Dit is de moeilijkste leeftijd volgens een peiling onder ouders
Elke fase van het ouderschap heeft zijn uitdagingen, maar een peiling onthult op welke leeftijd de meeste ouders het meest moeite hebben.
Denk je dat je je handen vol hebt aan de peuterpubertijd? Of haalt een 4-jarige het bloed onder je nagels vandaan?
Ouders van een 8-jarige
Volgens een enquête uitgevoerd door OnePoll en gesponsord door Mixbook, denkt de meerderheid van de ouders dat de leeftijden 2, 3 en 4 een eitje zijn in vergelijking met de leeftijd 8.
Het is eigenlijk wel logisch dat 8 een lastige leeftijd kan zijn: kinderen van acht zijn namelijk officieel ‘grote kinderen’. Acht is een eigen persoonlijkheid en autonomie. Acht is het lichaam dat zich voorbereidt op de puberteit en de hormonen die daarbij horen.
Is 8 jaar de nieuwe leeftijd van de prepuberteit?
Sterker nog, leeftijd 8 is zo lastig dat de meerderheid van de 2.000 ouders die reageerden op de enquête het ermee eens was dat dit het moeilijkste jaar was. De leeftijd zes verliep beter dan verwacht en de leeftijd 7 veroorzaakte de meest intense woedeaanvallen. Volgens de ouders leken de woedeaanvallen rond de leeftijd van acht intenser te worden.
Deze bevindingen zin misschien verrassend als je nog nooit een 8-jarige hebt gehad, maar er genoeg zijn redenen waarom het achtste levensjaar van een kind vanuit het perspectief van de ouders bijzonder uitdagend kan zijn.
Er wordt met ogen gerold
Achtjarigen kunnen koppig zijn, deuren dichtslaan en met hun ogen rollen. Ook doen ze alsof het uitvoeren van hun taken een marteling is en hun ouders volledig negeren is een kenmerk van een 8-jarige.
Acht kan geduld en hoofdpijn op de proef stellen, maar na een bijzonder zware dag of een enorme uitbarsting willen ze nog steeds gewoon een knuffel. Het is moeilijk om een 8-jarige op te voeden, maar het is ook moeilijk om een 8-jarige te zijn.
Hoe kun je omgaat met de stemmingswisselingen van een 8-jarige
Als je een 8-jarige hebt en je herkent dit gedrag, dan kun je hier op de volgende manier mee omgaan.
1. Herken triggers
Probeer de triggers voor de stemmingswisselingen van je kind te herkennen. Misschien zijn het vermoeidheid, honger, stress op school of conflicten met vrienden. Als je weet wat de triggers zijn, kun je ze misschien voorkomen.
2. Wees een rolmodel
Kinderen leren vaak door het gedrag van hun ouders te imiteren. Laat zien hoe je zelf met emoties omgaat door zelfbeheersing en positieve communicatie te tonen. Als je een fout maakt, excuseer jezelf en leg uit hoe je het anders had kunnen aanpakken.
3. Communicatie
Het is belangrijk om open communicatie met je kind te behouden. Luister aandachtig naar wat ze te zeggen hebben en toon begrip voor hun gevoelens. Als je kind boos is, probeer dan te begrijpen wat de trigger was en benoem hun gevoelens. Zeg iets als: “Ik zie dat je boos bent omdat…”
4. Kalmerende technieken
Leer je kind verschillende kalmerende technieken aan. Dit kan onder andere diepe ademhaling, tellen tot tien of het knijpen van een stressbal zijn. Oefen deze technieken samen, zodat je kind ze kan toepassen.
5. Stel grenzen en consequenties
Het is belangrijk om duidelijke grenzen te stellen voor gedrag, maar ook om passende consequenties vast te stellen voor woedeaanvallen. Bespreek dit op een rustig moment, zodat je kind begrijpt welke gedragingen acceptabel zijn en wat de gevolgen zijn als ze die grenzen overschrijden.