Van dwarsligging tot stuitligging: dit zijn de opties voor de bevalling per ligging van je baby
Wanneer je gaat bevallen is het erg belangrijk wat de ligging van de baby is. Dit is bepalend voor voor de manier waarop je kunt bevallen.
Zodra je uitgerekende datum nadert, voelt de verloskundige of gynaecoloog altijd even of je baby is ingedaald en met het hoofdje in je bekken ‘vast’ ligt. In het meest ideale geval ligt je mini dan in de achterhoofdsligging. Vaak is dat het geval, maar een klein percentage van de baby’s ligt anders. Ook tijdens de geboorte.
Opties voor afwijkende ligging baby bij bevalling
Als je baby niet in de achterhoofdsligging ligt, ligt hij of zij in een afwijkende ligging. Dit kan problemen opleveren bij een natuurlijke bevalling, maar het hoeft niet! We zetten alle liggingen én bijbehorende bevallingsopties voor je op een rij.
Achterhoofdsligging
Zowel voor jou als voor je baby is de achterhoofdsligging de meest ideale ligging van je kleintje tijdens de bevalling. De meeste baby’s gaan op deze manier liggen vanaf een week of 32 op deze manier: met het hoofdje in je bekken, het achterhoofdje richting je buik, kinnetje op z’n borst en het lijfje omhoog richting je borst.
Op deze manier past het hoofdje van je baby zich het makkelijkste aan je bekken aan en komt het smalste gedeelte van het hoofdje door je bekken. Je kunt dan op een natuurlijk manier bevallen in elke positie die je fijn vindt.
Stuitligging
Dit is precies het tegenovergestelde van de achterhoofdsligging. Als je baby in een stuit ligt, dan ligt hij met zijn billen naar beneden en hoofdje naar boven. Er zijn ook nog verschillende stuitliggingen waarvan de meest voorkomende de volkomen stuit (voetjes onderaan) en de onvolkomen stuit (billetjes onderaan, voeten omhoog).
Je hebt een kans van 3% tot 4% dat je baby in een stuitligging ligt rond de 36 weken zwangerschap, niets om je vooraf al druk om te maken dus. En als dit echt het geval is bij jou, dan heb je een aantal opties.
Samen met de verloskundige of gynaecoloog kun je kijken of de baby nog uitwendig gedraaid kan worden, dit heet een versie. Lukt de draai, dan kan je gerust vaginaal bevallen.
Lukt het niet, dan worden de opties met je besproken. Je kan vaginaal bevallen, maar vaak liever wel in het ziekenhuis, omdat het een gecompliceerdere bevalling wordt. En in sommige gevallen wordt een keizersnede aangeraden, maar dit hangt echt helemaal af van jouw persoonlijke situatie.
Hoofdje omlaag, maar gedraaid
Ligt je baby wel met zijn hoofdje omlaag, maar gedraaid? Dan zijn er verschillende liggingen te bepalen: aangezichtsligging (gezichtje naar de ‘uitgang’), voorhoofdsligging (voorhoofd richting ‘uitgang’) en de sterrenkijker: gezichtje naar jouw buik gedraaid.
Deze liggingen maken de bevalling gecompliceerder, maar natuurlijk bevallen kan in sommige gevallen nog wel. Dit hangt van jouw situatie af: is de baby klein of groot, ben je al eerder bevallen, is je bekken smal of juist niet en de duur van je zwangerschap.
Soms wordt van tevoren besloten tot een keizersnede. Vaak wordt deze afwijkende ligging pas ontdekt tijdens de bevalling en is heel soms uiteindelijk een spoedkeizersnede nodig.
Lees ook: Alles over verschillende soorten keizersnedes
Dwarsligging
In deze positie ligt je baby dwars in jouw baarmoeder, dus met het ruggetje naar beneden toe. Dit komt zelden voor gelukkig, want op de natuurlijke manier bevallen zal in dit geval niet lukken… Een uitwendige versie (draaien van de baby door de verloskundige of gynaecoloog) is nog een optie. Maar de kans is groot dat je via een keizersnede moet bevallen.
Lees ook:
- Vaginaal bevallen na een eerdere keizersnede, hoe gaat dat?
- Van natuurlijke bevalling tot keizersnede: 10 video’s die je ALLES laten zien
- Een bevalling bestaat uit vijf verschillende fases. Dit zijn ze!