Sherita Jager
Sherita Jager Mind 25 aug 2019
Leestijd: 4 minuten

6 Montessori-vragen om jezelf te stellen als kinderen ongewenst gedrag vertonen

Een opkomende driftbui of een kind dat niet wil luisteren? Dit zijn 6 Montessori-vragen die je jezelf als gastouder of leerkracht kunt stellen om de situatie te veranderen. 

Elk kind heeft soms last van driftbuien, onrust of irritaties. Net als volwassenen eigenlijk. En elke opvoedstijl gaat daar anders mee om. Sommige ouders straffen, anderen negeren en weer anderen pleasen.

Het Montessori-principe heeft weer een heel andere kijk op hoe om te gaan met ongewenst gedrag van kinderen. In gevallen van ‘slecht gedrag’ neem je een moment om naar het kind te kijken en na te denken over de bron van het gedrag. Dit zijn zes vragen die je als gastouder of leerkracht aan jezelf kunt stellen wanneer een kind ongewenst gedrag vertoont.

1. Zijn de basisbehoeftes vervuld?


Dit is een heel belangrijke vraag die je altijd als eerst aan jezelf moet stellen. Heeft het kind honger? Is het moe? Heeft het kind een volle blaas? Als jonge kinderen zich niet fijn voelen, is het soms lastig voor ze om bij hun gevoel te komen. Als het gedrag gekoppeld is aan een fysieke behoefte kan het redelijk makkelijk opgelost worden en soms zelfs voorkomen worden. Als vervelend gedrag gebeurt vlak voor de lunch kan het honger zijn, en als het aan het einde van de dag gebeurt kan het zijn dat het kind erg moe is.

2. 

Waarom stoort dit mij?


Waarom is dit gedrag vervelend voor jou? Deze vraag stopt het gedrag misschien niet meteen maar het geeft je ieder geval meer geduld. Naar jezelf kijken kan moeilijk zijn maar het helpt je om erachter te komen of het gedrag echt storend is, of dat het je op een bepaald punt raakt en je daardoor wordt getriggerd. Als wij moeite hebben met het opkomen voor onszelf kan het moeilijk zijn om een stap terug te doen en een kind zelf de leiding te laten nemen in sociale situaties. En als een kind geen dutje wil doen, kan het als storend worden ervaren omdat je zelf had gerekend op me-time.

3. Wat probeert het kind hiermee te bereiken?


Hoewel het gooien van iets als ongewenst kan worden bestempeld, is het misschien wel een experiment. Want wat voor geluid maakt het als het op de grond valt? Of wil het kind misschien aandacht en kreeg hij of zij dat niet? Een gevolg hiervan is vaak dat kinderen het op een extremere manier gaan opzoeken. Is een kind agressief naar een ander kind toe? Misschien kunnen ze een probleem verbaal nog niet oplossen, of wil het kind spelen maar weten het niet hoe hij of zij het moet vragen.



Soms lijkt het alsof een kind ‘stout’ is, maar het Montessori principe gelooft dat kinderen van nature geen slecht gedrag vertonen. Probeer een oplossing voor het gevonden probleem te vinden. Als je de reden achter het gedrag nog niet hebt gevonden, kan het helpen om tegen jezelf te zeggen dat er een reden achter het storende gedrag zit ook al weet je nog niet wat de reden is. Dit kan voor meer empathie en geduld zorgen.

4. Hoe kan ik de indeling van de kamer aanpassen om het gedrag te veranderen?


Een bekende zin uit het Montessori erfgoed is ‘je kunt het kind niet veranderen, maar je kunt de omgeving wel veranderen’. Een belangrijke verantwoordelijkheid van een verzorger of leraar, is het creëren van een omgeving die mooi, rustgevend en bevorderlijk voor de concentratie is.

De omgeving is daarom niet altijd hetzelfde, het moet kunnen veranderen om aan de behoeften van elk kind te kunnen voldoen. 

Leidt een hoek van de ruimte tot stoeigedrag of hard rennen? Probeer de ruimte anders in te delen als dit gedrag als storend wordt ervaren. Komt er altijd zand mee naar binnen na het buitenspelen? Kijk of de schoenen op een andere plek uitgetrokken kunnen worden.

5. Is dit gedrag te voorkomen?


Voorkomen is beter dan genezen. Observeer het kind en zie of er een vast moment is waarop hij of zij bepaald gedrag vertoont. Slaat het ene kind het andere? Observeer dan vanaf het begin om te zien wanneer de spanning begint. Wil het kind voor het dutje niet eten? Probeer het eten dan eerder aan te bieden. Het kost wat tijd en de nodige observatie, maar het kan bepaald gedrag voorkomen en dat kan de rest van de dag een stuk relaxter maken.

6. Hoe kan ik de relatie met het kind verbeteren?


Een kind luistert niet naar je omdat je hard schreeuwt of iets blijft herhalen. Een kind luistert omdat het zich verbonden met je voelt. Een kind dat storend gedrag vertoont heeft je vaak meer dan ooit nodig. Vind tijd om de relatie te verbeteren via quality time, knuffels, en laat zien dat je het kind echt ziet.

Tijdens deze kwaliteitsmomenten met het kind zie je vaak sneller wat er aan de hand is. Het is soms makkelijker om je terug te trekken, maar uiteindelijk is dat niet wat het probleem zal oplossen.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Iedere zaterdag het beste van Famme in je mailbox

Een goed begin van je weekend met de mooiste verhalen van Famme