Redactie Kinderen 13 okt 2021, 16:09

Leestijd: 3 minuten

Waarom ‘ja’ zeggen de key kan zijn om je 2-jarige te disciplineren

Het is niet makkelijk om een 2-jarige te zijn. Alles willen aanraken, proeven en vasthouden – zelfs als het niet veilig is. De impulsieve aard van een tweejarige maakt het ook lastig om als ouders rustig te handelen. ‘Nee, niet doen!’, hoor je jezelf steeds zeggen.

Je kind heeft je nodig om zich voor te bereiden op het grote mensen leven, om duidelijke grenzen te stellen, geschikt gedrag te modelleren en om in te grijpen op manieren die hun onafhankelijkheid bevorderd. Zo doe je dat:

1. Zeg ‘ja’

Hoe vaak beperk je het gedrag van je kind omdat hij onredelijk is? Als je het niet zeker weet, pak dan een vel papier en turf wanneer het antwoord ‘nee’ is. Als de streepjes aan het einde van de dag overdreven veel lijken, kun je ook evalueren hoe vaak je eigenlijk ‘ja’ had kunnen zeggen. Vaak kun je best een positief alternatief bieden door je kind helemaal naar een andere, nieuwe activiteit te leiden.

Als je kind bijvoorbeeld een voorwerp pakt en op de vloer gooit, kun je ook kiezen voor een andere reactie dan ‘nee, niet doen!’. Door een ander voorwerp te pakken wat best op de grond mag, bijvoorbeeld. Je kunt ook best zeggen: ‘Dat is leuk, hè. Laten we iets zoeken wat niet breekbaar is.’ Door ‘ja’ te zeggen (op momenten waar dat mogelijk is), leren onze kinderen dat ze kunnen vertrouwen op dat we maatregelen nemen en grenzen stellen in hun belang.

https://www.famme.nl/montessori-methode-zelfbeheersing/

2. Bied beperkte keuzes

Je kind laten kiezen tussen twee aanvaardbare opties kan een goede techniek zijn. Wanneer je kind je een eenvoudige keuze geeft, zoals het kiezen tussen een rood of een blauw shirt, stel je hem in staat om zelf beslissingen te nemen.

Te veel vrijheid is natuurlijk ook niet goed, je kind kan zich daardoor namelijk gestrest en onzeker voelen. Als je kind een hele kast vol shirts krijgt om uit te kiezen, gooit hij het waarschijnlijk liever uit de kast om er vervolgens in te spelen, puur omdat je kind nog niet in staat is om zo’n ‘ingewikkelde’ keuze te verwerken. Het is ook goed om te laten zien dat jij uiteindelijk degene bent die de controle heeft. Dat helpt je kind weer om zich veilig en beschermd te voelen.

3. Wees consistent

Om te zorgen dat je kind sociale grenzen leert, is het zijn taak om je te pushen om te kijken of jij van gedachten gaat veranderen. Ze proberen je niet te manipuleren, ze proberen gewoon van alles uit te zoeken en te testen. Aan jou de taak om ervoor te zorgen dat wanneer een je een routine vaststelt, je er zoveel mogelijk aan vasthoudt.

Nee zeggen kan natuurlijk prima, maar dan is het ook zaak dat je je er aan houdt. Als jij bijvoorbeeld de regel hebt dat iedereen aan tafel blijft tot het eten op is, en je kind zijn eten ergens anders mee naartoe probeert te nemen, is het jouw taak om respectvol in te grijpen. Je kunt er voor kiezen om te vragen of je kind al klaar is met eten, of vragen of je even moet helpen met handen wassen. Als je kind van tafel gaat, betekent het dus dat hij klaar is met eten. Als hij vervolgens toch weer aan tafel wilt om nog wat te eten, moet je duidelijk maken dat de keuze is gemaakt.