Redactie
Redactie Persoonlijk 28 mrt 2017
Leestijd: 8 minuten

Stephan: ‘Het was gezellig, geen liefde, ‘gewoon’ een one night stand

Vanaf vandaag vind je hier elke maandagavond de splinternieuwe column van Stephan Evenblij (35). Acteur en bekend van films en series als Dik Trom en Goeie Tijden. Zijn leven neemt per ongeluk een compleet verrassende wending met een wel zeer gelukkige afloop. Hoe? Dat lees je hier elke week. Stephan stelt zich voor.

Per (on)geluk!

Hallo! Ik ben Stephan Evenblij, 35. Een echte Hagenees die in Voorburg woont en in Leidschendam geboren is. Acteur, regisseur, kunstschilder, muzikant en theatermaker. Maar vooral papa. Voor een vrouw is het moeilijk voor te stellen, maar ik ben onverwacht en ongevraagd ouder geworden van Saartje (3,5), die mijn leven compleet zou veranderen. En ik had geen idee dat het mij het grootste geluk ooit zou brengen.

[aanjager field=”like”]

Ruim 4 jaar geleden ontmoette ik een vrouw. We spraken een keer af en hadden een gezellige avond. Geen alledaagse daad, geen misdaad en ook geen straf. Het was gezellig! Maar geen romance, zelfs geen scharrel. Geen liefde en ook geen meerdaags avontuur. Het was ‘gewoon’ een one night stand, no strings attached. Zij was getrouwd geweest en uit elkaar. En ik verliefd op een andere vrouw, die had gekozen voor een ander. Die dingen gebeuren. We namen vriendelijk afscheid, om elkaar vervolgens nooit meer te zien en het was ok.

Ruim 10 maanden later kreeg ik ineens een berichtje van haar op Facebook.
‘Hey! Alles goed?’
Ik antwoordde: ‘Ja, prima, met jou?’
‘Ja, goed hoor! Ik heb net een dochter gekregen!’
‘Joh! Wat leuk voor je! Is ze niet van mij, haha!’
‘……’
‘Hallo, ben je er nog?’ ‘Ha ha??’
Een doodse stilte.
Een schok ging door me heen en het enige dat ik kon bedenken was dat ik op haar profiel misschien een foto kon vinden van haar baby. Die foto vond ik. Een meisje. Sarai stond erbij. Mijn enige gedachte was: ‘Dit is mijn kind.’ Ik staarde voor mij uit.
Een nieuw bericht. Ze antwoordde: ‘Ik weet het niet.’

Van alles schoot er door me heen! Onmacht! Vreugde! Woede! Ik was compleet van de kaart en had duizend vragen! Hoe dan? En waarom heeft ze niks gezegd! Ik klik Facebook weg. Wat is er gebeurd? Oh ja. We deden het veilig? Toch? Wanneer was dat ook al weer? Hoe heette ze ook al weer? Maar, mijn leven! Wat moet ik tegen mijn moeder zeggen? Wat als dit uitkomt, in de publiciteit? Maar, heb ik dan een kind? Telt het dan ook? Als ik er niks van wist, als ik er niet bij was en haar niet geboren heb zien worden? Een meisje. Maar dan heb ik dus een dochter. En ze heeft een naam. Sarai. Wat een stomme naam, zo zou ik mijn kind toch nooit noemen? Wat gebeurt er? Moet ik nu naar de politie? Moet ik nu betalen? Kan ik haar zien? Is ze lief? Hoe gaat het met haar? Lijkt ze nou echt op mij? Ja, dat mondje, dat neusje. Ja, die twee streepjes onder haar lip en waar haar kin begint, dat heb ik ook! Wat is ze mooi!

Ik word gek!

Ben ik nu een vader? Hoe moet dat? Wat moet ik doen? Wil ik dit? Ik sta er alleen voor. Maar ik moet er nu toch zijn voor haar? Ik moet haar toch vasthouden? Een poepluier, nee toch? Wie is die moeder eigenlijk? Of ook al weer? Nee, dit is niet echt. Ik verbeeld het me maar. Ze lijkt helemaal niet op mij. Godverdomme, iemand probeert me ergens in te luizen! Ik word gek! Maar als ze dan 12 is, wil ze toch weten wie ik ben? Daar heeft ze recht op. En ik trouwens ook! Sarai, wat een vreselijke naam! Nee, dat kan niet mijn kind zijn. Dan had ik het wel geweten, wel gevoeld. Mijn leven is voorbij. Ik kan niet eens voor mezelf zorgen. Ik wil niks met die moeder te maken hebben! Ze is nog online, ik moet nog wat zeggen. Ik heb haar telefoonnummer niet eens! Waar woont ze? Waar woont mijn dochter? Is ze gezond?

Maar niets van dit alles vroeg ik.

Ik haalde een keer diep adem en zei: ‘Nou, dan moeten we maar een DNA-test doen ofzo?’ We hadden een kort gesprek over hoe we dat gingen aanpakken. Ze vertelde me dat ze zelf ook nogal in de war was. Ze was na onze ontmoeting min of meer terug gegaan naar haar ex. Ze ging er eigenlijk maar van uit, of hoopte, dat ze zwanger was van hem. Ze hadden immers al 2 kindjes samen. Maar ze ging twijfelen, toen Saar geboren was. Saar was heel klein, toen ze geboren werd. Kleiner dan zou moeten. Ze had veel haar en was anders dan haar oudere zusjes. Haar ‘vader’ gaf haar aan bij de gemeente. Hij gaf haar een naam. En hij was haar eerste vader.

Achteraf kon ik me de twijfel van de moeder van Saar heel goed voorstellen. Al heb ik haar uiteraard vervloekt en ik kon haar wel wat! Maar ieder verhaal heeft twee kanten.

Ik stelde me haar situatie voor, hoe pak je zoiets aan? Hoe vertel je iemand dat je kind niet van jou is, maar van iemand anders? Hoe leg je uit dat je met iemand naar bed bent geweest, toen je uit elkaar was. Dat het niets voorstelde en je niet verwacht had, dat je na één keer zwanger wordt. Hoe leg je uit aan iemand met wie je getrouwd bent, maar het eigenlijk helemaal niet meer gaat en je er niets aan kan doen. Maar wacht even. En ik dan? Hoe leg ik mijn moeder uit, dat ik ‘misschien een kind heb..?’ Kan ik ooit nog een gezin van mezelf krijgen? Kan ik dat nog meemaken? Wat is er me ontnomen, of wat is er in m’n schoot geworpen?

Een periode van ongeloof, verwarring en onzekerheid volgde. Ik sprak af met Saartje en haar moeder. We zouden zelf de DNA-test doen. Zonder gedoe en officiële instanties. Als wij het maar wisten. Dan zou ik daarna wel zien. Ik woonde in een raar soort pakhuis, helemaal niet ingericht op een kind. In een groot atelier en een dag na een feestje, ontving ik moeder en dochter tussen de lege glazen en asbakken. Ik nam de maxi-cosi aan en gaf moeder een hand. ‘Hi! Drie zoenen dan maar?’

Ik zette de maxi-cosi op tafel en keek naar misschien wel mijn dochter. Voor de eerste keer. Ik pakte haar handje en dacht: ‘Hi Saar. Misschien ben ik jouw papa en hou ik nu al heel veel van jou. Misschien ook niet en dan was ’t leuk om je te ontmoeten.’ Ik nam het wattenstaafje en nam speeksel af van haar zoete wangetje en van mijzelf. ‘Dag Saar! Misschien tot ziens!’

Drie weken later zat ik in een live radiouitzending en moest tot twaalf uur presenteren. Om half twaalf keek ik voor de honderdste keer op m’n telefoon of ik al een email had van de instantie. Daar stond het ineens: een nieuw bericht, ik keek mijn collega aan. Ze knikte en ik sprong op, rende de studio uit naar m’n fiets en ineens zat ik midden in een weiland in het gras.
Ik opende de email. In dikke letters stond er:

Stephan Evenblij could not be excluded as the biological father of Sarai.

Could not?
Wat staat er nou?
Ik belde de instantie meteen op en ze legde me formeel uit dat dit inhield dat het geteste DNA overeenkwam.
‘Ja, maar ben ik dan dus de vader?’
‘Ja, als u de test heeft afgenomen wel.’
Ik keek naar de lucht. En op dat moment was ik vader. Ik heb een kindje. Maar ik stond daar alleen. In een weiland. Met een fiets. Geen kindje. Niemand. De meest bizarre ervaring van mijn leven.

Nog diezelfde dag spraken we af dat Saar bij mij zou komen. Dat ik haar bij me zou hebben. Binnen 2,5 uur regelde ik een bedje, een flesje, luiers, kleertjes en belde al mijn vrienden en familie. Mijn moeder had al rompertjes gekocht, voor ’t geval dat. Iedereen was er voor mij en ‘mijn Saar’. Ik besloot die nacht alleen met haar te willen zijn en heb alleen maar naar haar gekeken. Alles ging vanzelf. De melk op temperatuur, haar luier op de goeie plek. ‘Saartje, ik ben jouw papa. En ik hou het allermeeste van jou’. En vanaf dat moment was het ook echt zo.

Ik was, ik ben, per (on) geluk de gelukkigste vader van de hele wereld.

Stephan Evenblij
geb: 06-07-1981, te Leidschendam

Saartje Evenblij
geb: 14-06-2013, te Ede

Ps. Wil je Stephan’s columns niet missen, like Famme hieronder op Facebook en je leest op maandag als eerste zijn nieuwe column.

[aanjager field=”like”]

Foto’s: Hilbert Krane en privé bezit

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Iedere zaterdag het beste van Famme in je mailbox

Een goed begin van je weekend met de mooiste verhalen van Famme