19 x de grootste misvattingen over anorexia
Eerder publiceerde Famme een lijstje met misvattingen over depressie. Dat was voor Famme-lezeres Sanne reden ons haar verhaal over haar leven met anorexia te sturen.
Jarenlang heb ik gestreden tegen anorexia. Ook al zie ik er inmiddels veel gezonder uit dan een paar jaar geleden en voel ik me ook zo: mijn strijd is nog niet voorbij. Ik heb de afgelopen jaren zo veel gekke vragen, kwetsende opmerkingen, lief bedoelde maar niet-begrijpende vragen op me afgevuurd gekregen, dat ik heel graag een keer een aantal fikse misvattingen over anorexia recht zou willen zetten. Het zou geweldig zijn als dat via Famme mag. Liefs, Sanne.
Misvattingen over anorexia
1. We vinden onszelf niet per se te dik
Laat me dat anders zeggen: dat vinden we vaak wel. Maar dat is niet de kern van ons probleem. Als we niet goed in ons vel zitten, vinden we onszelf vaak niet dun genoeg. Te dik, zo je wil. Maar een eetstoornis als anorexia begint in de meeste gevallen niet per se omdat de persoon in kwestie zichzelf te dik vindt, maar omdat ze ergens anders ongelukkig over is en dat projecteert op haar gewicht. Waarover later meer.
2. Anorexia is slechts één van de eetstoornissen, en ze zijn niet allemaal hetzelfde
Anorexia nervosa, boulimia nervosa (purgerende en niet-purgerende type), binge eating disorder (BED), athletica anorexia, orthorexia nervosa. Alle soorten komen met een min-of-meer zelfde problematiek, maar met verschillende symptomen en behandeling.
3. De kern van het probleem is vaak niet wat het lijkt
Het feit dat onze onvrede projecteren op ons gewicht is in veel gevallen een uitvloeisel van het gegeven dat we het gevoel hebben geen grip te hebben op bepaalde zaken. Een relatie die niet goed zit, moeite om aansluiting te vinden bij mensen om ons heen, niet goed presteren op school, de puberteit die ons overweldigt, een moeizame relatie met ouder(s), een gebeurtenis uit het verleden, etc.
4. Anorexia als verwerkingsmechanisme
Ik realiseer me dat ik voor deze uitleg wel 12 afzonderlijke punten zou kunnen gebruiken, maar het komt er dus op neer dat voor mensen als ik niet eten en obsessief bezig zijn met m’n gewicht een manier is om met vervelende dingen om te gaan. Als je daar maar genoeg mee bezig bent, hoef je je niet te focussen op dat lage zelfbeeld, die manipulatieve vader of die nare, onverwerkte gebeurtenis uit het verleden.
Lees ook: Feiten en fabels over anorexia
5. Ondergewicht is niet per se het probleem
Ondergewicht is dus niet dé oorzaak, maar een symptoom – en tegelijkertijd het gevolg van het eetprobleem. Snap je het nog? Dat is waarom een patiënt die weer op gewicht is, niet automatisch ook hersteld is (hier kom ik later op terug).
6. Controle is het toverwoord (ja, echt)
Omdat de kern van het probleem ligt bij het gevoel te hebben dat dingen niet gaan zoals je wilt, probeer je andere dingen naar je hand te zetten. Iets waar je wél controle op kunt uitoefenen. Hoe je eruit ziet, je gewicht. En na verloop van tijd wordt die controle daarover niet langer een projectie, maar de kern van het probleem; een geheel eigen probleem.
7. Speelt gewicht helemaal geen rol in de totstandkoming?
Vaak wel. Maar dat gaat vaak niet zozeer om het gewicht, maar meer om de onzekerheid die er bij deze meisjes vaak van nature al enigszins in zit.
8. Is aankomen echt zo eng?
Zo gek en misschien belachelijk als het ook mag klinken voor mensen die nooit met anorexia te maken gehad hebben: ja, dat is het echt. Aankomen is het allerengste dat er is. En dat gaat zo ver als de getallen achter de komma. Aankomen = controle verliezen = eng.
9. Het geestelijke aspect van de eetstoornis zit ook al in de naam
Anorexia en anorexie zijn twee verschillende dingen. Anorexie is verlies van eetlust door de ziekte (als symptoom). Anorexia is het verlies van eetlust door emotionele oorzaken.
10. Vinden we dikkere mensen per definitie lelijk?
Helemaal niet. Grappig genoeg vind ik mensen die ‘voller’ zijn vaak erg mooi. Probleem is alleen dat we de woorden ‘mooi’ en ‘voller’ moeilijk in relatie kunnen zien als het op onszelf aankomt.
11. Anorexia komt typisch voor bij onzekere meisjes uit gebroken gezinnen in hun puberteit die weinig aandacht van jongens en/of hun ouders krijgen en moeilijk aansluiting vinden bij leeftijdsgenoten en/of ‘de populaire kinderen’?
Anorexia laat zich niet zo makkelijk vastomlijnen. De stoornis slaat toe bij ‘willekeurige’ meisjes, vrouwen, jongens ook (5%). Slachtoffers variëren in leeftijd – meestal tussen 15 en 30 jaar, maar soms (steeds meer) al voordat meisjes überhaupt weten hoe ze ‘puberteit’ spellen. Zowel bij vrijgezelle meisjes en zij die getrouwd zijn of in een relatie zitten, met een gelukkige jeugd en uit gebroken gezinnen, van elke sociale klasse en elke achtergrond.
12. Wat is dat toch met jullie perfectionisme?
Dat is misschien één van de weinige karaktereigenschappen die je bij nagenoeg elke anorexiapatiënt terugziet: we hebben allemaal perfectionistische trekken. In alles wat we doen willen we uitblinken (school, sport, voldoen als vriendin, dochter, zus), maar ook de drang om lijstjes bij te houden van dingen die we (moeten) doen is ons niet vreemd. Dat perfectionisme vertaalt zich tijdens de ziekte in een enorme gedrevenheid die nodig is om ‘een goede patiënt te zijn’ (vergeef me deze ongelukkige formulering).
13. Eet je dan helemaal nooit?
Natuurlijk wel, anders zou ik hier niet meer staan. Maar liefst zo weinig mogelijk, en niet al te vaak. Je leert te wennen aan het constante gevoel van honger, daar voel je je op een bepaalde manier ‘goed’ bij, en het gevoel went – waardoor je het niet altijd meer als een hongergevoel ervaart. Echter, ook wij bezwijken af en toe voor het ‘honger hebben’. Dan eten we. Te veel, naar onze zin. Met als gevolg dat er weer dagenlang een streng regime van niet-eten volgt.
14. Anorexia loopt automatisch over in boulimia
Sowieso gebeurt niets automatisch. Maar er is wel een patroon waarbij een anorexiapatiënt die door een niet te weerstane honger (veel) heeft gegeten, zal proberen om van het rotgevoel over het eten af te komen. Waaronder overgeven. En vanuit dat patroon vervallen sommige anorexiapatiënten inderdaad in de purgerende vorm van boulimia. Maar dat is iets dat kán gebeuren, niet iets wat per se altijd zo gaat.
15. Alle anorexiapatiënten tellen calorieën
Ook een van de meest voorkomende misvattingen over anorexia: niet waar. Veel wel, maar veel ook niet.
16. Anorexia begint altijd met een dieet (of is het gevolg daarvan)
Niet altijd. Deze misvatting hangt samen met de eerste; dat mensen denken dat een patiënt zichzelf per definitie te dik vindt. Er zijn zeker gevallen waarin het wél het geval is, maar het is zeker geen vaste regel.
17. ‘Oh echt? Maar je bent helemaal niet zo mager’
Veel mensen denken dat je een wandelend skelet moet zijn om anorexia te hebben. Dat klopt niet. Hoewel het bij boulimia vaker voorkomt (dat iemand er ogenschijnlijk ‘normaal’ uitziet qua gewicht), zijn er ook mensen met anorexia die niet uitgemergeld zijn. Hoe ernstig een eetprobleem is hangt in eerste instantie af van het probleem in je hoofd, daarna(ast) pas van je ondergewicht.
18. Je maakt jezelf en je lichaam kapot
Dit is geen misvatting, maar een gegeven. Door anorexia richt je veel schade aan je lichaam aan, vooral door ernstige tekorten aan vitaminen, mineralen en voedingsstoffen. Dan heb ik het nog even niet over uitblijvende menstruatie, slaapproblemen, concentratieproblemen, maag-darmproblemen, depressies en dwang- en angststoornissen. Het tekort aan kalium is slecht voor de nieren en lever en kan daarnaast leiden tot hartritmestoornissen of een hartstilstand. Dat je aan chronisch, langdurig ondergewicht kunt overlijden, klopt ook. Maar in veel gevallen is het uiteindelijk de psychische situatie die de patiënt opbreekt: zelfdoding gebeurt bij 15% van de 5-10% van de patiënten die uiteindelijk aan anorexia overlijden.
19. ‘Ah, wat fijn, je bent weer helemaal beter?’
I wish. Dat ben ik nooit helemaal. Cijfers vertellen dat 45% van de patiënten ‘volledig herstelt’; 30% dat gedeeltelijk doet en 25% nooit herstelt. Maar zelfs mensen die ‘volledig herstellen’ zullen altijd een enigszins aparte band met eten houden. Dat wil zeggen: vraag een volledig herstelde patiënt of ze ooit iets in hun mond stoppen zonder erbij na te denken, en dan ben ik benieuwd hoeveel van hen ‘altijd’ zeggen. Maar het gebeurt wel hoor, gelukkig maar!
Anorexia slaat steeds vaker toe bij jonge meisjes. Het is te kortzichtig om dit alleen maar te wijten aan dunne modellen in tijdschriften en op Instagram – iets wat ik hierboven hopelijk ook duidelijk heb kunnen maken. Wat helpt? Liefde, aandacht en een luisterend oor. En vooral: professionele hulp. Wil je advies of heb je hulp nodig? Raadpleeg dan instanties als Human Concern, Novarum of praat met je huisarts.
Lees ook het verhaal van Amalie, een Deense anorexiapatiënte die haar ziekte ‘inruilde’ voor een succesvol foodblog.
Noot redactie:
Bedankt Sanne voor het zo open delen van jouw ervaring en inzichten.