7 x de waarheid over het opvoeden van een tweeling
‘Twee voor de prijs van één’ of ‘Oh wat leuk, een tweeling! Dan ben je in een keer klaar!’ Als moeder van een tweeling krijg je nogal wat goedbedoelde maar soms zeer misplaatste opmerkingen naar je hoofd geslingerd. Tenenkrommend, dus tijd om de boel recht te zetten.
Jaarlijks worden er zo’n 3.000 meerlingen geboren in Nederland, waarvan het grootste deel natuurlijk tweelingen. Dat zijn dus een hoop moeders die in één klap twee kinderen moeten opvoeden. Geen gemakkelijke taak, maar zeker ook niet onmogelijk, zo vertelt ook tweeling-moeder Claire van den Heuvel.
1. Delen is niet altijd de beste optie
De leus ‘sharing is caring’ is nu zo vaak gebruikt(misbruikt) dat we ‘m eigenlijk spuugzat zijn. En zeker in het kader van tweelingen, want eerlijk delen gaat niet altijd op voor kinderen. Claire: ‘Ze moeten ook leren dat het niet altijd precies gelijk hoeft te zijn en ze hebben zéker ook de behoefte om iets voor zichzelf te mogen hebben zonder het altijd maar weer te moeten delen met hun broertje of zusje. Maar voor een beetje rust en vrede in huis geef, doe, koop ik voorlopig nog precies hetzelfde voor nr. 01 en nr. 02.’
2. “Ze zijn allemaal even leuk” bestaat niet
Natuurlijk houd je van je kinderen, maar soms kun je ze ook wel achter het behang plakken. Degene die de titel ‘leukste kind‘ eer aan doet, dat verscheelt soms zelfs per uur. Claire: ‘In de basis zijn ze natuurlijk allebei écht even leuk. Maar zéker zijn er hele fases waarbij de ene gewoon veel beter te handelen is dan de ander. En in mijn geval is de brave, goed luisterende, lekker meedoende helft dan toch echt even favoriet. Tenzij iemand anders daar dan dus een opmerking over maakt. Zo van: ‘Oh, die ene is wel een stuk liever en rustiger dan die andere hè?’ Dan is direct de underdog weer favoriet.’
3. Matching outfits, hoezo?
Je kroost mag dan tweeling zijn, het zijn nog altijd twee verschillende unieke personen. ‘Toen ze heel klein waren kocht ik wel matching outfits. Het is super cute natuurlijk en een garantie voor een hoop ahhhhh en ohhhh’s. Maar daar ben ik al heel snel mee opgehouden. Ze zijn geen wandelende attractie. En de jongens hebben er ook echt recht op om hun eigen individu te kunnen zijn. Het is overigens ook gewoon een stuk praktischer aangezien de buitenwereld ze nog heel regelmatig niet uit elkaar kan houden.’
4. BFF’s? Dacht het niet.
Het perfecte plaatje van de tweeling die naast broer en zus ook beste vrienden zijn, is eerder een droombeeld dan vanzelfsprekendheid. De helft van de tijd zijn ze onafscheidelijk, de andere helft slaan ze elkaar de hersens in. Moet je nagaan als ze straks in hun pubertijd zitten. ‘Ik heb wel eens gehoord dat dit ook te maken heeft met of ze één of twee-eiig zijn. Ik weet overigens niet precies of mijn jongens één of twee-eiig zijn. We hebben ze geadopteerd toen ze 8 dagen oud waren en het stond niet nauwkeurig in het rapport. Ze lijken wel heel veel op elkaar, maar zijn echt compleet anders qua karakter. En die karakters kunnen soms enorm botsen, ze hebben vaak ruzie. Maar ik kan als ouder ook op een tweekoppig front stuiten, wanneer ik met een van de twee ruzie heb.’
Ruzieën over het weer was nog nooit zo schattig. Zo bewijzen deze kids>
5. Competitie is aan de orde van de dag
De reden dat de twins de helft van de tijd flink bonje hebben. Want aangezien eerlijk delen dus echt niet altijd de beste optie is (punt 1), krijg je automatisch ook dat de een zich achtergesteld voelt. ‘Jep. De. Hele. Dag. Kan de ene een salto op de trampoline? Dan zal die andere net zolang oefenen tot het hem ook lukt. Kan de ene al fietsen? Nog dezelfde dag lukt het die andere ook. Laten we het er maar op houden dat ze in ieder geval doorzettingsvermogen van elkaar krijgen.’
6. De twins door elkaar halen is onvermijdelijk
De bekende wisseltruc blijft natuurlijk lachen, gieren, brullen. Of het gebeurt per ongeluk, oeps. ‘Toen we ze net op gingen halen in Amerika dacht ik: oké en hoe gaan we ze nu in godsnaam uit elkaar houden? Gelukkig had Dean een innieminnie moedervlekje onder zijn kin, dus als we echt twijfelden keken we daar naar. Inmiddels haal ik ze zelden door elkaar en herken ze aan hun stemmen, oogopslag en gedrag. Mijn man heeft ze wel een keer ‘s nachts in het verkeerde bed terug gelegd. Toen ik ze vervolgens in de ochtend wakker maakte, dacht ik: hè, wat klopt hier nou toch niet?’
7. ‘Zwaar’ is een understatement (help!)
Je bent nog nooit zo efficiënt geweest en multi-tasking is your middle name. ‘Zwaar is een understatement. En alle tweeling-mama’s zullen het met me eens zijn: NEE HET IS NIET HETZELFDE ALS 2 KLEINE KINDEREN MET EEN KLEIN LEEFTIJDSVERSCHIL. De tweeling dimensie is toch echt van een andere orde. Mijn redding is de eerste jaren ab-so-luut een super strak ritme geweest. Alles op exact dezelfde tijden, van slapen tot eten. HEILIG was dat ritme. En de enige manier om ook nog iets van tijd voor jezelf te hebben om even bij te komen. Het gaat inmiddels overigens echt een heel stuk makkelijker nu ze 4,5 jaar zijn.’
‘Kortom, kersverse tweeling mama’s: alles is een fase, het komt goed. Oh en: zonder hulp ben je verloren! Vraag om hulp. Je moét er af en toe even tussenuit. Dat is geen luxe, dat is van levensbelang.’
Praat mee over het onderwerp tweelingen op onze Facebook! >
Lees ook: je kinderen opvoeden volgens methodiek van honden fluisteraar Cesar blijkt zo gek nog niet>