Jungle juice
Met enige regelmaat denk ik terug aan de periode dat ik als Friezin in Utrecht woonde. De ‘grote stad’ waar ik regelmatig gekscherende opmerkingen naar mijn hoofd kreeg dat ik maar snel terug moest gaan naar de provincie of vragen kreeg als: ‘Mogen op Friese snelwegen trekkers rijden?’ (Nu valt er over het antwoord op die laatste vraag te twisten, want ik heb onlangs nog een hele stoet trekkers op de snelweg zien rijden, ook buiten Friesland!)
Eerlijk is eerlijk: ik kijk met een positief gevoel terug op mijn tijd in Utrecht en als ik er weer ben, vind ik het er heerlijk. Dan doe ik net of ik nooit ben weggeweest en leid ik anderen door de stad alsof zelfs ík bij kan houden hoeveel nieuwe hippe tentjes er open zijn gegaan, waar je de lekkerste saladebars kunt vinden en hoe de indeling van Hoog Catharijne er tegenwoordig uitziet. Maar ik zie op zulke momenten ook weer in waarom ik als Friezin misschien net iets te nuchter ben voor de randstad.
Om een paar voorbeelden te noemen: de bakfietsen volgeladen met kinderen. Dan zie ik die mama’s met hun nieuw aangeschafte Nike Airmax door de regen sjezen met gillende kleuters voorin. En dan denk ik bij mezelf: ga toch lekker een vrijstaand huis zoeken buiten de stad en gun jezelf wat meer rust en ruimte. Of het stereotype yup die zich op een zondag in een espressobar moét verschuilen, want anders doe je niet mee. Macbook opengeklapt, bril met montuurtje Mart Visser op en gaan met die banaan! Of gewoon dagdromen en naar buiten staren; dat laatste vooral. En als ik zulk soort taferelen aanschouw, bekruipt het gevoel me dat iedereen elkaar aan het nadoen is.
Nu zit dat laatste natuurlijk wel een beetje in de mens an sich. Ik betrapte mezelf destijds ook regelmatig met een ‘jungle juice’ in de Bagels & Beans en ik vond mijn Utrechtse neefjes toch wel erg schattig zo naast elkaar in de bakfiets. Maar ergens denk ik ook: doe maar gewoon normaal. Het hoeft niet altijd hip, ambitieus, uniek, vegan en progressief te zijn. Soms mogen we best eens even back to basics met zijn allen. En dan kan ik weer gieren om de rasechte Friezen om me heen. Direct, zonder poespas en puur. Nee, ik start geen charme offensief voor Friezen, want ieder zo zijn eigen. Ik kan simpelweg erg genieten van het contrast. Zou ik hier in een plaatselijk café een groen sapje willen bestellen, dan word ik linea recta doorverwezen naar het weiland om maar een bekertje kroost uit de sloot te scheppen. Hoezo ‘jungle juice’?!