Zo stel je grenzen bij kinderen van 0 tot 4 jaar
Grenzen aanleren bij kinderen biedt ze een gevoel van veiligheid en houvast. Je maakt het met grenzen voorspelbaar voor je kind en binnen die grenzen kan je kind zelfstandig bewegen en dingen ontdekken. Het stellen van grenzen begint al op jonge leeftijd, omdat je zo een goede basis hebt voor wanneer je kindje ouder wordt. Maar hoe stel je eigenlijk grenzen bij kinderen van nul tot vier jaar?
Dat leggen we je hieronder uit. Een grens staat eigenlijk voor duidelijkheid. Niet alleen voor je kind, maar ook voor jezelf. Met bepaalde belangrijke afspraken of regels in huis is het namelijk makkelijker om consequent te blijven in de opvoeding van je kind.
Grenzen stellen bij kinderen van 0 tot 2 jaar
Baby’s hebben geen grenzen nodig, deze begrijpen ze toch nog niet. Je kan een baby niet verwennen en je mini heeft vooral behoefte aan rust en regelmaat, eten en drinken, verzorging en liefde van de ouder(s). Wanneer je kindje zo rond de anderhalf jaar is zal het dingen gaan ondernemen. Dat is de tijd dat je grenzen kan gaan stellen.
Grenzen stellen bij kinderen van 2 tot 4 jaar
Wanneer je kind zo’n anderhalf tot twee jaar is, wordt grenzen stellen belangrijk. Door dit al vroeg aan te leren weet je kind dat grenzen belangrijk zijn. Ook voor later, voor zichzelf. Zo leert het niet alleen grenzen van anderen te herkennen, maar ook van zichzelf. Peuters kun je het beste begeleiden in hun zoektocht naar avontuur en grenzen. Kinderen van deze leeftijd zullen namelijk gaan testen waar de grens ligt. Door je kind stap voor stap duidelijkheid te bieden met regels en positieve sturing leert het geleidelijk aan wat grenzen zijn.
Dat doe je bijvoorbeeld met een vast dagritme (voor zover dat lukt) voor houvast. Regelmaat is namelijk belangrijk in het aanleren van grenzen. Het is verwarrend voor een kind als het de ene keer wel op moet ruimen na het spelen en de andere keer niet. Bovendien zorgt deze regelmaat er ook voor dat je zelf consequent blijft en dat maakt het weer makkelijker om grenzen te stellen.
Hoe stel je grenzen bij jonge kinderen?
Ten eerste heb je geduld nodig. Veel geduld. Jonge kinderen zoeken de grens regelmatig op, dit doet elk kind. Het is namelijk dé manier om te leren. Om te ontdekken wat wel en niet mag. Peuters ontdekken op deze manier de wereld om hen heen. Word dus niet meteen boos wanneer je kind iets doet wat niet mag, maar leg duidelijk uit wat wel mag en laat het goede voorbeeld zien, want kinderen doen vooral na. Straffen is nergens voor nodig, maar een logisch gevolg geven aan onwenselijk gedrag kan wel. Daar leert je kind juist van. Spelen met eten betekent dat in dit geval dat je, eventueel na enkele rustige waarschuwingen, het bord met eten weghaalt. Misschien moet je dit nog een paar keer doen, maar uiteindelijk leert je kind waar de grens ligt.
Nog een paar tips
- Maak niet te veel regels: houd het overzichtelijk voor je kind en jezelf (anders ben je de hele dag politieagent aan het spelen en daar wordt niemand blij van)
- Kijk dus naar wat je echt belangrijk vindt om te leren bij je kind en geef het verder de ruimte om te ontdekken
- Leg uit, ook al denk je dat je kind je nog niet begrijpt: uiteindelijk begrijpt je kind het wel en snapt het waarom de grens er is
- Herhaal, want kinderen hebben herhaling nodig om te leren
- Meerdere kinderen in het gezin? Dan zijn er ook andere regels, per leeftijd
- Kinderen kijken vooral af bij degenen dichtbij, dus geef het goede voorbeeld
- Blijf positief tegen je kind, maak oogcontact en vertel vooral wat het wél mag doen
- Leg sommige keuzes bij je kind voor autonomie, bijvoorbeeld met aankleden. Geef je kind de keuze tussen twee truien.
Het verschil tussen grenzen aanleren en straf geven
Het stellen van grenzen is overigens iets anders dan straffen. Met het stellen van een grens bied je je kind veiligheid. Een kader om dingen wel of niet te kunnen doen. Hierbij richt je je op het gedrag van je kind. Zo begeleid je je dreumes bijvoorbeeld bij buiten wandelen. Je leert het niet van de stoep af te gaan en wanneer je kind dat toch doet, til je het weer terug op de stoep. Dan vertel je rustig en op ooghoogte dat de stoep is om op te lopen en dat de weg voor auto’s is. Dit doe je keer op keer, want je kind zal heus gaan testen of het toch even van de stoep af kan gaan. Geef je straf, bijvoorbeeld door boos te worden en weer naar binnen te gaan, dan leert je kind daar niets van en stel je bovendien geen grens.
Kims oppas kent haar grenzen niet: ‘Ze leert mijn kind vreselijke dingen’