7 dingen die je moet loslaten als je een moeder van een peuter én controlfreak bent
Patricia is controlfreak met een lichte neiging tot dwangneurose. En toen was er ineens een kind. Combineert niet echt lekker met de eigenschappen van een controlfreak. Hoe doe je dat dan? Nou, door de teugels te laten vieren. En wel op deze 7 punten bijvoorbeeld.
Op de plek
Oké, niet lachen, maar: ik kan de deur niet uitgaan, zonder dat mijn bed is opgemaakt. Meestal haal ik ook even een doekje (liefst een fijne microvezel) door de wasbak in de keuken, zodat het lekker glimt. Ik schep er genoegen in het gereedschap van mijn vriend te sorteren, in plastic bakjes te doen en die te etiketteren met ‘spijkers’, ‘schroeven’ of ‘moertjes. Hygiënische doekjes zijn mijn beste vriend en mijn kruiden zitten in van die Avent-voorraadbakjes (elke moeder kent ze wel), óók met etiketten. Als mijn vriend vraagt: ‘Waar ligt mijn bril/bankpasje/schroevendraaier’, dan roep ik: ‘Op de plek.’ Want alles heeft een plek. In mijn huis dan.
Controlfreak
Kortom, ik ben best een controlfreak met lichte neigingen tot dwangneurose. Plus een redelijke perfectionist. Loslaten is niet mijn sterkte punt. Dat geldt voor werk, het moet niet goed maar súpergoed, en dus ook voor van die infantiele dingen in het huishouden. En dan kom je op een punt dat je jouw huishouden moet delen met een peuter, die wars is van opruimen, orde, bakjes met etiketten en glanzende oppervlakken.
Beetje extreem
Nu helpt het niet dat mijn ouders ook zo waren. Op het extreme af. Bij ons thuis föhnden mijn zus en ik onze lange haren op een grote badhanddoek, die we dan uitklopten uit het raam. Scheelde toch weer haren op de badkamervloer. Als we ‘s avonds op de bank tv lagen te kijken, moest ons hoofd op diezelfde badhanddoek. Anders gaf het vlekken. En spetteren in bad? Liever niet. Net als vlekken maken op je kleren. Mijn vader is zelfs bij mijn dochter nog altijd met slabbetjes in de weer.
Niet spastisch
Kijk, daar heb ik natuurlijk een staartje van meegekregen. Maar laten we wel wezen, een opgeruimd huis is leuk, maar het is ook lekker om de boel eens los te kunnen laten. Voor mezelf (je bent nooit te oud om te leren en wat maakt een beetje chaos nou uit) en voor mijn dochter van drie. Ik wil geen spastische moeder zijn.
Heerlijke rommel
En zo verkeer ik elke dag wel in een situatie dat ik tot tien moet tellen, op mijn tong moet bijten, mijn reflexen moet inhouden, op mijn tenen loop, even yoga ga doen op de wc of mezelf in een mantra toespreek dat rommel heerlijk, fijn en geweldig gezellig is. Hieronder een paar puntjes die de controlfreak in mij leert loslaten nu ik moeder ben.
1. Het imperfecte koekje
Een controlfreak die koekjes bakt, wil perfecte koekjes. Dat je het weet. Bedenk dan dat je hulp hebt van een peuter met een heel andere perceptie van een perfect koekje. Als zij een heel handje spikkels op één koekje gooit (dat niet eens op een olifantje líjkt) word ik gek. Maar ik bijt dapper op mijn lip.
2. De opgeruimde kinderslaapkamer
Ik heb die kinderkamer natuurlijk helemaal precies gestyled; hier een plantje, daar een poster, passend beddengoedje… Maar kinderen maken gewoon troep. Dit weekend kwam ik boven, zag ik mijn dochter en haar vriendinnetje vanaf het bed snoekduiken maken in een gigantische berg met wel vijftig luiers en kleding die uit alle kasten was getrokken. ‘Kijk mam! We hebben een zwembad gemaakt!’ Mijn innerlijke controlfreak krijgt dan overal jeuk, maar hey, de Suducrème is dit keer niet uitgesmeerd op vloer, dus niks aan het handje.
3. De verjaardag die perfect voorbereid is
Landelijk gedekte tafels, gebakken taarten, schotels met eten en Pinterest-waardige traktaties voor kinderen. Kijk, zo zie ik het graag. Maar nu ik moeder ben, is dat niet haalbaar. Mijn vriend moet vaak last minute nog snel even naar de Albert Heijn, mijn dochter wil gekleurde ballonnen (terwijl ik die retro pasteltinten had bedacht) en over de gedekte tafel vliegt een beker limo nog voor het bezoek er is. Let it goooo, zingt mijn dochter altijd. Dat doe ik dus ook maar.
3. Snel het huis aan kant na een feestje
De meeste vrienden hebben kinderen. Die komen allemaal mee naar die niet perfect voorbereide verjaardag. Gezellig, maar op het einde heb je dan die ontplofte kamer van punt 1. in het kwadraat. Moest ik even van slikken. Al denk ik steeds vaker: fok die troep. Als je dat denkt, kun je ook genieten van hoe leuk het is dat al die kinderen samen spelen. Beter toch. Opruimen doen we later wel. Opruimen doen we later wel. Opruimen doen we later wel…
4. De perfect afgestemde kinderoutfit
Ook geen haalbare kaart. Mijn dochter was twee en had al een eigen ‘smaak’. Waar mijn moeder mij vroeger dwong in een jurk te lopen die ik niet aan wilde (trauma), laat ik mijn kind vrij – tot op zekere hoogte. Al ging ze laatst naar de crèche in een spuuglelijke roze bontjas bij 21 graden (lees: geen zin in strijd). En hééft ze dan iets aan wat ik helemaal te leuk vindt, zit er meteen een vlek op. Die ik tegenwoordig vaak gewoon laat zitten (overwinning).
5. De klei in heldere kleuren
Dan gaat je kind kleien met van die verse potjes klei in allerlei kleuren. Helemaal leuk, helemaal enig. Je kijkt even niet, draait je weer om en dan, de horror: alle kleuren klei zijn verworden tot een grote, grijzige bal. Niet cool voor een controlfreak. Hetzelfde heb je met verf. Yoga op de wc dus.
6. De thuiskomst na de papadag
Naast die peuter heb ik te maken met mijn wederhelft. In de zestien jaar dat we samen zijn, is hij qua opruimen steeds meer mijn kant opgegroeid (of ik heb hem afgericht, kan ook). Maar toch: mijn standaard ligt hoog. Dus als ik thuiskom op zijn papadag na een dag werken, krijg ik kortsluiting in mijn hoofd. Overal zie ik troep, de peuter heeft zichtbaar meegeholpen met koken en ze hebben samen een boom geplant op een compleet onlogische plek in de tuin. Maar ik zeg er niks van. Goed hè?
ps. Dat huis opruimen voor ik de deur uitga doe ik trouwens nog steeds. Maar daar werk ik aan. Echt!
LEES OOK: 5 x redenen waarom het extra leuk is om te trouwen als jullie al kinderen hebben