Esmee’s zoontje werd stil geboren: ‘Hij had het allerschattigste neusje dat ik ooit heb gezien’
Het was voor Esmee en Marcel een droom die uitkwam toen Esmee zwanger bleek te zijn. Maar na 34 weken veranderde die droom in een nachtmerrie. Hun zoontje Henry bleek in de buik te zijn overleden door placenta-insufficiëntie. “Toen ze naar het hartje wilde luisteren bleef het akelig stil.”
“Marcel en ik kennen elkaar al sinds 2014, we wisten direct dat we samen een gezin wilden stichten. Maar omdat we nog jong waren besloten we daar nog even mee te wachten. Toen we begin 2021 besloten om er dan écht voor te gaan was ik vrijwel direct zwanger.
We sprongen een gat in de lucht en konden niet wachten om het iedereen te vertellen. We belden dan ook meteen onze ouders. En toen de echo met zeven weken een sterk hartje liet zien mocht de hele wereld het weten. We waren zo gelukkig, het liefst schreeuwden we het van de daken.
Een goede zwangerschap
De zwangerschap verliep aanvankelijk goed. Ik was een beetje misselijk, maar verder ging het prima. Ook de baby deed het goed, hij was super beweeglijk waardoor de echo’s vaak lastig gingen. Maar gelukkig was hij helemaal in orde.
Met de twintig weken echo was hij wel wat aan de kleine kant, maar allemaal binnen de normen. Dus we maakten ons geen enorme zorgen. Tot we met 32 weken weer een groei-echo kregen. Daarop bleek hij in groei achter te lopen. Twee weken zelfs. Het viel nog net binnen de norm, maar ze besloten wel met 34 weken opnieuw een echo te maken.
Rond die tijd voelde ik hem ook veel minder bewegen. Maar ja, dat kon ook zijn omdat hij minder ruimte had in de buik. Het aantal bewegingen dat je ‘moet’ voelen, voelde ik wel, dus reden om echt aan de bel te trekken was er niet. Bovendien werden mijn twijfels en zorgen door de omgeving weggewuifd, dus vertrouwde ik erop dat het goed zat.
Met 34 weken gingen we opnieuw op controle. Ik was net een uur met zwangerschapsverlof. Ik ging liggen op de controletafel een verloskundige in opleiding zette de doptone op mijn buik, maar het hartje kon ze niet vinden. Na vier keer proberen had ze nog steeds geen hartje gehoord. Daarom besloot de verloskundige het zelf te proberen, maar ook haar lukte het niet.
Slecht nieuws
Op dat moment voelde ik eigenlijk al dat er iets mis was. De verloskundige besloot om direct een echo te maken. Zodra ze de apparatuur aanzette en het beeld verscheen zag ik het direct. Of eigenlijk zag ik niets. Hij bewoog niet, hij lag helemaal stil, er was geen vruchtwater meer. En toen de verloskundige zei dat ze slecht nieuws had zakte de grond onder mijn voeten weg.
Ik heb me nog nooit zo gevoeld, het was alsof onze hele toekomst in duigen viel. Alle toekomstdromen van ons met z’n drieën stortte in. Ik dacht: ik heb het gedaan. Ik heb niet goed voor mijn baby gezorgd, dit is mijn schuld.
De verloskundige stelde vragen, maar elke vraag viel verkeerd en we wilden alleen maar weg. Marcel reed ons naar mijn ouders. Hoe we daar zijn gekomen weet ik niet, maar zodra mijn vader me zag wist hij dat er iets mis was: ‘Wat is er?’, vroeg hij. ‘Er is geen hartje meer’, zei Marcel.
Naar het ziekenhuis
Vanaf dat moment is het een grote waas, ik stortte volledig in. We hebben bij mijn ouders op de bank gezeten en heel erg gehuild. Ik was eigenlijk gewoon helemaal in shock. Het is raar wat er dan met je gebeurt. Ik heb bijvoorbeeld wel zelf mijn werkgever opgebeld om mijn verlof om te zetten, en ik heb mijn schoonouders gebeld omdat Marcel het niet kon.
Uiteindelijk gingen we tegen de avond naar het ziekenhuis. Mijn vader bracht ons. Tijdens de rit zei hij: ‘Die apparatuur was gewoon niet goed. Dit kan niet.’ Maar dat was niet zo. Zodra de gynaecoloog in het ziekenhuis met de echo keek en het geluid aanzette om het hartje te horen, bleef het akelig stil. Er was niets, alleen ruis, het was zo pijnlijk.
De bevalling
De volgende ochtend konden we terecht om de bevalling in te leiden. Ik kreeg medicijnen om de weeën op te wekken. Tussendoor belden we de uitvaartverzorger, zochten we een mandje voor hem uit en kozen we muziek. Het was heel bizar. Ik moest nog bevallen, maar we wisten ook dat we een uitvaart moesten regelen.
Tegen de avond begon ik krampen te krijgen, ook voelde ik me niet lekker. Mijn bloeddruk bleek gevaarlijk hoog. Blijkbaar had ik ook nog net even zwangerschapsvergiftiging erbij gekregen. Dus daar lag ik, aan allerlei apparatuur en slangetjes.
Ik kreeg pijnstillers en slaaptabletten voor de nacht, maar tegen middernacht werd ik wakker. En na vijf minuten weer, en vijf minuten later weer. Ik had weeën. Vanaf dat moment ging het heel snel, zo snel dat er geen eens een ruggenprik meer kon worden gezet. Iets voor half twee ‘s nachts werd onze zoon Henry geboren. 43 centimeter en 1575 gram.
Helemaal af
Toen ik hem zag was ik direct verliefd. Hij was helemaal af, tien vingers, tien teentjes en het aller schattigste neusje dat ik ooit heb gezien. Je zag wel dat zijn hartje al een tijdje niet meer klopte, en dat hij geen vruchtwater meer had gehad. Zijn huidje was beschadigd en hij had blaasjes op zijn ogen.
Ik was nog wel volledig van de kaart, waarschijnlijk hadden ze me genoeg slaapmiddel gegeven om een paard om te leggen. Even dacht ik zelfs dat Henry een oogje miste. Dat was gelukkig niet zo, maar daarover heb ik later nog weleens nachtmerries gehad.
Na de geboorte was ik heel bang om hem te verplaatsen. Bang dat hij zou scheuren of breken. Ik was net met een verpleegkundige heel onhandig bezig om hem te verleggen toen onze reddende engel, Mirjam van Aya Memoriam Foundation, binnenkwam. Zij kwam om foto’s te maken van Henry en ons, maar deed zoveel meer dan dat. Ze maakte Henry schoon, kleedde hem aan en was zo lief en respectvol. Ze was ruim drie uur bij ons en maakte de mooiste foto’s. Die foto’s zijn zulke waardevolle, onbetaalbare herinneringen voor ons. Daarnaast was ze ook bij de crematie om Henry opnieuw in te bakeren, en hebben we veel telefoongesprekken met haar gevoerd. Daar ben ik haar en de stichting eeuwig dankbaar voor.
De crematie
Een week na zijn geboorte was de crematie. We hadden een welkomstceremonie en een afscheidsceremonie. Henry was door het koelen erg opgeknapt. Hij zag er zo mooi uit dat we zelfs een open mandje hadden. Het afscheid was mooi en we zijn zo lang als het kon bij hem gebleven.
Na de crematie zijn we een week op vakantie geweest met onze ouders, dat was fijn. Iedere vezel in mijn lichaam was net moeder geworden, maar ik had niets om voor te zorgen. Het is alsof mijn hoofd wel begrepen had dat er geen baby kwam, maar de rest van het lichaam niet. Dus daar zat ik dan op de bank, een lichaam dat wil zorgen en voeden, maar zonder baby.
Moeder geworden
Bij mij overheerste ook vooral het gevoel van: ik ben moeder geworden. Ik was zo ontzettend trots op onze mooie Henry. Het liefste wilden we aan iedereen zijn foto’s showen en zeggen: ‘Kijk hoe knap hij is!’ Maar niet iedereen is ervan gediend om een foto van een overleden baby te zien. Sowieso weten veel mensen niet hoe ze moeten reageren. Sommigen staken zelfs de straat over als ze ons zagen, omdat ze ons wilden ontwijken.
Bewust hebben we ervoor gekozen om geboortekaartjes te versturen, met daarop de boodschap dat we graag geboortepost zouden krijgen. We kregen namelijk alleen maar kaartjes voor sterrenkindjes en condoleancekaarten. Maar we wilden gewoon een kaartje met: Hoera een zoon! Veel mensen hebben toen alsnog geboortepost gestuurd, daar zijn we heel blij mee.
De placenta werkte niet goed
Henry is overleden doordat de placenta niet goed werkte. Met Henry zelf was niets mis, hij was gezond en compleet. Achteraf, als je alles bij elkaar optelt hadden ze het misschien kunnen weten. Dat hij na 28 weken opeens minder bewoog, dat hij achter ging lopen in de groei, dat mijn buik niet meer groter werd en zelfs een beetje kromp. Met de twintig weken echo wordt er vooral gekeken naar de baby, niet naar de placenta, anders was het wellicht wel opgevallen. Maar dat is allemaal achteraf.
Na de crematie wilden we zo snel mogelijk weer terug naar normaal, maar dat gaat natuurlijk niet. Je hebt opeens een hele nieuwe definitie van normaal. Bovendien was ik ook net heel ziek geweest, en niet te vergeten, bevallen. Dus mijn lichaam was nog helemaal niet zoals het was geweest. We zijn nu, weken later nog steeds ver verwijderd van normaal, maar met iedere dag die voorbijgaat, zijn we weer een dag dichterbij.
Ondanks dat we nu door de moeilijkste en verdrietigste periode van ons leven gaan ben ik ook heel dankbaar dat we 34 weken samen met Henry hebben gehad. Heeft hij ons ook veel geleerd. Hoewel hij altijd gemist zal worden.”