Dit zegt het over je als je vaak het woord ‘ik’ of ‘mij’ gebruikt
We kennen allemaal wel iemand die alleen maar over zichzelf kan lullen. Iedere zin begint met ‘ik’ en als jij iets hebt meegemaakt heeft die persoon dat ook – maar dan natuurlijk véél erger/leuker/spannender. Doodvermoeiend.
Narcisme
Je zou denken dat die ikke-ikke-ikke-types narcisten pur sang zijn. Nieuw onderzoek van de universiteit van Arizona wijst echter iets anders uit. Vaak ‘ik’ zeggen is niet een indicatie van narcisme, maar wel van emotionele pijn.
Ter referentie: de gemiddelde persoon gebruikt dagelijks 16.000 woorden waarvan 1400 keer het woord ‘ik’ of ‘mijn’. De ongebreidelde ik-persoon gebruikt het woordje ‘ik’ echter maar liefst 2000 keer. Volgens de onderzoekers zijn die mensen sneller overstuur en ervaren ze spanning, angst en depressie.
Negatieve lading
Volgens onderzoeker Allison Tackman speelt de context een belangrijke rol. ‘Als je het hebt over iets wat belangrijk is voor jou, zoals bijvoorbeeld een recente relatiebreuk, heeft het woord ‘ik’ een negatieve lading. Maar als je communiceert in een niet-persoonlijke context, als je bijvoorbeeld een foto omschrijft, hangen er geen negatieve emoties aan het woord ‘ik’.’
Focus
Hoe kan het dan dat het woord ‘ik’ zo verbonden is aan negatieve gevoelens? Volgens Tackman komt het doordat deze mensen veel meer bezig zijn met negatieve ervaringen en hoe zij daardoor zijn geraakt. ‘Je bent dan zo op jezelf gefocust dat je niet alleen in je hoofd vanuit je ‘ik’ denkt, maar ook in gesprek met anderen. Die focus op jezelf vloeit voort in je taalgebruik met alle beladen emoties van dien.’