Meesters en juffen weten raad: 7x opvoedtips van basisschoolleraren
De opvoeding van je kids gaat niet over rozen. Dat hoeven we jou waarschijnlijk niet meer te vertellen. Nu bestaan er honderden websites en boeken die je een handje op weg kunnen helpen bij deze taak als opvoeder, maar ook vanuit een andere hoek kun je advies ontvangen. Wat dat je bijvoorbeeld van advies door basisschoolleraren? Straight from het klaslokaal: de beste opvoedtips.
Vijf leraren geven tips en adviezen, en deze vonden wij de moeite waard.
Tips van leraren
Volgens deze leerkrachten is het heel simpel. Je kind voelt zich veilig bij jou en zal daarom z’n grenzen testen. Op school weet hij echter dat er meer van hem verwacht wordt, dus zal hij zich onafhankelijker opstellen.
1. Laat je kind meer zelf doen
Het gaat allemaal nét iets sneller wanneer wij het zelf doen. Het strikken van die veters, zoeken van die knuffel, het opruimen van het speelgoed; deze taken voeren wij nu eenmaal sneller en gemakkelijker zelf uit. Toch is het volgens een aantal basisschoolleraren beter om je kind deze dingen zelf te laten doen. Duurt een tikkeltje langer, maar je kind zal er uiteindelijk zelfstandiger door worden.
2. Verbeter niet alles
Over taken gesproken: het is belangrijk dat je je kind niet continu verbetert. Hebben zij hun bed opgemaakt, maar ligt het dekbed nog schots en scheef? Laat het vooral zo liggen. Het is namelijk mega ontmoedigend voor je kind als je het meteen verbeterd. Ook zullen je kids misschien de afwas niet perfect doen, maar het advies van leraren is om het niet over te doen.
3. Laat ze problemen oplossen
Kunnen ze niet bij dat boekje op de bovenste plank? Kijk even toe en help ze niet. Ze komen vast tot een creatieve oplossing of zullen zelf een krukje erbij pakken. Natuurlijk plaatsen ook deze leraren er een kanttekening bij: zorg natuurlijk wel dat het een veilige situatie is.
4. Routine is key
Routine, routine, routine: leraren kunnen het niet vaak genoeg benadrukken. Op school voeren kinderen vaak hun taken zonder protesteren uit. Dat komt volgens leraren omdat kids binnen de muren van het klaslokaal precies weten wat er van hen verwacht wordt. Het advies is dan ook om thuis een strakke routine in te plannen.
5. Vermijd ‘als/dan’
We doen het waarschijnlijk allemaal: “Als jij nu je speelgoed opruimt, dan gaan we naar het park.” Volgens leraren zullen je kinderen hier op de lange termijn niet gemotiveerd door raken. Je kunt beter zeggen: “Wanneer jij je speelgoed hebt opgeruimd hebben we tijd om naar het park te gaan.”
6. Laat ze zelf spelen
Alle leraren waren het unaniem eens over dit advies. Volgens hen is het niet onze taak om kinderen 24/7 te vermaken: “We zien een enorm verschil met leerlingen van tien jaar geleden. Laat je kind zich maar eens vervelen, ze verzinnen vanzelf wel iets creatiefs”, laat een leraar weten aan Parents.
7. Spreek je kind meteen aan
Wanneer je kind iets uitvoert wat niet mag, is het belangrijk om hem meteen aan te spreken. Vaak zeggen ouders “wacht maar tot we thuis zijn”, omdat ze willen vermijden om hun kinderen in het openbaar een standje te geven. Begrijpelijk, maar niet heel effectief. Je kinderen zullen het incident namelijk snel vergeten en dan heeft het aanspreken later geen zin meer.