Waarom moet je eerst groentehapjes geven en dan pas fruit?
Als je baby zo’n vier tot zes maanden is, dan kan je beginnen met het aanbieden van hapjes, naast de borst- of flesvoeding. Je mini kan op die manier verschillende smaken leren kennen en leert om vast(er) voedsel te gaan eten. Deze groentehapjes zijn dus (nog) geen vervanging, maar aanvullend om te oefenen.
Aangeraden wordt om te starten met groentehapjes en na een tijdje pas fruit te geven. Waarom dat zo is, leggen we je hieronder uit.
De eerste groentehapjes
Je kindje heeft de smaak te pakken na zo’n 7 keer proeven van een bepaalde smaak. Daarom is het slim om de eerste weken steeds dezelfde soorten groentes te geven, maar varieer wel. Start bijvoorbeeld met drie verschillende groentesmaken en geef elke dag een andere smaak en daarna dezelfde smaken weer opnieuw.
Onderzoek
De reden dat je het beste kan starten met groente is omdat uit onderzoek blijkt dat de kans dan groter is dat je kindje later meer groente gaat eten. Hij is dan al gewend aan die smaken namelijk.
Fruit is over het algemeen zoet en dat vinden kinderen altijd wel lekker. Het is dus juist belangrijk dat je kindje de andere (minder zoete) smaken leert kennen. Daarnaast bevat fruit veel fruitsuikers en dat is soms nog te heftig voor de darmen van je baby. Laat hem of haar daarom eerst wennen aan de smaken van groente.
Welke groentes kan ik geven?
In principe kan je elke groentesoort geven aan je kindje. Start eerst met enkelvoudige smaken, dus alleen wortel, alleen pompoen of alleen doperwtjes. Later kan je smaken eventueel mixen, zoals zoete aardappel met pompoen of avocado met banaan.
Gemakkelijk zelf maken
Er bestaan super handige apparaten waarin je groentes gemakkelijk kan stomen en vervolgens blenden tot een zacht groentehapje voor je mini. Maar koken in de pan en zelf fijnstampen kan natuurlijk ook! Maak een voorraadje en vries een deel in, dan heb je voorlopig voor elke dag een groentesmaak klaar staan.