Sanne (30) over haar kraamhulp: ‘Ze bleef maar zeuren over mijn huis’
Sanne (30) is nog maar net dertig, wanneer ze ontdekt dat ze in verwachting is. Voor de moeder in spé en haar partner is dit enorm spannend en leuk. Helaas wordt het leuke gevoel al snel tenietgedaan door haar kraamhulp.
“Tijdens het kennismakingsgesprek bij onze verloskundige kregen wij te horen dat we snel op zoek moesten gaan naar een kraamhulp. Mijn partner en ik waren nog maar net aan het bijkomen van het babynieuws, en hadden nog helemaal niet aan een kraamhulp gedacht. ‘We hebben toch nog negen maanden?’ hebben wij de verloskundige zelfs nog gevraagd. Toch was het advies om zo snel mogelijk op zoek te gaan.
Ik woonde in een kleine studio
Onze situatie was daarbij niet ideaal. Mijn partner woonde namelijk in het buitenland, en ik woonde op dat moment in een kleine studio in het centrum van Amsterdam. Al snel besloten ik in Nederland wilde bevallen, en pas ná de bevalling te emigreren naar de woonplaats van mijn man.
Het idee was dus duidelijk: tot de baby mocht vliegen, moesten we het doen met de studio. ‘We moeten roeien met de riemen die we hebben’ was ons antwoord wanneer familie en vrienden vroegen hoe we het in godsnaam gingen doen.
Zo optimistisch als wij waren, zo negatief waren de reacties van kraamhulpen. De eerste drie kraamhulpen die wij belden, reageerden namelijk heel bot. De eerste kraamhulp zei meteen dat ze ons niet wilde helpen. ‘Dat is te veel gedoe met parkeren’ was haar reden. De tweede kraamhulp zei dat ze er niet aan wilde beginnen. ‘Te veel trappen’ was haar excuus. Ten slotte zei de derde kraamhulp dat ze ons helaas niet kon bijstaan, aangezien ze slechte ervaringen had met een studio appartement.
Tijdens de kennismaking was onze kraamhulp heel aardig
Uiteindelijk vonden we een kraamhulp die beschikbaar was, en wilde komen. Tijdens het eerste telefonische gesprek vertelde ik heel duidelijk dat het een kleine studio was op de derde etage, zonder parkeergelegenheid. Hoewel ze niet heel enthousiast klonk, ging ze er duidelijk mee akkoord.
Tijdens onze kennismaking was ze heel aardig, en leek ze zich niet te storen aan de kleine ruimte. ‘In Amsterdam kom je dit wel vaker tegen’ zei ze meteen. Dat was voor mij een opluchting. Ergens, diep van binnen, voelde ik namelijk een soort schaamte. Alsof ik een slechte moeder was omdat ik mijn kind geen fatsoenlijke kinderkamer kon geven.
Na de bevalling kwam onze kraamhulp meteen langs. Gedurende acht dagen liep ze de hele middag rond in de kleine studio. Van de lieve begripvolle kraamhulp die ik een paar maanden eerder had leren kennen, was niets meer over. Ze was kattig en reageerde juist overal heel negatief op.
Ze kraakte het hele huis af
Als ze binnen kwam, moest ze eerst vijf minuten uitrusten van het traplopen. Daarbij deed ze totaal geen moeite om zachtjes te doen als ik even wilde slapen. Ook mochten de gordijnen niet dicht als ik overdag een dutje wilde doen, omdat de baby volgens haar moest wennen aan dag- en nachtlicht. Ze kookte wel, maar eigenlijk smaakte de gerechten niet heel lekker. Dat kwam volgens haar omdat mijn oven niet goed werkte. Als ik vervolgens voorstelde om eten te bestellen, zei ze meteen dat de bezorger dan wel naar boven moest komen, omdat ze niet wéér die trappen op- en af wilde lopen.
Als ik vertelde dat het een tijdelijke situatie was, en wij van plan waren om die daaropvolgende maand te emigreren, lachte ze om mijn plannen. ‘Denk maar niet dat jouw baby volgende maand al kan vliegen’ zei ze.
Uiteindelijk heb ik na een maand groen licht gekregen om te vliegen, en woon samen met mijn man in het buitenland. Mijn dochter heeft de mooiste kinderkamer die ik ooit heb gezien, en ben mega trots op mezelf, mijn man, én onze dochter. Het was geen ideale situatie, maar wij hebben het overleefd.”