Stop, hou op! Waarom dit zinnetje niet (meer) werkt
Je hebt het je kind vast wel eens horen zeggen tegen een ander kindje: ‘stop, hou op!’ Dit wordt kinderen aangeleerd op het kinderdagverblijf of in groep 1 van de basisschool. Met ‘stop hou op’ kunnen kinderen snel en gemakkelijk aangeven dat ze het niet leuk vinden wat de ander doet.
Maar, ondertussen werkt dit zinnetje helemaal niet meer zo goed…
‘Stop, hou op’
Er is zelfs een rijmpje op gemaakt dat zo vaak wordt ‘gezongen’ door kinderen (stop hou op je bent een barbiepop) dat het originele ‘stop, hou op’ niet meer serieus genomen wordt. Het wordt te vaak gezegd en het werkt dus niet meer.
Waarom het niet werkt
In principe een duidelijke zin, voor ons dan. Kinderen begrijpen dit niet meteen. Als een kindje zand schept en dit verplaatst, maar het komt steeds op een ander kindje terecht (per ongeluk) en het andere kind roept ‘stop hou op!’, dan weet het kindje met de schep niet duidelijk waar hij mee moet stoppen.
Met scheppen? Met zand verplaatsen? Met spelen in de zandbak? Het zinnetje is niet concreet genoeg voor een kind. Daarom is het belangrijk dat je kind weet hoe hij wel zijn grens moet aangeven.
Maak ‘stop hou op!’ concreter
Kinderen waartegen ‘stop hou op’ wordt geroepen, weten dus niet altijd waar ze dan precies mee moeten stoppen. Het is dan ook goed om je kind aan te leren dat hij erbij zegt waarmee het andere kind moet stoppen.
Samen oefenen
Bijvoorbeeld: ‘stop met zand over me heen gooien, ik vind dat niet leuk’. Je kan zien dat in het voorbeeld het ongewenste gedrag wordt benoemd, maar ook wat het gevoel daarbij is. Ook is het belangrijk dat je kind ook echt uitstraalt dat hij wil dat het andere kindje stopt. Oefen dat eens samen: stevig staan en boos kijken terwijl je praat.
https://www.famme.nl/vakantiegevoel-vast-houden/