De Verloskamer: ‘Er moet een vacuümpomp aan te pas komen’
Olivia (33) werkt in een groot, academisch ziekenhuis als obstetrieverpleegkundige en vertelt aan Famme in de rubriek De Verloskamer over de bijzondere, spannende en memorabele bevallingen die zij dagelijks begeleidt. Deze aflevering gaat het over een zwangere die na een uur persen nog geen vooruitgang boekt, en waarbij wordt overgegaan op een vacuümpomp.
“In ons academische ziekenhuis zien we veel ‘complexe’ gevallen. Denk dan aan vroeggeboortes of vrouwen met zwangerschapsvergiftiging. Best heftige situaties, waarbij er soms acuut moet worden ingegrepen. Maar we zijn er natuurlijk ook voor ‘normale’ zwangere vrouwen – mits er genoeg bedden zijn om spoedgevallen op te vangen.
Ruggenprik
De zwangere die ik vandaag begeleid, heeft – gelukkig – een normale zwangerschap gehad. Ze is 39 weken zwanger, heeft weeën maar wil graag een ruggenprik, dus dan kom je automatisch in het ziekenhuis terecht. Op het moment dat mevrouw binnenkomt, heeft ze vier centimeter ontsluiting. Ze is nog best fit en bij de tijd, want ze maakt grapjes over het puffen en dat ze er nu al geen puf meer voor heeft – we lachen er allebei om.
Bijwerking
Zo gezegd, zo gedaan: mevrouw krijgt een ruggenprik. Maar dan nemen de weeën ineens af. Dat kan een bijwerking zijn van de ruggenprik, het komt vaker voor. Bij de een schiet de ontsluiting door het plafond, bij de ander neemt het af. Maar ja, die bevalling moet wel dóórgaan. Dus krijg mevrouw weeënopwekkers. Dat gaat gelukkig goed, de ontsluiting vordert en na een paar uur heeft mevrouw volledige ontsluiting. Het laatste deel van de bevalling begint, want ze mag eindelijk gaan persen!
Door de bocht
Het persen gaat alleen net zoals die weeën: het schiet voor geen meter op. Ik heb te doen met deze moeder, die zó hard haar best doet, maar waarbij de baby blijft zitten waar hij zit. Baby’s moeten een soort ‘bocht’ door, onder het bekken, en da’s nog best een lastige positie. Dit kindje zit nog niet ‘diep’ genoeg, waardoor het er ook niet uit geperst kan worden.
Vacuümpomp
Er wordt besloten om de arts erbij te roepen, die de situatie beoordeelt. Een vacuümpomp lijkt eerst geen optie, omdat de baby dus te hoog ligt. Als je zo’n pomp dan toch gaat proberen en je bent weer een paar persen verder, het nog langer duurt en dat risico’s meebrengt voor de baby, met in het ergste geval een spoedkeizersnede. Als we nu voor een geplande keizersnede kiezen, is er in elk geval geen sprake van een risicosituatie. Ik zie het gezicht van moeder betrekken, het huilen staat haar nader dan het lachen. Ze wil écht geen keizersnede, dus de vacuümpomp wordt er toch bij gepakt. Ik heb respect voor deze dame, die alweer uren aan het bevallen is.
Traantje wegpinken
En wonder boven wonder geeft de vacuümpomp, samen met een knip, nét dat ene zetje dat deze moeder zo hard nodig heeft. Omdat de arts er nu ook bij is, zijn we met één man teveel en sta ik aan het hoofdeind bij mevrouw. Ik spreek haar bemoedigend toe, zeg dat ze het kan en dat ze nú moet persen. En dat doet ze: in amper twee keer persen wordt haar zoontje geboren. O, die ontlading elke keer, ik moet er wéér een traantje bij wegpinken. Ook omdat dit een kopie was van mijn eigen bevalling, alsof ik het herbeleefde, maar dan met iemand anders. Daarbij: hoeveel bevallingen ik ook al heb gezien, zo’n klein hummeltje ter wereld brengen blijft bijzonder. Daar kan niks tegenop.”