Lieve Lies: ‘Hoe zijn jouw nachten?’
In veel opzichten lijken de levens van Lisa en Lise op elkaar. Niet alleen hun naam scheelt maar één letter, ook hun baby’s, Frits (van Lise, 11 maanden) en Solei (van Lisa, 10 maanden), schelen maar een paar weken. Bovendien zijn ze collega’s bij Famme én wonen ze op nog geen twintig kilometer van elkaar vandaan. Genoeg om over te praten dus. Daarom schrijven ze elkaar wekelijks een digitale brief, in de rubriek ‘Lieve Lies…’
Lieve Lies,
Hoe zijn je nachten? Dat is misschien wel één van de meest gestelde vragen aan kersverse ouders. Wat een rotvraag. Alsof er nieuwe ouders zijn die wél goede nachten hebben. Toch?! Nou ja, misschien wel, maar ik niet. Hoewel, nu moet ik zeggen dat ik na drie pogingen, bij de vierde eindelijk een re-de-lijk goede slaper heb.
Dat wil zeggen, ze slaapt naast me in bed met af en toe een slokje borstvoeding, goed door. Ik vind het een modelkind…
Betekent echter niet dat ik nu geweldige nachten heb. Mijn peuter ligt namelijk aan mijn andere kant en die wordt sommige nachten om de paar uur wakker. Nou, niet echt wakker, ze pruttelt en huilt als ze mij niet naast zich voelt. Zodra ze zich weer aan me heeft vastgeklampt, slaapt ze weer verder. En ik ook.
En dan hebben we het nog niet gehad over het in slaap vallen. Ik ben namelijk die moeder die naast haar kind in bed ligt tot het slaapt. Gelukkig slaapt mijn peuter nu snel, maar in de tijd dat ze nog een middagdutje deed lag ik er soms wel anderhalf uur (!) naast.
Natuurlijk krijg ik nu alle kinderslaapcoaches en moeders die aan slaaptraining doen over me heen, want dit doe ik mezelf toch aan? Dat is misschien ook zo, toch wíl ik het niet anders doen.
Ondanks dat ik soms best baal als ik slechte nacht heb gehad, vind ik het óók heerlijk om samen te slapen. Het feit dat ze dichtbij zijn zorgt voor een veilig gevoel. Bij hen, maar óók bij mij.
En misschien vind ik het ook minder erg omdat ik besef dat dit weer over gaat. Mijn oudsten slapen namelijk allang in hun eigen bed én de hele nacht door. Ook fijn natuurlijk, maar soms denk ik wel met weemoed terug aan de tijd dat zij kleine peutertjes waren die tegen mij aangeplakt in bed lagen.
Dus zal ik niet zeuren als ik weer eens een woelige nacht heb en koester ik dit gewoon als extra quality time samen.
Nu mijn vraag: slaap jij wel?
Liefs,
Lies
Lieve Lies,
Oh jee, wat staan we hier toch ontzettend anders in. Ik zal je even meenemen naar het moment dat De Kinderwens een onderwerp werd bij ons thuis. Mijn vriend stelde toen al kritische vraagtekens bij het euvel ‘nachtrust’. Niet vanwege zijn eigen plekje in dromenland, maar vanwege mijn plekje. Ik functioneer namelijk niet zo goed zonder een goede nachtrust, het liefst lig ik er om half tien al in.
Dat ik niet goed ga op weinig nachtrust, is de afgelopen maanden gebleken. Ik heb mezelf mijn bed uit moeten slepen, ik piekerde me suf, kon niet goed relativeren… Het is een gevoelige, slopende periode geweest. Eerlijk, ik heb de afgelopen maanden meerdere keren geroepen dat de vermoeidheid – en de onzekerheden die daar blijkbaar hand in hand in mee gaan – een reden is om niet nog voor een tweede kindje te gaan. Ik heb zelfs gezocht naar een nacht nanny…
Het erge van dit alles is: Frits is helemaal geen moeilijke slaper. Hij is bij maand zeven naar zijn eigen bedje in zijn eigen kamertje gegaan en dat bevalt ons alledrie prima. We hebben ‘s avonds een vast ritueel en op een paar uitzonderingen daargelaten, lukt het aardig. Binnen een kwartier is ‘ie weg en dan slaapt hij door tot zes of zeven uur in de ochtend.
Nu moet ik wel zeggen: ik zou best met Frits willen slapen en tutten in bed. Maar hij laat het niet toe. Zodra we hem in bed nemen, is hij hyper, zo gezellig vindt hij het. We proberen het nog vaak, maar alleen in zijn eigen bedje vindt hij de rust. Misschien had ik er ook wel niet de rust voor en komt dat nog…
Welterusten voor straks, lieve Lies!
Lieve Lies: ‘Zeg eens eerlijk, wat vind jij nou echt van het consultatiebureau?’