Dit is het echte verhaal achter ‘Altijd is Kortjakje ziek’
Als je een kind hebt, sta je ineens de gekste kinderliedjes te zingen. Maar heb jij je wel eens afgevraagd: ‘Wat sta ik nou eigenlijk precies te zingen?’
Het is een cliché; je krijgt een kind en je gaat opeens vol overgave kinderliedjes zingen. Ook al begrijpt het kind in kwestie er nog niks van – je kunt er net zo goed een beetje Johnny Cash ingooien – toch sta jij, zodra die oogjes wat langer open kunnen blijven, te hoofd-schouders-knie-en-tenen voor de wieg. Hopend op een lachje.
Hoezo, altijd ziek?
Nu is ‘Hoofd, schouders, knie en teen’ een redelijk makkelijk nummer. En ook bij ‘Klap eens in je handjes’ kan weinig misgaan. Maar de eerste keer dat je ‘Altijd is Kortjakje ziek’ inzette, vroeg jij je misschien af wat je in hemelsnaam aan het zingen was. Wacht, ze is dus altijd ziek? Altijd? Wat heeft ze? Dat is toch geen leuk kinderliedje?! En hoe kan ze dan weer beter zijn als ze op zondag naar de kerk mag? En, misschien wel de belangrijkste, wat is een boek vol zilverwerk eigenlijk?
Zo kun je misschien denken dat een ziekelijk meisje is dat zichzelf iedere zondag uit bed sleept, haar versleten zondagse jurkje aantrekt, haar haren in twee pluizige vlechten knoopt en met een veel te zwaar boek (want al dat zilverwerk) naar de kerk schuifelt om in de koude kerkbanken rillend te wachten tot ze weer naar bed mag. Een heus Charles Dickens verhaal dus.
Maar neen. Kortjakje is helemaal niet ziek maar dronken. Starnakel van de jenever. En misschien zelfs wel een hoertje.
Armoedig
Zoals – blijkbaar – gebruikelijk bij veel kinderliedjes die wij voor onze kinderen zingen, is ‘Kortjakje’ van origine een schunnig volkslied. De naam Kortjakje komt van ‘jakje’, een kledingstuk (‘bovenkleed’) voor vrouwen dat kortjakje werd, omdat de dame in kwestie waarschijnlijk armoedig gekleed ging. De eerste versie van het lied dat ergens begin 18de eeuw werd opgetekend, begon zo:
Kortjakje seer hups en fijn
Is de meeste tijd beschonken,
Kortjakje mag geen Brandewijn
Maer het moet Jenever zijn
Maar wie was Kortjakje?
‘Het meest waarschijnlijke is dat Kortjakje is gebaseerd op de 17de eeuwse Rachel Valderappus, een sekreetjuffrouw, een toiletjuffrouw, die wel een drankje lustte’, zei Jant van der Weg ooit tegen de Volkskrant. De Neerlandica schreef het boek Midden in de week maar zondags niet over de ware geschiedenis van Kortjakje, Berend Botje (die ging varen en nooit meer terugkwam), Jan Huigen (wiens ton in duigen viel) en consorten.
Was ze een prostituee? Van der Weg: ‘Op het oudste gevonden liedblaadje staat als titel: ‘Een nieuw lied van Kortjackje, oft leve en bedrijf van ene secrete vrou in dese stad, die so gaere de borrel had.’ Later zijn er varianten gemaakt waarin de zin ‘zondags als haar liefste komt, is ze weer gezond’, werd vervangen door ‘zondags ziet ze heer pastoor, daar spreidt zij haar beentjes voor’. Kortjakje stond bepaald niet hoog in aanzien, maar het is niet zeker dat zij als prostituee werkte.’
Onzinkarakter kinderliedjes
Prostituee of niet, door de jaren heen is Kortjakje in ieder geval van een arme, losbandige dronkenlap een ziek, gelovig meisje met een boek vol zilverwerk (een religieus boek met zilveren beslag en sluiting, aldus Wikipedia) geworden.
Waarom we tegenwoordig zingen wat we zingen, is nog steeds niet helemaal duidelijk. Maar dat het een onzinverhaal is, maakt voor kinderen niet uit aldus Van der Weg tegen de Volkskrant: ‘Doordat we de oorspronkelijke betekenis niet meer kennen, hebben veel van de liedjes een onzinkarakter gekregen. Ik denk dat dat kinderen wel aanspreekt; kleine kinderen zijn vooral gevoelig voor klankcombinaties.’
Deze kinderliedjes kun je als ouder écht niet meer aanhoren!