Heeft je kind een geweten? Dit is het antwoord per leeftijd
Niet stelen, niet liegen en respect hebben voor anderen: we hopen allemaal dat onze kinderen zullen opgroeien tot prettige mensen met een sterk ontwikkeld normbesef. Maar hoe vormt zich dat geweten eigenlijk? En wat mag je verwachten van een kind van zes?
0-2 jaar: geen eigen geweten
Vanaf ongeveer een jaar begint een kind de wereld om zich heen actief te ontdekken, en laten ouders zien welke regels er zijn. Eerst praktische regels, zoals ‘niet aan het stopcontact komen’. Daarna regels die iets zeggen over onze universele waarden, zoals anderen geen pijn doen, elkaar helpen, geen dingen kapot maken, respect hebben voor de natuur. Een kind van anderhalf begrijpt nog niet dat ‘lief zijn voor dieren’ een waarde is, maar het weet wel dat zijn moeder boos wordt als hij de kat aan zijn staart trekt. Hij zal het dus niet doen als zij in de buurt is, maar vergeet het zodra ze er niet bij is. Een dreumes handelt nog niet vanuit een geweten dat hem corrigeert – daarvoor is hij aangewezen op zijn ouders.
Tegen de tijd dat kinderen een jaar of twee zijn, kunnen ze een beetje anticiperen op de straf of beloning die hen te wachten staat. Een kind van twee kan met zijn watervaste viltstiften op de muur krassen en daarbij met een stalen gezicht zeggen: ‘Mag niet.’ Het is het eerste teken dat het kind een eigen geweten ontwikkelt, dat hem zegt wat goed is en wat niet.
3-5 jaar: het begin van schuld en schaamte
Op deze leeftijd ontwikkelt het geweten zich vooral door straf en beloning. Voorwaarde is dan wel dat de nadruk ligt op het belonen van goed gedrag – complimenteer uw kind bijvoorbeeld met het feit dat het zijn snoepjes deelt of beleefd een handje geeft. Als straffen bij slecht gedrag toch nodig is, dreig dan niet met een te zware straf. Uit een klassiek experiment blijkt dat kinderen van vier jaar het spelen met een verboden, aantrekkelijk speeltje veel interessanter vinden als er een heel zware straf op staat, dan wanneer er een milde straf zal volgen.
LEES OOK: 13 tekenen dat je kind staat te liegen waar je bijstaat
Vanaf een jaar of drie legt het geweten ook een innerlijke straf op het overtreden van morele regels: een kind krijgt last van schuldgevoel en schaamte. Schuld en schaamte treden pas op als kinderen zich bepaalde regels hebben eigen gemaakt, als ze inzien dat hun gedrag gevolgen heeft en ze zich kunnen verplaatsen in de gevoelens van anderen. Dat begint bij een jaar of drie een beetje te komen. Dit is ook de leeftijd waarop kinderen gaan experimenteren met wat wel en niet mag. Ze weten dat ze de suikerpot niet boven de vloer mogen leeg strooien, en toch doen ze het.
Niet om hun ouders dwars te zitten, maar om voor zichzelf vast te stellen waar de grenzen liggen. Alle regels die het kind tot dan toe heeft geleerd (niet jokken, niet pikken, niet slaan) brengt het nu voor zichzelf in kaart. En terwijl papa en mama nog steeds als extern geheugen functioneren, begint het interne geheugen bij het kind zich steeds verder te ontwikkelen.
6-8 jaar: de kleine moralist
Vanaf een jaar of zes hebben kinderen al een groot aantal normen, of regels, geïnternaliseerd. Ouders hebben zo vaak laten zien wat wel en niet mag, dat een kind dat ook nog weet als de ouder niet aanwezig is. Kinderen kunnen nu steeds beter rekening houden met andermans gevoelens.
Wat zes- tot achtjarigen nog moeilijk vinden, is de betrekkelijkheid van regels in te zien. Ze ontpoppen zich dan ook vaak tot kleine moralisten.
Regels worden strak nageleefd en ze houden goed in de gaten of anderen dat ook doen.
LEES OOK: Haha! Dit zijn de meest hilarische uitspraken van jullie kinderen
Bovendien geloven ze in een rechtvaardige wereld waarin al het slechte wordt bestraft en al het goede beloond. Neem bijvoorbeeld de vader die met zijn kind van zeven gaat zwemmen. Hij heeft maar een uurtje de tijd en ziet bij binnenkomst een enorme rij bij de kassa staan. Hij besluit zonder kaartje naar binnen te lopen en legt aan zijn kind uit dat ze bij het weggaan wel betalen. Maar het kind weigert, zeer verontwaardigd, zonder te betalen naar binnen te gaan: ‘Dat mag niet!’
9-11 jaar: alleen de wereld in
Vanaf een jaar of negen heeft een kind meer oog voor iemands bedoelingen. Ook leert het dat een regel niet meer is dan een afspraak. Kinderen worden daardoor ook toleranter ten opzichte van anderen, die afwijkende regels hanteren. Een kind dat zich altijd voorbeeldig gedragen heeft, kan ineens weigeren op te staan voor een oud vrouwtje in de tram. Het weet nu: beleefdheid is geen ijzeren wet. Ze kunnen ook over regels onderhandelen.
12 jaar en ouder: eigen waarden
Vanaf een jaar of elf hebben kinderen een redelijk ontwikkeld moreel besef. Nu ze begonnen zijn de denkwijzen die zij van huis uit hebben meegekregen te toetsen aan hun omgeving, blijven niet alle normen en waarden van hun ouders overeind. Dat kan botsen met thuis. Toch is dat nodig voor hun ontwikkeling naar zelfstandigheid. De normen en waarden die adolescenten zich eigen maken, blijken vaak tot laat in hun leven een stempel te drukken op levensvisie en levensstijl.
Dit is precies waarom je nooit tegen je kind moet liegen, ook niet om eigen bestwil