Is een slaapscheiding de oplossing voor jullie slaaptekort?
Gescheiden slapen, bijster romantisch klinkt het niet. Toch is het iets dat veel nieuwe ouders overwegen. Slaaptekort door je baby is een ding, maar om dan ook nog wakker te liggen vanwege je snurkende of woelende partner… Dat is voor geen enkele relatie goed. Is een slaapscheiding de oplossing?
De mensen die gescheiden slapen, die willen eigenlijk nooit meer anders.
Gescheiden slapen: een droom of een nachtmerrie?
Onlangs bleek uit onderzoek dat nieuwe ouders pas na zes jaar weer een beetje normaal slapen. Daarmee spatte de droom dat je slaap kunt inhalen voor veel ouders uit elkaar. Zelfs als de nachtvoedingen voorbij zijn, kunnen de kinderen nog steeds zorgen voor gebroken, slapeloze nachten. Denk aan sprongetjes, nachtmerries of ziekte. En tel daar de algemene zorgen van het ouderschap én de langdurige verstoring van de normale biologische cyclus bij op en voilà, je slaapt zes jaar lang slecht.
Klaarwakker
Wat vaak ook meespeelt: dat je de slaap niet kunt vatten vanwege je partner. Zo zijn Noor en haar man Tinus na de komst van hun zoontje Martijn definitief in aparte kamers gaan slapen. “Al voordat we kinderen kregen, vroegen we ons af of we beter zouden slapen als we apart zouden slapen. Toen kwam Martijn en was ik kapot moe. Dan ging ik lekker vroeg naar bed, om negen uur, maar dan werd ik wakker als Tinus na de late fles van elf uur naast me kwam liggen. Vervolgens viel Tinus binnen enkele minuten in slaap en lag ik klaarwakker te balen.”
Kwaliteit van de nachtrust
Slaapspecialist Neil Stanley van de Universiteit van Surrey deed in 2021 onderzoek naar de kwaliteit van de slaap van mensen die samen in een bed slapen en gescheiden slapen. De meeste partners gaven aan dat zij beter dachten te slapen als ze bij elkaar slapen. Maar uit zijn onderzoek bleek het tegenovergestelde. De kwaliteit van de nachtrust werd bij samen slapen gemiddeld 50 procent vaker verstoord dan bij gescheiden slapen. Woelen in bed, luidruchtig ademhalen, trekken aan de lakens of, de ergste van alles, snurken zijn de grootste belemmeringen. Ook interessant: niet eens alle bewegingen of geluiden worden door de partners bewust opgemerkt, maar kunnen wel de diepte van de slaap aantasten.
Slaapscheiding
Noor: “Sinds we apart slapen, kan ik in een keer doorslapen, zonder dat ik wakker wordt van Tinus die in bed stapt of Tinus die snurkt. Wat ook helpt: wij hebben de zorg over onze zoon Martijn in nachten verdeeld. Maandag-, dinsdag- en woensdagnacht stap ik uit bed en kan Tinus doorslapen. Op donderdag- en zondagnacht is het Tinus’ beurt. De nachten in het weekend doen we samen. Dat was in het begin een beetje wennen; het voelde wrang om te blijven liggen wanneer je je baby hoort huilen en je de ander de boel laat opknappen. Maar het wierp al snel zijn vruchten af; door een paar goede nachten kan ik er weer tegen aan.”
Dat gevoel is ook iets dat onderzoeker Neil Stanley destijds erkende. Gescheiden slapen is iets waar je aan moet wennen. Maar als het goed bevalt, zoals bij Noor en Tinus het geval is, dan is het zeker een goed besluit om daarmee door te gaan. Een slaaptekort kan allerlei andere problemen in de hand werken, van een verminderde concentratie tot gewichtstoename.
Groter bed
Is gescheiden slapen voor jullie nog een brug te ver? Dan heeft Noor een tip: “Wij gingen eerst allebei af en toe een nachtje op de logeerkamer slapen, als we er echt doorheen zaten. Toen sliepen we het meerendeel van de nachten gewoon nog samen. Nu is dat andersom: we slapen de meeste nachten gescheiden, en kruipen af en toe bij elkaar in bed. Daar genieten we dan des te meer van.”
Wat misschien ook kan helpen, is om een groter bed of twee aparte dekbedden te kopen. “Als ik nu bij Tinus in bed stap, neem ik altijd mijn eigen dekbed mee. Dan hoef ik hem tenminste niet wakker te porren als hij aan zijn eigen deken trekt.”
En dan nu de hamvraag: hoe zit het dan met het seksleven? “Eerlijk, ik denk dat apart slapen juist goed is geweest voor ons seksleven. Omdat ik uitgeruster ben, heb ik meer zin. We doen het nu alleen wat vaker op de bank dan voorheen…”, sluit Noor lachend af.