Lieve Lies: ‘Zeg eens eerlijk, Lies. Sport jij?’
In veel opzichten lijken de levens van Lisa en Lise op elkaar. Niet alleen hun naam scheelt maar één letter, ook hun baby’s, Frits (van Lise, 10 maanden) en Solei (van Lisa, 9 maanden), schelen maar een paar weken. Bovendien zijn ze collega’s bij Famme én wonen ze op nog geen twintig kilometer van elkaar vandaan. Genoeg om over te praten dus. Daarom schrijven ze elkaar wekelijks een digitale brief, in de rubriek ‘Lieve Lies…’
Lieve Lies,
Zeg eens eerlijk, sport jij?
Ik niet. Maar ik zou er heel graag mee beginnen. Ik weet alleen niet hoe. Of beter gezegd: wanneer. Daar kan ik echt mijn hersenen over kraken. Telt dat toevallig ook als fysieke inspanning?
Lang geleden, voordat covid insloeg, sportte ik met gemak drie keer per week. Twee keer per week stond ik op het hockeyveld en daarnaast ging ik ook nog eens met een renclubje de paden op. Maar toen kwamen de lockdowns. Hockey stopte, de paden werden te druk, de motivatie verdween.
En ik werd zwanger. Dus toen het hockey weer begon, bleef ik het liefst ver weg van die harde ballen. En ook het rennen heb ik niet meer opgepakt. Inmiddels ben ik bevallen en vieren we binnenkort de eerste verjaardag van Frits. Ook niet onbelangrijk: de wereld is weer open!
Maar ik sport niet.
Hoe doen andere mensen dat, sporten met een dreumes in je leven? ‘s Ochtends vroeg – mijn favoriete sporttijdstip – ben ik nu druk met Frits. Die stuitert vanaf 6.15 uur uit zijn bedje. Daarna begint de werkdag. Na de werkdag is het Frits-tijd en wanneer de Kleine Baas dan eindelijk om 7 uur op bed ligt, moet ik nog opruimen, koken en bijkomen. Tegen de tijd dat ik klaar ben, is het half 9 en ben ik blij als ik even zit. Idealiter lig ik om half 10 in bed, lees ik nog een paar bladzijdes en val ik snel in slaap – ik hoor de wekker alweer bijna gaan.
Dus ik vraag je: wanneer kan ik sporten?
Liefs, Lies
Lieve Lies,
Met vragen over sporten moet je bij mij eigenlijk niet zijn. Opvoedvragen, prima, maar sporten? Nee, daar moet je andere moeders voor raadplegen ben ik bang.
Jarenlang heb ik ballet gedaan, toen ik vijf maanden zwanger was van mijn tweede stond ik zelfs nog op het podium. Maar precies zoals bij jou zorgde de combinatie van corona en zwangerschap ervoor dat ik stopte en nog steeds niet opnieuw ben begonnen.
Inmiddels doe ik wel weer één keer in de week aan yoga. Op zondagochtend. Mijn man gaat dan meestal eerst 1,5 uur wielrennen (hij is dus de sportieve van ons twee) en daarna ga ik naar mijn yogalesje. Dat vind ik heerlijk, omdat het ook even een momentje voor mezelf is. Maar om nou te zeggen dat ik bezweet thuis kom, lang niet altijd.
Sterker nog, de laatste keer vroeg de yogajuf: ‘Hoe is het met je buikspieren?’ Het was een subtiele hint naar de niet-existentiële spieren in mijn buikgebied. Ze beloofde me vervolgens om de volgende les wat minder leuke oefeningen voor mijn buikspieren toe te voegen. Daar bereid ik me dus maar alvast op voor.
Verder probeer ik dagelijks minimaal een half uur te wandelen en gaan we geregeld een stuk fietsen. Maar daar blijft het voorlopig wel bij. Bovendien, achter vier kinderen aan rennen de hele dag, dat is toch ook een soort sport?
Liefs, Lies