Dilemma: ‘Mijn dreumes slaapt ineens slecht, hoe ga ik daarmee om?’ Pedagoog geeft advies
Regelmatig krijgen we bij Famme vragen van lezers over zwanger zijn, opvoeden en dilemma’s waar ouders mee zitten. Daarom delen we elke week een dilemma van een lezer. Deze week legt Joyce (29) haar dilemma voor: ‘Mijn dreumes slaapt slecht, hoe ga ik daarmee om?’
Joyce: “Mijn dochter van anderhalf was altijd een goeie slaper, maar de laatste weken zijn de nachten drama. Alsof ik weer een baby heb: om elf uur ‘s avonds begint het gedonder al, en ik heb geluk als het daarbij blijft.
Dieptepunt
Vorige week was het dieptepunt en werd ze elk uur wakker. Op sommige momenten wil ze helemaal niet getroost worden, ook, dan overstrekt ze zich als een soort banaan en is er geen beginnen aan. Soms geef ik een zetpilletje, ze krijgt namelijk wel hoektanden, maar het helpt niet altijd. En soms is ze juist supervrolijk en begint ze te wijzen en ‘die’ en ‘da’ te zeggen. Mijn vriend heeft haar laatst maar meegenomen naar beneden, en daar heeft ze van twee tot vier uur ‘s nachts zitten spelen. Maar ik ben bang dat dat op den duur ook een bepaalde gewenning oplevert.
Doe ik iets verkeerd, of zie ik iets over het hoofd? En vooral: wanneer gaat dit over?”
Tips van de pedagoog
Esther Jongerius is pedagoog en helpt ouders om vaker de liefdevolle ouder voor hun kinderen te kunnen zijn. Dit doet zij via haar eigen praktijk, Liefdevol Ouderschap.
“Het zou heel goed kunnen dat je dochter een zogeheten ‘slaapregressie‘ doormaakt. In de eerste jaren maken kinderen enorme ontwikkelingen door. Vaak wordt er gezien dat kinderen ineens slechter of anders gaan slapen rond bepaalde leeftijden (waaronder rond anderhalf jaar) als er fysieke ontwikkelingen gaande zijn.
Slaapprogressie
De punten die jij omschrijft, zoals het vele wakker worden en het lang wakker zijn ‘s nachts passen bij de veranderingen die vaak gezien worden gedurende zo’n slaapregressie. Het kan voor jou als ouder echt vermoeiend zijn, die gebroken nachten. Maar het goede nieuws is dus wel dat het tijdelijk is. Een betere naam voor een slaapregressie zou eigenlijk een ‘slaapprogressie’ zijn, omdat de slaap ná deze periode vaak beter wordt.
Voorspelbaarheid
Probeer nu vooral voorspelbaarheid te blijven bieden aan je kindje, door een duidelijk bedtijdritueel te hebben. Dit mag echt wel uitgebreid zijn (denk aan twintig tot dertig minuten), zodat je echt even de verbinding met je kindje kunt opzoeken en samen fijn de dag kunt afsluiten en de overgang naar de nacht kunt maken.
Angsten
Rond deze leeftijd kunnen bepaalde angsten ineens ontstaan, zoals angst voor het donker. Een klein nachtlampje (het liefst rood licht om de slaaphormonen niet te verstoren) kan hierbij helpen. Je geeft aan dat ze soms niet getroost wilt worden. Het mooiste wat je op zo’n moment kunt doen is wel bij haar te blijven en te zeggen dat je er voor haar bent. Je kunt proberen je hand op haar rug/arm te leggen, zodat ze jouw aanwezigheid voelt (mits ze dit toelaat). Jonge kinderen kunnen zelf namelijk nog niet ‘tot rust’ komen bij heftige emoties en hebben jou als volwassene daar hard bij nodig, juist wanneer het lijkt dat ze dit niet willen. Forceer niets, maar ben gewoon aanwezig. Hier help je haar ook al enorm mee. Of ze valt weer in slaap, of ze vraagt toch om die knuffel van jou.
Tijdelijk
Hopelijk geeft het idee dat dit tijdelijk is je wat kracht en vertrouwen. Kijk vooral hoe jij en je vriend zoveel mogelijk slaap kunnen pakken, door bijvoorbeeld af te wisselen welke nacht wie naar je dochtertje gaat.”
Heb jij ook een vraag voor pedagoog Esther Jongerius? Laat van je horen en mail naar [email protected]. Wie weet wordt jouw vraag de volgende keer wel beantwoord.