Rouwen, hoe werkt dat eigenlijk?
De ene dag word je overspoeld door verdriet, korte tijd later ben je juist woedend. Als je in rouw bent, speelt zich van alles binnen in je af. Wat gebeurt er eigenlijk als je rouwt?
Rouw, hoe zit dat precies?
Rouw ervaar je niet alleen als er iemand overleden is. Er kan – misschien op een andere of minder zware manier – ook sprake van zijn als je een ander groot verlies ervaart, zoals bij een scheiding, een verhuizing, het verlies van een baan.
Wie een groot verlies geleden heeft, kan overspoeld worden door hevige emoties. En die kunnen aanvoelen alsof het nooit meer over zal gaan. Maar rouw verandert in de loop van de tijd.
Vijf fases
In 1969 beschreef psychiater Elisabeth Kübler-Ross vijf verschillende fases van rouw. Zij had geconstateerd dat mensen die een terminale ziekte hebben door verschillende stadia heen gaan, maar dat ook de mensen die achterblijven hiermee te maken krijgen.
Heel kort samengevat zijn die vijf fasen: je gaat van ontkenning en ongeloof (‘Gebeurt dit nu echt bij mij?’) naar woede en machteloosheid (‘Ik heb hier niet om gevraagd!’). Vervolgens ga je onderhandelen met jezelf (‘Als ik nu dit doe, dan kan ik het verlies misschien voorkomen’). Daarna volgen verdriet, angst en/of depressie (‘Ik geef het op’) en uiteindelijk kom je terecht in de fase van acceptatie (‘Ik ga weer verder met mijn leven’).
Rommeliger
Kübler-Ross werd wereldwijd beroemd met haar vijf fasen. Maar er kwam ook veel kritiek op. Want hoe kon je zoiets persoonlijks als rouw nu in een soort mal gieten? Als je je te veel focust op die vijf fasen, kan het zelfs schadelijk zijn, stelt bijvoorbeeld journalist Rob Bruntink in een blog.
Wat nog wel eens vergeten wordt, is dat Kübler-Ross de vijf fasen niet bedoelde als een model waarbij je begint bij fase 1 en eindigt bij fase 5. Rouw verloopt veel rommeliger. Het loopt eerder voortdurend door elkaar: het ene moment verdriet, het andere somberheid, de volgende keer strijdvaardigheid en dan opnieuw diep verdriet – en ga zo maar door. Het komt en gaat in golven en er is geen vaste volgorde.
Geen eindstreep
Ook is het niet zo dat iedereen te maken krijgt met al deze vijf fases. Het kan bijvoorbeeld best dat er helemaal nooit sprake is van woede. Dat heeft er onder andere mee te maken dat niet elk verlies hetzelfde is: de dood van een familielid die 90 jaar is geworden, ervaar je nu eenmaal anders dan het overlijden van een kind.
Ook is het niet zo dat je uiteindelijk een soort ‘eindstreep’ haalt. In sommige gevallen, bijvoorbeeld wanneer je een kind verliest, is het verdriet nooit klaar. Ieder mens is uniek, daarom valt een rouwproces ook niet te gieten in een model of in een vaste volgorde. Iedereen heeft een eigen route, een eigen tempo. En iedereen heeft weer een andere manier om ermee om te gaan: de een praat er veel over, de ander trekt zich misschien liever terug.
Confronterend
Als je een verlies hebt geleden en daar erg mee bezig bent, is het vaak confronterend dat het gewone leven doorgaat. Terwijl jij verdriet hebt, iemand mist, boos bent op iemand of je wanhopig voelt, doen andere mensen wat ze altijd doen. Ze gaan naar hun werk, ze maken lol, hebben ruzie, gaan uit, lachen, huilen, boeken een vakantie – en ze doen alsof het leven daarom draait. En voor jou staat de wereld ondertussen stil.
Het verwerken van een verlies vraagt tijd, soms heel veel tijd. En soms ben je er nooit helemaal klaar mee. Dat kan voor jezelf moeilijk te accepteren zijn (‘Wanneer is het nu eens klaar?’), maar ook voor anderen (‘Het is nu al een jaar geleden…’). Toch is tijd nemen de enige manier. Dus probeer daarin lief zijn voor jezelf. Tijd!!