in het verleden vaak te maken gehad met controleverlies. “ Deze vrouwen kregen in hun leven op een bepaald moment of op meerdere momenten vaak te maken met controleverlies. Van een nare seksuele ervaring tot een vervelende vroegere thuissituatie.”
“Secundaire tokofobie komt altijd voort uit een eerdere traumatische bevalling. Vrouwen hebben dan vaak te maken gehad met een heftige bevalling. Het gaat dan niet alleen om heftige situaties, zoals plotseling heftig bloedverlies of een spoedkeizersnede, maar om een ervaring die voor hen heel heftig was. Vaak heeft het te maken met hoe de vrouw zich tijdens de bevalling voelde. Deze vrouwen hadden tijdens de bevalling vaak een sterk gevoel van controleverlies. Ik hoorde bijvoorbeeld van een vrouw met bevalangst dat ze absoluut niet getoucheerd wilde worden. De zorgverlener wilde dit toch, waardoor ze in paniek raakte, stevig vastgepakt werd en tegen haar wil in toch getoucheerd werd.”
Effecten
“Tokofobie kan een enorme impact hebben op het leven van een vrouw”, aldus Velstra. En zij kan het weten. Naast bevallingstraumatherapeut, heeft ze namelijk ook zelf tokofobie gehad. “Mijn eerste bevalling was heftig en chaotisch. Er ging heel veel mis. Mijn kindje lag scheef en ik had enorm veel pijn. Toen ik dreigde out te gaan, ben ik zelfs in mijn gezicht geslagen om me erbij te houden. Na de bevalling belandde ik drie keer met spoed op de OK, wat leidde tot een fysiek zwaar herstel. Na 4,5 jaar kwam ik erachter dat ik een trauma had overgehouden aan mijn bevalling en zocht ik hulp bij de verwerking. Ik wilde graag een tweede kind, maar na ruim zeven jaar was ik pas zover dat ik het nog een keer aandurfde.”
Met Velstra zijn er nog vele andere vrouwen die na een heftige bevalling een tweede zwangerschap en bevalling niet aandurven. Dit kan een enorme impact op hun leven hebben. “Veel vrouwen vermijden intimiteit uit angst voor een nieuwe zwangerschap, ondanks een kinderwens. Ze durven het simpelweg niet, puur omdat ze bang zijn voor herhaling.”
Onbehandelde tokofobie
Het is belangrijk dat tokofobie behandeld wordt, zeker als een vrouw nog een kinderwens heeft. Doet ze dat niet? Dan is de kans groot dat een eventuele volgende bevalling heel onprettig is. “Ons brein gebruikt onze zintuigen continu om te scannen op gevaar. Zo zijn we geprogrammeerd. Als een vrouw tijdens haar bevalling iets hoort, ruikt, ziet of proeft wat haar aan die eerdere bevallingservaring doet denken, dan roept dat dezelfde angst en spanning op die ze vorige keer heeft ervaren.”
Vrouwen met bevalangst doen er goed aan om hun eerdere trauma eerst te verwerken voor ze opnieuw zwanger proberen te worden. Zo kunnen ze zich beter voorbereiden op een volgende bevalling, al geeft dat niet altijd volledig vertrouwen. Een doula zou voor vrouwen met tokofobie daarom een fijne aanvulling kunnen zijn. “Zij is continu bij je. Een verloskundige in het ziekenhuis komt om te checken hoe het gaat, maar kan daarna soms uren weg zijn. Als je heel angstig bent, is de continue begeleiding van een doula, naast de betrokkenheid van je eigen partner, heel fijn.”
Hulp van zorgverleners
In de medische wereld komt langzamerhand steeds meer bewustzijn voor tokofobie. Verloskundig personeel dat de juiste zorg verleent, kan volgens Velstra een positieve bevallingservaring ondersteunen. “Ik denk dat het belangrijk is dat de bevallingszorg wat trauma-sensitiever wordt. In de zorg zie ik natuurlijk dat er veel positieve intenties zijn, maar de manier waarop dat gebeurt is niet altijd handig. Ik ben zelf ook doula en heb tijdens bevallingen veel dingen gezien die een positieve bevalling kunnen verstoren.”
“Soms zie ik dat personeel hun stem verheft tegen een zwangere vrouw die in paniek is, en daardoor niet meer luistert naar aanwijzingen. Ze voelt zich erg onveilig. Het is belangrijk voor het geboorteproces dat ze luistert, maar door stemverheffing vergroot je de onveiligheid alleen maar. Als doula spreek ik dan zacht en kalm: ‘Het is nu spannend, maar ik blijf bij je en zorg dat je veilig bent. Laat hen hun werk doen; straks krijg je uitleg.’ Soms helpt een aanraking ook, door druk uit te oefenen op het lichaam, zodat een vrouw zich verbonden blijft voelen met haar lijf.”
Wat kan een partner doen?
Ook een partner kan zijn steentje bijdragen voor een fijne(re) bevallingservaring. Vrouwen die hun partner bijstaan blijven vaak kalm, maar Velstra ziet in de praktijk dat mannen het vaak wat moeilijker hebben. Mannen gaan eigenlijk standaard in regelmodus. Ze gaan dingen klaarleggen of zorgen dat het bad nog even extra wordt opgepompt. Ze gaan van alles doen.”
“Tijdens het eerste deel van de bevalling is dat prima, dan zijn de weeën nog niet zo intens. Wanneer de bevalling in de actieve fase terechtkomt, dat is zo rond de 5 tot 6 centimeter ontsluiting, dan worden de weeën echt heel intens. Doordat een man dan van alles loopt te regelen, laat hij de vrouw veel alleen. Veel vrouwen hebben me verteld dat ze zich daardoor heel eenzaam en hulpeloos hebben gevoeld, maar ook niet meer goed in staat waren om hun partner te vertellen wat ze wel nodig hadden. Mannen kunnen het beste uit die doen-modus komen. De vrouw moet voelen dat hij er echt bij is. Alles wat nodig is, zodat zij zich comfortabel en veilig voelt. Rust en nabij zijn. Soms helpt het zelfs om gewoon naast iemand te staan. Het feit dat iemand vlakbij je is, is vaak al genoeg.”
De bevalling van Manon liep niet zoals gepland: “Ik wilde helemaal niet geknipt worden.”
Bevallingsverhaal Natasja: ‘Na een traumatische bevalling wilde ik heel graag thuis bevallen’