De vijf moeilijkste momenten uit mijn eerste jaar als moeder
Die roze wolk, waar veel moeders op schijnen te zitten die eerste periode van het moederschap, is misschien niet altijd even realistisch. Soms zijn er twijfels, denk je dat je het niet goed doet, ben je onzeker. Petra van Swieten steekt in dit stuk al die moeders een hart onder de riem.
Moeilijkste momenten
De periode na de bevalling is de mooiste tijd van je leven, althans zo wordt ons dat door de media voorgespiegeld. Maar tussen jou en mij – verscholen achter een pseudoniem, want o wee als mijn kind dit ooit leest; ik vond het een en-or-me Toestand. Met een hoofdletter T.
Ik vocht me door de dag
Geplaagd door schuldgevoelens en frustraties over mijn kwaliteiten als nieuwbakken moeder vocht ik me, met de luciferhoutjes tussen de ogen en borstvoedingspads in mijn beha een weg door de dag… en de veel te korte nacht. Voor al die moeders die ook denken dat ze misschien iets fout doen, niet normaal zijn, of denken dat er iets mis is met hun kind, hier mijn 6 moeilijkste momenten uit het eerste jaar als moeder.
1. Ik vond mijn baby niet schattig
Eerlijk is eerlijk, ik had geen baby’s in mijn omgeving, dus ik wist ook eigenlijk niet hoe een baby eruit ziet als ie net geboren wordt. Ik dacht dat baby’s leken op die foto’s van Anne Geddes. Maar nee. Niet die van mij. Mira had megagrote voeten. En flaporen. En ze paste niet in rompertjes van Petit Bateau maatje-net-geboren. Dat was het eerste wat me opviel, toen de zuster in het ziekenhuis me mijn ‘pakketje geluk’ overhandigde. Ik dacht alleen maar, volgens mij is dit niet in orde, maar kan ik daar wat van zeggen als zij zo vrolijk doet?
Komt wel goed
Pas na een paar dagen durfde ik het onderwerp aan te snijden bij mijn kraamhulp. “Vind je niet dat ze hele grote voeten heeft?” De kraamhulp keek eens onderzoekend naar de voeten van mijn pasgeborenen en zei toen onomwonden: ‘Nou je het zegt, ze zijn wel heel erg groot hè?’ Dat stelde me dus niet gerust. Gelukkig was de mevrouw van het consultatiebureau milder gestemd. ‘Ja dat is allemaal nog zo verschillend in deze fase, dat komt wel goed hoor’, zei ze met een glimlach. Ik kon haar wel knuffelen.
2. Mijn baby wilde mij niet knuffelen
Mooi bruggetje naar punt twee. Ik ben zelf ook geen knuffelbeer, maar Mira had het helemaal niet op knuffelen. Als ik haar optilde en tegen me aan drukte, strekte ze haar rug op en zette ze zich vol overgave met haar sterke armpjes tegen me af. Was er iets mis met mij? Of was er iets mis met haar? Ik heb het me lang afgevraagd, totdat ik een tweede kindje kreeg dat wel heel graag wilde knuffelen. Toen mijn oudste dat zag, was ze in een keer om.
LEES OOK: met deze lessen van mijn kinderslaapcoach komt een einde aan je gebroken nachten
3. Ik durfde mijn baby nergens mee naartoe te nemen (omdat ik als de dood was dat ze zou gaan huilen)
Ik herinner me nog goed dat een vriendinnetje van de zwangerschapsgym me belde en vroeg of ik een kopje koffie kwam drinken op een terras in de buurt. Ze zat daar al, met haar baby, die lekker lag te slapen in de wagen. Ik wilde wel, maar ik durfde niet. De kans dat mijn baby wakker werd en ging huilen wilde ik niet riskeren. Omdat ik niet wist hoe ik haar stil moest krijgen. ‘Ik durf niet,’ zei ik eerlijk, ‘ik weet niet hoe ik haar stil moet krijgen.’ ‘Maak je geen zorgen,’ zei mijn vriendin, ‘ik krijg haar wel stil.’
Little did she know. Ik wandelde er heen. Mira sliep in de wagen. Toen ik ging zitten werd ze wakker. Mijn vriendin deed echt wel haar best, maar het hielp allemaal niets. Uiteindelijk toen de ‘ahs’ en ‘ohs’ op het terras veranderden in lichtelijk geïrriteerde blikken, ben ik maar opgestapt en snel naar huis gelopen. Ik voelde me zo opgelaten. Ik besloot dat ik dit niet meer zou doen totdat ze zou kunnen praten.
4. Mijn kind huilde zo veel
‘Het is een fase,’ stelde de consultatiedeskundige me gerust, ‘ze zit in week 9 en dan heeft ze een groeispurt.’ Ze adviseerde me het boek Oei ik Groei te lezen. Dat boek had ik al, maar mijn baby hield zich niet aan het wekenschema, ze huilde overal dwars doorheen. Het erge van alles was dat ze volgens de officiële metingen geen huilbaby was, daarvoor moest ze meer dan 10 uur per dag huilen en volgens mijn man deed ze dat niet, maar ja hij was nooit 10 uur achter elkaar alleen met haar.
Geef haar een speen
Mijn nichtje had de oplossing: een speen. Maar ook daar bedankte Mira voor. Wat ik ook deed, na twee keer sabbelen spuugde ze het ding uit en ging ze door met huilen. ‘Je moet haar ook geen speen geven,’ zei mijn moeder, ‘je moet haar in de draagzak doen en lekker met haar gaan wandelen, dan is ze afgeleid.’ Dat leek even de oplossing alleen nu raakte Mira gewend aan die draagzak en wilde ze er absoluut niet meer uit. Het eind van het liedje was dat ik niets meer kon doen zonder haar te dragen daarbij opgemerkt dat ik niet mocht stilstaan of stilzitten. Ik moest continu in beweging blijven. Dus ging ik stofzuigen, koken, de was doen, vloeren dweilen, en heel lang wandelen. Maar ik had in ieder geval een manier gevonden om haar te kalmeren. En ja hoor als ik haar uit de draagzak haalde ging ze gewoon weer door met huilen.
5. Ik vond borstvoeding geven helemaal niet leuk
De huisarts, de gynaecoloog, de kraamhulp, de verloskundige en zelfs mijn man vertelde me hoe fantastisch het zou zijn voor het immuunsysteem van Mira als ik haar borstvoeding zou geven. Al was het maar een paar weken, het zou veel effect hebben. Een paar weken leek me een redelijke termijn.
Maar gaandeweg raakte mijn omgeving steeds enthousiaster over de voordelen van moedermelk en moest ik minstens drie maanden voeden, wilde ik de benefits ervan ondervinden. En toen ik na drie maanden weer ging werken moedigde iedereen me aan te gaan kolven. Ik herinner me uit die tijd vooral de kostbare bekertjes melk, die herhaaldelijk onderweg opensprongen in mijn tas of in de auto.
Einde discussie
Alles aan het voeden vond ik tegennatuurljik voelen. Ik kreeg spruw, dat onwaarschijnlijk jeukte en waardoor zowel ik als mijn kindje meerdere malen per dag met een soort witte crème bewerkt moesten worden op de contactpunten; mond en tepel. Na een paar weken kreeg ik ineens hele hoge koorts, vlak na het voeden. Ik ging naar het borstvoedingscentrum (ja dat bestaat) en zij constateerden een ontsteking, ik moest meteen aan de antibiotica. ‘Is dat niet slecht voor mijn kindje?’ vroeg ik hoopvol. Nee, de voordelen van borstvoeding wegen niet op tegen de nadelen van antibiotica. Einde discussie.
Niet over mijn hart
Ik kreeg een lactatiedeskundige die me ging uitleggen hoe ik moest aanleggen, want dat deed ik kennelijk verkeerd. Maar ook zij kreeg het met al haar deskundigheid niet voor elkaar dat ik pijnloos kon voeden. Ik kreeg tepelkapjes en allerlei andere hulpmiddeltjes, maar mijn baby en ik waren gewoon niet borstvoedingscompatibel. Geloof het of niet, ondanks dat heb ik 9 (!) maanden gevoed en gekolfd, ik kon het gewoon niet over mijn hart verkrijgen om te stoppen. De enige persoon die de hele periode met stijgende verbazing mijn doorzettingsvermogen gade sloeg was mijn moeder: ‘Nou ik heb jou nooit borstvoeding gegeven hoor, je kreeg gewoon een flesje, daar ben je ook prima groot op geworden.’
6. Ik was blij toen ik weer mocht werken
De eerste werkdag na mijn verlof. Ik bracht mijn drie maanden oude Mira naar de crèche bij mij om de hoek. Ik verheugde me niet op mijn werk, maar ik verheugde me wel op de uren die ik even voor mezelf had, niet in dienst van Mira. Ik weet nog dat ik aan het eind van de dag bang was om haar weer op te halen. Dat de leidster van Mira zou zeggen: ‘Het spijt me mevrouw, maar dit gaat echt niet, uw baby huilt te veel.’ Maar geen van dat al. Toen ik haar ophaalde lag ze nog steeds niet zichzelf vermakend kirrend in de box, maar ze zat wel op schoot bij een van de leidsters en ze leek happy. Er waren helemaal geen klachten over mijn dochter.
Best wel zwart
Uiteraard wil ik jullie met deze ontboezemingen helemaal niet bang maken. Ik wil jullie juist een hart onder de riem steken. Had ik dit maar geweten voordat ik Mira kreeg. Dan had ik me een stuk minder schuldig gevoeld. Het is niet gek om al deze emoties te voelen. Het hoort erbij. De roze wolk kan behoorlijk zwart zijn, zo af en toe. En laat je vooral niet gek maken door al die baby’s die heel tevreden de hele dag in de box liggen te kroelen, en bijna nooit huilen en altijd doorslapen van 7 tot 7. It’s a lie!
LEES OOK: 7 x dit heb ik moeten opgeven, toen ik moeder was