Laurien: ‘Wil je een stapje opzij doen, je zit een beetje in m’n personal space’
Met drie kinderen is er altijd wel iets wat redacteur Laurien bezighoudt. Ze schrijft graag over van alles wat met (haar) kinderen en opvoeden te maken heeft. Een tip: lees het met een knipoog. Dit keer gaat haar column over het aanleren van grenzen aanvoelen en aangeven.
“Voorleven werkt een stuk beter dan alleen maar uitleg geven, zo is mijn ervaring. Zeggen dat je grenzen aan moet geven, of ook écht je grenzen aangeven, daar zit nogal wat verschil in. We leggen onze jongens dan ook regelmatig uit hoe iemand een grens kan aangeven en dat je daar niet overheen mag gaan. Alsnog merken we vaak genoeg dat de een toch over de grens van de ander gaat.
Grenzen aanvoelen en aangeven
Natuurlijk heeft zoiets tijd nodig en speelt leeftijd daarin ook een belangrijke rol. Op zo’n moment leggen we daarom uit hoe de grens aangevoeld of gezien had kunnen worden. Hoe het anders had gekund. Dat gaat al best goed, want regelmatig horen we tijdens een spel ‘Ik geef mijn grens nu aan’ of ‘Wil je even van me afblijven’. Zelfs onze dochter van twee horen we wel eens tegen haar broers roepen dat ze haar met rust moeten laten. Toch lijkt dit niet alleen te komen door de uitleg die we hierover geven.
Wil je even uit mijn personal space gaan?
Ook ik geef namelijk regelmatig mijn grens duidelijk aan bij de kinderen. Na een lange dag met de kinderen bijvoorbeeld en dan ook nog een nacht waarbij twee van de drie bij ons in bed liggen. Dan is mijn lontje erg kort. Op zo’n moment heb ik ruimte nodig en dat betekent ook dat ik liever even geen geplak van kinderen (of wie dan ook) aan mijn lijf wil. Vaak vraag ik ze dan om even uit mijn personal space te blijven. Door het op die manier te zeggen, vinden ze het nog grappig ook.
De oudste weet nu wat het betekent en de middelste tast nog een beetje af: ‘Dat is jouw eigen ruimte toch, mama?’ en ‘Mag ik je dan wel of niet aanraken?’ Doordat ik dit aangeef, weten ze precies waar de grens is van wat wel en niet kan op dat moment. Ik denk ook dat ze hierdoor leren dat iedereen, ook en zelfs mama, grenzen heeft én dat iedereen altijd (alhoewel, hier kom ik zo op terug) eigen grenzen mag aangeven. Op de een of andere manier luisteren ze hier ook heel goed naar en voelen ze best wel aan wanneer ze wel (weer) naar me toe kunnen komen. Fijn, die duidelijkheid voor iedereen.
Hallo, spiegel
Nu aan ons nog de taak om ze te leren wanneer iets wel en niet een grens is of kan zijn. De oudste roept namelijk wanneer hij naar bed moet dat ‘dit zijn grens is’ en hij niet naar bed gaat. Hallo, spiegel. Even bedenken hoe we hier weer het beste mee om kunnen gaan…”
Laurien: ‘Kunnen we die sinterklaasboeken niet gewoon verbannen of ben ik dan weer de loedermoeder?’