Sabine van der Spoel
Sabine van der Spoel Partner 29 dec 2024
Leestijd: 7 minuten

Petra (32): ‘Ik overweeg om een latrelatie voor te stellen’

Het kan heel fijn zijn om met een partner samen te wonen, maar niet iedereen wordt gelukkig van deze traditionele samenlevingsvorm. Petra is een van die personen. Ze houdt zielsveel van haar vriend Erik, maar ze zou liever weer alleen willen wonen. 

“Af en toe lees ik verhalen in de media van mensen die een open relatie willen. Niet omdat ze hun partner zat zijn of niet meer van diegene houden, maar omdat ze meer vrijheid willen. Dat laatste begrijp ik goed. Ik wil alleen geen open relatie, maar een latrelatie.

Ouderwetse ideeën

Erik en ik leerden elkaar kennen toen we allebei in het laatste jaar van onze studie Communicatie zaten. Ik was meteen van hem gecharmeerd. Hij was grappig, had charisma en was bovendien heel lief voor me. Het duurde niet lang tot we een stel waren.  

In onze relatie viel het me al snel op dat Erik er wat ouderwetse ideeën op nahield. Hij was opgegroeid in een gezin waarin zijn moeder volledig thuisbleef om voor de kinderen te zorgen en zijn vader 40 uur per week werkte. Ook Erik vond dat een man de kostwinner moest zijn en dat een vrouw het huishouden en de zorg voor de kinderen voor haar rekening moest nemen. Ik liet hem destijds weten dat ik dat anders zag. Hij leek dat te accepteren en daarom schonk ik er verder weinig aandacht aan. 

Ergernissen tijdens het samenwonen 

Erik en ik hebben een behoorlijke tijd apart van elkaar gewoond. Pas vier jaar geleden kwam samenwonen ervan. Dit was meer om praktische dan om romantische redenen: Erik moest zijn appartement uit en mijn woning was groot genoeg voor ons samen. Het leek ons een logische stap.  Over het huishouden maakten we duidelijke afspraken. Althans, dat dacht ik. 

Een van de afspraken was dat ik de boodschappen zou doen en dat ik zou koken, Erik zou dan de afwas doen. Ik vond dat Erik de betere deal had, maar al snel bleek dat hij zelfs de afwas doen een opgave vond. Hij mopperde dat ik te veel vies maakte of stelde het eindeloos uit. Voor ik het wist, deed ik de afwas ook maar zelf. Daarnaast vroeg Erik steeds vaker of ik andere klusjes kon oppakken: een wasje draaien (eigenlijk zijn taak), het bed verschonen (ook zijn taak) en stofzuigen (yep, ook zijn taak). Het kwam allemaal op mijn bordje terecht. Zelfs als we allebei thuiswerken, was ik degene die lunch voor ons beide klaarmaakte. En ook daar begon hij al snel eisen aan te stellen. Hij wilde niet zomaar een droge boterham, maar een luxe broodje, een maaltijdsoep of een omelet. En dat terwijl hij zelfs nauwelijks iets bijdroeg. Inmiddels voel ik me vaker zijn huishoudelijke hulp dan zijn partner.

Aangekaart

Ik heb Erik al meerdere keren aangesproken op zijn gedrag – wat regelmatig resulteerde in een ruzie. Ik probeerde het gesprek met hem aan te gaan door geen verwijten te maken, maar door met hem te delen hoe ik me erbij voelde: een huishoudelijke hulp, ondergewaardeerd en niet gelijk aan elkaar. Dit leek alleen niets uit maken. Het leek wel alsof ik tegen een muur praat. Hij heeft het druk, zegt hij dan. En dat klopt, hij heeft het druk, maar ik ook! Toch ziet hij het huishouden vooral als mijn taak. Hij moppert als de vloer niet gezogen is, maar weigert zelf de stofzuiger te pakken. 

Ik vraag me regelmatig af hoe ik in deze situatie terecht ben gekomen en hoe het kan dat ik mijn feministische idealen zo heb losgelaten. Ik werk fulltime, net als Erik, maar ben daarnaast ook degene die het huishouden draaiende houdt. Als ik ’s avonds moe ben en met een simpele boterham op de bank wil ploffen, vindt hij dat onacceptabel. Hij wil zelfs dat ik op die momenten nog een warme maaltijd bereid. Soms lijkt het alsof Erik zijn traditionele kijk op relaties nooit echt heeft losgelaten. Het klinkt dramatisch, maar ik was gelukkiger toen we niet samenwoonden. Ik kon toen alles zelf bepalen en hoefde toen minder tijd aan het huishouden te besteden. 

Latrelatie 

Misschien heb ik Erik nu neergezet als een vervelende vent, maar dat is natuurlijk niet het hele verhaal. Ik hou zielsveel van Erik en hij is mijn beste vriend. Hij is spontaan, hij heeft humor en is attent. Ik wil geen ander, maar ik wil ook niet vast blijven zitten in de situatie waarin we nu zitten. Daarom fantaseer ik over weer apart van elkaar wonen. Ik kan dan genieten van rust en vrijheid, en hoef dan niet meer te voldoen aan al Eriks (onrealistische) verwachtingen. Als ik geen zin heb om te koken, dan doe ik dat gewoon niet. Als ik vind dat het stofzuigen ook wel morgen kan, dan doe ik dat morgen. En als we dan wel samen zijn, kunnen we genieten van quality time. Ik merk dat ik heel blij word van het idee, dat het me lucht geeft. Ik weet alleen niet hoe Erik hierop zou reageren. 

Wat het eventuele latten nog moeilijker maakt, is dat Erik en ik allebei een kinderwens hebben. Erik had eigenlijk al kleintjes gewild. Alleen ziet hij het ouderschap anders voor zich dan ik. Hij wil dat ik minder ga werken en de zorg voor de kinderen op mij neem. Hij wil wel een betrokken vader zijn, maar uit zijn omschrijving daarvan kan ik opmaken dat hij vooral een leuke vader wil zijn – samen uitstapjes maken, mee naar sportwedstrijden, dat soort dingen. Ik heb hem duidelijk gemaakt dat ik daar niet gelukkig van word. Als we kinderen krijgen, wil ik dat we de opvoeding en het huishouden eerlijk verdelen. Erik ziet dat niet zitten en om die reden hebben we daarom nog geen kinderen. 

Kinderdilemma

Hoewel ik de latrelatie nog niet bij Erik heb voorgesteld, ben ik al aan het bedenken hoe we het kunnen realiseren met toekomstige kinderen. Het zou niet ideaal zijn, maar ik denk dat we het deels aan zouden pakken als gescheiden ouders. Op het ene moment zijn de kinderen bij mij, op het andere moment bij hem. Ik zou ook voor willen stellen om wel nachten bij elkaar te blijven slapen – we hebben immers gewoon nog een relatie. Op deze manier zouden onze kinderen ook kunnen genieten van momenten waarop we allemaal tegelijk samen zijn. En echt, als ik het zo hardop zeg, vind ik het zelf ook omslachtig en bijna raar klinken, maar op dit moment voelt het voor mij nog altijd beter dan een situatie waarin ik mezelf elke dag opvreet en ik in een rol vastzit waar ik niet gelukkig van word. 

Het voorstellen 

Ik weet zeker dat Erik weerstand biedt als ik begin over een latrelatie. En dat snap ik, voor hem is het zo immers heel fijn wonen. Ik zal aan Erik uitleggen waarom ik dit wil en hoop dat hij er begrip voor heeft. De latrelatie zou ik graag realiseren voor we aan kinderen beginnen. Ik ben bang dat het er anders helemaal niet van komt. Als we eenmaal kinderen hebben, zal Erik nog meer praktische bezwaren hebben waardoor een latrelatie alleen maar lastiger wordt. Als we het nu zouden doen, zouden we een goede basis kunnen leggen voor hoe we het met kinderen kunnen aanpakken. 

Ik klink nu heel zeker van mijn zaak, maar natuurlijk ben ik bang voor Eriks reactie. Gaat hij me wel begrijpen? Zal hij twijfelen aan mijn liefde voor hem? Anderzijds hoop ik ook dat het gesprek zijn ogen opent over onze huidige rolverdeling. Misschien is dit juist nodig om hem in te laten zien dat ik niet gelukkig word van het traditionele plaatje dat hij voor ogen heeft. Misschien, heel misschien, opent het zelfs dusdanig zijn ogen dat we helemaal niet hoeven te latten, maar hij meer taken voor zijn rekening neemt. Ik schat de kans klein in, maar wat zou het me gelukkig maken!” 

Hoeveel je ook van je kinderen houdt, je relatie is minstens zo belangrijk. Toch kan het als ouders soms uitdagend zijn om ook partners te blijven, zeker wanneer de huishoudelijke taakverdeling veel onbegrip en stress oplevert. Daarom spreken wij hierover met relatietherapeut Mirjam van Dam.

Lisa en haar vriend hebben een lat-relatie en een kind: ‘Ik wil terug kunnen naar mijn eigen plekje’

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Iedere zaterdag het beste van Famme in je mailbox

Een goed begin van je weekend met de mooiste verhalen van Famme