Stoppen met het middagslaapje? Zó weet je of je kind er klaar voor is
Alhoewel we veel houden van de middagslaapjes van onze kinders, duren die siësta’s natuurlijk niet voor altijd. Er komt een punt waarop je kind de dag prima doorkomt zonder slaapje(s) overdag. Geniet dus nog maar even extra van nap-time (aka tijd voor jezelf), want het kan zomaar ineens voorbij zijn.
Maar hoe weet je wanneer je kindje klaar is om overdag minder te slapen? Let goed op de volgende tekenen en bepaal aan de hand daarvan of het tijd is.
Tekenen dat je kind klaar is voor een leven zonder middagslaapje
Voor je begint met stoppen/minderen is het belangrijk om te weten of je kind écht klaar is voor de mijlpaal. Hij komt waarschijnlijk niet zelf naar je toe om te vertellen dat hij geen zin meer heeft in dat hele slaapgebeuren, dus let goed op de volgende tekenen.
1. Moe op zijn normale bedtijd
Wanneer een kind ‘s middags slaapt maar dit eigenlijk al niet meer nodig heeft, kan het moeilijk worden om op zijn normale bedtijd in slaap te vallen. Dat slaapje in de middag zorgt er simpelweg voor dat hij ‘s avonds nog veel te uitgerust is.
2. Tegenstribbelen
Hij wil niet slapen en stribbelt tegen. Op zich een logisch teken: wanneer hij uit bed blijft klimmen, non stop over het slapen zeurt en simpelweg niet in slaap valt, heeft hij misschien gewoon al genoeg gehad. Hij wil opblijven!
3. Stabiel humeur
Kinderen die klaar zijn om hun middagslaapje op te geven, hebben overdag over het algemeen een goed en stabiel humeur. Natuurlijk hebben ze hun ups en downs, maar het grootste gedeelte van de dag zijn ze vrolijk en hebben ze genoeg energie om tot van ‘s ochtends tot ‘s avonds wakker te zijn.
4. Goed slaapt ‘s nachts
Wanneer je kind zonder middagslaapje ‘s nachts goed slaapt en uit zichzelf in een goed humeur wakker wordt, kan ook dit beteken dat hij klaar is voor een slaapjes-vrij bestaan.
Op een rijtje per leeftijd: zoveel slaap heeft je kind nodig
Tekenen dat je kind er nog niet klaar voor is
Twijfel je nog over bovenstaande kenmerken? Dit zijn de kenmerken dat je beter nog even kunt wachten met het stoppen van het middagslaapje.
1. Valt makkelijk in slaap
Hij gaat nog steeds maar al te graag slapen en stribbelt totaal niet tegen wanneer je ‘m in bed legt. Of hij stribbelt wel tegen, maar wanneer je ‘m neerlegt en éven moeilijk laat doen, valt hij toch in slaap voor een uur of langer. Je kind heeft de rust echt nog nodig om de dag door te komen.
2. Niet te genieten
Hij wordt ‘s middags érg chagrijnig wanneer hij een slaapje heeft overgeslagen. Zegt genoeg.
3. Kort autoritje
Als hij tijdens een mini auto-ritje naar de supermarkt gelijk ligt te pitten, kan het zijn dat het overslaan van zijn middagslaapje toch geen goed idee was. Slaperig worden in de auto is over het algemeen heel normaal, maar als jullie aan het einde van de straat zijn en hij al in dromenland is, kan dit aan het gebrek aan slaapjes liggen.
4. Lichaamstaal
Hij vertelt je misschien niet dat hij moe is, maar je ziet het overduidelijk aan zijn lichaamstaal. Hij gaapt, wrijft in zijn ogen, is opmerkelijk stil, totaal niet actief of hij heeft een beetje een glazige blik in z’n ogen. Het is overduidelijk: hij heeft slaap nodig.
5. Hyper
Oververmoeide kinderen kunnen ook juist hyperactief worden, waardoor je misschien niet meteen herkent dat ze moe zijn. Houd ook dit in de gaten.
Zo maak je de overgang het makkelijkst
Ben je eruit en ga je ervoor? Dan is het vaak niet zomaar hap snap klaar met de slaap. Met deze tips laat je de overgang soepeltjes verlopen.
1. Slaaplogboek
Weet je nog niet zeker of je kind klaar is om zijn middagslaapjes te skippen? Houd een slaaplogboek bij waarin je kort opschrijft hoe lang en wanneer je kind heeft geslapen en hoe hij zich die dag heeft gedragen. Na een week of twee begin je waarschijnlijk een patroon te zien, waardoor het makkelijker wordt om de juiste beslissing te nemen.
2. Afwisselen
Het stoppen met middagslaapjes gebeurt niet van de ene op de andere dag. Er zal een soort overgangsperiode plaatsvinden, waarin het de ene dag goed gaat zonder slaapje en de andere dag nog wel degelijk nodig is. Vaak duurt zo’n periode een paar maanden tot een halfjaar. Als je merkt dat je kind zijn slaap nodig heeft, laat hem dan gewoon slapen.
3. Alternatieve rust
Vervang de slaapjes door een rustige activiteit in stilte. Je kind hoeft niet per se meer te slapen, maar heeft het soms wel nodig om even op te laden in een rustige ruimte. Begin met een kwartiertje stilte, voer deze tijd op naar 30 minuten en ga zo steeds iets verder. Zorg voor boekjes, speelgoed, een puzzel of knutselspulletjes en laat hem maar even zijn gang gaan.
4. Consistent
Probeer met deze stilte periodes net zo consistent te zijn als met de slaapjes. Probeer ze iedere dag op hetzelfde tijdstip en op dezelfde plek in te plannen. Je kind raakt er zo aan gewend en zal misschien zelfs uit gaan kijken naar zijn oplaad-tijd.
5. Eerder naar bed
Merk je dat je kind in de namiddag toch erg moe is tijdens de overgangsperiode? Probeer hem dan eerder naar bed te brengen. Zorg ervoor dat je ‘m er niet te vroeg inlegt, maar 20 minuutjes tot een uur eerder is geen probleem.
Meer lezen?
- The terrible two’s: zou houd je je peuter die maar niet wil gaan slapen in bed
- Dit is belangrijk om te doen als je kind ‘s avonds niet wil gaan slapen of zelfs hyperactief wordt in bed
- Je kind zichzelf in slaap laten huilen: ja of nee?