Gina Koninkx Zwanger 14 mei 2022, 14:46

Leestijd: 2 minuten

Rhesus D-negatief of Rhesus c-negatief testen tijdens de zwangerschap – wat betekent dat precies?

Alle zwangere vrouwen zullen rond de 12e week van hun zwangerschap bloedonderzoek ondergaan. Het bloed wordt onderzocht op hepatitis B, syfilis, HIV, ABO-bloedgroep, Rhesus D-bloedgroep, Rhesus c-bloedgroep en antistoffen tegen bloedgroepen. Als blijkt dat je bloedgroep Rhesus D-negatief of Rhesus c-negatief hebt, zal dit verder worden onderzocht. Waarom dit zo belangrijk is leggen we je uit in dit artikel.

Tijdens de bevalling maar ook gedurende de zwangerschap kan het zo zijn dat er rode bloedcellen van het kindje terechtkomen in de bloedbaan van de moeder. Wanneer de moeder rhesus negatief is en het kind rhesus positief, kan de vrouw antistoffen aanmaken tegen een rhesus positieve bloedgroep. Gelukkig kan dit tegenwoordig goed worden behandeld.

Rhesus D-negatief of Rhesus c-negatief

Er bestaan wel honderden verschillende bloedgroepen, de meest bekende daarvan zijn de bloedgroepen A, B, AB en O. Rhesus-bloedgroepen zitten op de rode bloedcellen, en daarvan zijn twee verschillende soorten belangrijk als je zwanger bent: bloedgroep Rhesus D-negatief en Rhesus c-negatief. Negatief betekent dat, in dit geval, het stofje Rhesus D of Rhesus c niet aanwezig is op de rode bloedcellen.

Hoe vaak dat voorkomt? In Nederland heeft zo’n 15% bloedgroep Rhesus D-negatief en 18% heeft de bloedgroep Rhesus c-negatief. Normaal gesproken heb je daar helemaal geen last van, maar als je zwanger bent komt er wel wat meer bij kijken.

Rhesusziekte

Hoewel tijdens de zwangerschap de kans niet groot is dat het bloed van de baby terechtkomt in het bloed van de moeder, is die kans wel stukken groter tijdens de bevalling. Als de moeder bloedgroep Rhesus-negatief heeft en het kind Rhesus-positief, kan de moeder (en dat gebeurt niet altijd) antistoffen maken tegen het bloed van haar kind. Deze antistoffen ruimen het bloed van het kindje in haar eigen bloed op, maar komen soms ook terecht bij de baby. Hierdoor krijgt het kind bloedarmoede. Deze ziekte wordt ook wel de Rhesusziekte genoemd. Gelukkig weten we dit tegenwoordig goed te voorkomen en komt dit nog maar zelden voor.

Zo ziet behandeling eruit

Omdat er rond de 12e week van je zwangerschap al bloedonderzoek plaatsvindt, weet je meteen of je Rhesus-negatief bent. Op dit moment kan dat geen kwaad. Het vervolgonderzoek zal daarom pas plaatsvinden in week 27 van je zwangerschap. Je bloed wordt dan onderzocht in het laboratorium van Sanquin om twee vragen te beantwoorden. Namelijk, wat de Rhesus-D bloedgroep is van de baby en of je antistoffen hebt gemaakt tegen bloedgroepen.

Is jouw kindje Rhesus-positief? Dan krijg je met 30 weken zwangerschap de anti-D prik toegediend. Na de geboorte zal je nogmaals deze prik krijgen. Deze is voor zowel jou als de baby niet schadelijk. Deze prik bestaat helaas niet voor zwangeren met de bloedgroep Rhesus c-negatief. Mochten er antistoffen worden aangetroffen (wat in de meeste gevallen gelukkig niet gebeurt), zal je regelmatiger en nauwkeurig worden onderzocht, onder andere door middel van bloedonderzoek. Jouw verloskundige kan je hierin begeleiden. Je kunt daar ook altijd terecht voor vragen.

https://www.famme.nl/22-wekenprik-wat-en-waarom/