Is er na de eerste duizend dagen een opvoedingsgat?
De eerste duizend dagen van een kind zijn cruciaal voor zijn of haar ontwikkeling, gezondheid en welzijn gedurende de rest van het leven. Deze boodschap krijgt terecht veel aandacht. Maar wat volgt er na die eerste duizend dagen? Een aantal pedagogen spreekt van een opvoedingsgat.
Immers, “een goede start is geen garantie op succes”.
Een opvoedingsgat na 1000 dagen?
Door de hyperfocus op de eerste 1000 dagen, vergeten we bijna dat opvoeden doorgaat na die eerste periode. Dat waarschuwen de Belgische pedagogen Philippe Noens en Stefan Ramaekers, beiden verbonden aan de KU Leuven.
Onvoorspelbaar proces
Beide pedagogen zien het als hun missie om het enthousiasme over het belang van de eerste 1000 dagen te temperen. De aandacht voor de prille ontwikkeling van kinderen – van preconceptie tot twee jaar – is terecht. Onze eerste duizend dagen bepalen de ongeveer 28.000 dagen nadien. Máár; opvoeden blijft een onvoorspelbaar proces.
Groeien in menselijkheid
Volgens de pedagogen staren we ons blind op het effect van die 1000 dagen, en daarmee op toekomstig geluk en het succes van opgegroeide kinderen. De focus moet veel meer liggen op de geborgenheid waarmee we kinderen het best kunnen omringen. De pedagogen wijzen erop dat de ontwikkeling van kinderen grotendeels vanzelf gebeurt. Opvoeden is niet meer dan een kind doen groeien in menselijkheid. Opvoeders richten zich op wie het kind is, maar ook op wie het kind kan worden.
Een ‘gewoon leven’
Dat is een beetje krom, vinden Noens en Ramaekers. Nu leeft het idee dat de wijze waarop een kind zijn eerste 1000 dagen beleeft, allerlei toekomstige medische, professionele en persoonlijke beproevingen en kansen vastlegt. Bij een aantal gezondheidskwesties zal dat het geval zijn, maar kinderen die deze eerste duizend dagen onder precaire omstandigheden zijn doorgekomen, hebben evengoed recht op een ‘gewoon’ leven.
Een kind van twee jaar is nog niet af. “We moeten blijven geloven dat een kind zich kan herstellen, ook van onthechting en ontheemding,” schrijven de pedagogen in hun uitgebreide betoog. “Anders zijn heel wat jonge kinderen a priori verloren. Heel wat preventieve initiatieven, praktijken en organisaties voor oudere kinderen en jongeren en hun ouders dragen bij aan dit herstel van het gewone leven.”
“De kwaliteit en nabijheid van de basisschool, degelijke kinderopvang, een toffe jeugdbeweging of sportclub, een hechte vriendengroep, opgroeien in een kindvriendelijke buurt of buitenfamiliale rolmodellen en voorbeelden: er zijn zoveel factoren van invloed op de vormende kinderjaren.”
https://www.famme.nl/de-eerste-1000-dagen-van-je-kind-zijn-het-aller-belangrijkst-en-het-start-in-de-buik/