Lynn is extreem bang om een miskraam te krijgen: ‘Ik lag alleen maar op bed’
Lynn (35) is eindelijk zwanger. In plaats van vreugde, voelt de moeder in spé vooral heel veel angst. Ze is namelijk als de dood dat ze een miskraam zal krijgen.
“Ik google me suf, en durf bijna niet te bewegen.
Mijn zus had zes miskramen
Mijn zus heeft ondertussen zes miskramen gehad, en één stilgeboorte. Gelukkig heeft ze nu twee gezonde zonen van vijf en drie jaar. Hoewel ze heel blij is met de gezinsuitbreiding, heeft ze toch enorm veel verdriet gehad van haar vorige miskramen.
Niet alleen mijn zus was kapot van het verlies van haar kinderen, maar ook onze ouders en ik deelden dat verdriet destijds. We vonden het toentertijd verschrikkelijk voor haar. Het enige wat ik kon denken was dat ik hoopte dat het mij niet zou overkomen.
Mijn vriend en ik zijn de afgelopen twee jaar veel bezig geweest met onze kinderwens. We hadden het er veel over, en fantaseerden over een baby’tje. Uiteindelijk was het zo ver: we kregen een positieve zwangerschapstest. Omdat ik zo obsessief met de zwangerschap bezig was, was ik heel bewust van iedere ontwikkeling in mijn lichaam. Op het moment dat mijn borsten al een klein beetje zeer deden, stond ik in de Etos om een test te halen.
Ik controleerde mijn onderbroek op bloed
We waren er dus erg vroeg bij, en plande meteen een afspraak in bij de verloskundige. Die eerste weken waren zenuwslopend. Ik moest telkens aan de ervaringen van mijn zus denken, en was als de dood dat mij hetzelfde zou overkomen.
De eerste weken rende ik wel honderd keer per dag naar de wc om mijn onderbroek te checken, of er geen bloedvlek te zien was. Bij ieder klein krampje in mijn buik, zat ik op Google. Iedere dag zocht ik naar symptomen van een miskraam, en durfde bijna niets te eten.
Op de dag van de eerste echo werd ik gek van de zenuwen. Ik hield het niet meer, en moest voor de deur van de verloskundige overgeven, puur van de stress en zenuwen.
Ik was doodsbang om het kindje te verliezen
Anderhalf uur later stonden we opgelucht buiten; er was een hartje. Toch sloeg die opluchting al snel om in angst. Ik was namelijk doodsbang dat ik het kindje zou verliezen. Ik durfde niet te sporten, of strakke kleren te dragen. Ook ging ik niet meer naar de sportschool of yogales, en was heel voorzichtig met wat ik at.
Eigenlijk was ik altijd bang; als ik buikpijn had was ik bang dat ik een miskraam zou krijgen. Als ik géén buikpijn had, was ik bang dat het hartje niet meer zou kloppen. Ik belde wel tien keer per dag met mijn partner, omdat ik op het kunt stond om een paniek aanval te krijgen. Ook had ik iedere dag nachtmerries waarin ik droomde dat ik de baby verloor.
Op mijn dieptepunt durfde ik niet eens meer mijn bed uit. Rond mijn negende week durfde ik nauwelijks te bewegen. Ook douchen deed ik overdreven voorzichtig en ik vermeed de trappen; ik pakte liever de lift. Het was eigenlijk niet meer te doen.
Inmiddels ben ik veertien weken zwanger en voel me iets geruster. Ik ben nog steeds bang en voorzichtig, maar durf weer naar buiten en ga vaker wandelen. Stiekem denk ik dat de angst altijd aanwezig zal blijven; ook als het kindje eenmaal geboren is. Maar hopelijk vind ik een manier om er beter mee om te gaan.”