De zoon van columniste Daphne: “Ik ben toch geen echte man? Ik heb geen piemel, dus wie wil mij nou?”
Columnist Daphne schrijft over haar transzoon Nouri(14), die worstelt met zowel zijn identiteit als jongen in een meisjeslichaam, als de gevolgen van een hersenbloeding die hij als baby opliep. Over dochter Lynn (7), die met haar eigenzinnige karakter en diva gedrag Daphne alert en op haar tenen houdt. Maar ook schrijft ze soms over haar belevenissen als treinmachinist. Eveneens houdt ze een eigen blog bij: Daphnes Wereld.
Lees ook Daphne’s eerdere column: ‘Mijn dochter wil niets liever dan een jongen zijn’.
Column: Zij is een hij
“Wat ik aan het doen ben” vraagt Facebook. Ik heb de neiging om er gewoon op te zetten wat ik daadwerkelijk aan het doen ben, maar ik vrees dat ik mijn puber daarmee gigantisch in verlegenheid ga brengen. Daarnaast zal het waarschijnlijk een behoorlijke shockwave teweeg brengen binnen mijn Facebook-community: “Aan het piemel shoppen met mijn zoon.”
Wacht, wat? Zei je nou “piemel shoppen”? Yup, dat zei ik inderdaad. Voor degenen die het nog niet weten: mijn zoon is transgender. Dat betekent dat hij als meisje is geboren, maar nu als jongen door het leven gaat.
Hij wist dat al heel jong – al twijfelde hij ook nog wel eens – wij hadden daarentegen wat meer tijd nodig om tot inzicht te komen. Maar vanaf zijn tiende levensjaar zijn hij én wij er helemaal over uit: Noëlle is Nouri. Zij is een hij. En hij is daar zichtbaar gelukkiger van geworden!
Maar daar waar het tot nu alleen maar ging om het dragen van jongens kleding, geoorloofd stoer mogen zijn, een jongenskapsel mogen hebben en “hij” en “Nouri” genoemd worden, beginnen nu andere dingen mee te tellen. Want nu hij in de puberteit komt, wordt hij zich ook bewuster van zijn seksualiteit. En daarbij van het feit dat hij niet alles kan doen wat zijn matties doen.
Zo kan hij – naar eigen zeggen – niet zomaar even een chickie versieren in de bar, want ja, wat zeg je dan? Stel dat ze jou ook leuk en ze wil meer, dan komt dat stomme gesprekje er eerst weer tussen: “Oh ja, ik vind jou ook leuk, maar ik ben eigenlijk een meisje.” Zie je het al voor je?
Vriendinnetje
Geloof het of niet, maar Nouri heeft al een jaar lang verkering. Met en heel leuk en knap meisje uit zijn klas. En om je vraag voor te zijn: ja, ze weet dat hij transgender is. Maar voor haar is hij goed zoals hij is.
Tja, kalverliefde, ik bedoel, wat stelt het voor? Als je het over zoenen hebt, begint de één te giechelen en krijg ik van de ander een: “Maham, doe even normaal!”
Laatst hebben ze gevierd dat ze één jaar bij elkaar waren. Zij had een taart besteld speciaal voor hem en hij… Eh, nou ja, hij had niets gekocht. (Wat dat betreft is hij een echte kerel haha!) Maar dát slaat eigenlijk precies de spijker op zijn kop: want hoe leuk ik als moeder het vind dat hij verkering heeft, het gevoel bekruipt mij regelmatig dat zij gekker is op hem dan hij op haar.
Daarnaast is zij net als Nouri een kind met een rugzak. Of zeg maar gerust: volle bergbeklimmers bepakking. Richard en ik grappen er wel eens over: Hoe zal dat gaan als die twee ooit gaan samenwonen? De één kan nog geeneens een ei koken en de ander geeft alleen maar geld uit. Om van het gebrek aan wereldwijsheid en levensinzicht maar te zwijgen.
Ja tuurlijk, het zijn nog pubers, ze moeten nog ontwikkelen. Maar vergeet niet dat sommige ontwikkelingen bij deze kids nooit verder zal komen dan het kinderlijke.
Wie wil mij nou?
Daar komt bij dat zij – naast een onwijs lieve meid – behoorlijk claimend is. Ze bombardeert Nouri met appjes en wanneer hij niet direct antwoord geeft (omdat hij gewoon even lekker met zijn maten aan het chillen is of even geen zin heeft om te reageren) dan appt ze mij. Of ik Nouri wil vragen of hij terug wil appen. Ernstig, I know.
Ze bedoelt het niet raar hoor, want ze is echt een lieverd, maar dit is een typisch voorbeeld van beperkt denkvermogen; niet goed de sociale etiquette weten. Hoewel ik denk dat veelvuldig appen ook zeker een probleem is dat alle ouders van pubers van dit moment tegenkomen.
Ik heb dan ook regelmatig een gesprek met Nouri hierover. Ik wil dat hij weet dat dit niet normaal is in een relatie. Claimen is never oké. Je hebt het recht op je eigen dingen en bent niet verplicht á la minute aan iemands (in dit geval onverzadigde) vraag naar aandacht te voldoen.
En niet dat ik wil dat Nouri de verkering uitmaakt, maar ik wil mijn zoon wél enige normen en waarden meegeven wat relaties betreft. Voor hem om zich aan te houden, maar ook om te ontvangen.
Voor nu druk ik hem daarom op het hart dat wanneer hij haar gedrag als onprettig ervaart, hij de relatie elk moment kan beëindigen. Want in een relatie hoor je je fijn te voelen en niet opgejaagd door vijfhonderd appjes op een dag of jaloers en/of dominerend gedrag.
En tussen neus en lippen door voeg ik daaraan toe dat hij nog jong is en er meer ‘vissen in de vijver’ zwemmen dan alleen deze.
En daar sla ik blijkbaar de spijker op zijn kop tijdens één van onze gesprekjes: “Ja mam,” Zegt Nouri, “er zijn misschien wel andere meisjes, maar die zien mij heus niet staan hoor.” Is de respons. “Ik ben toch geen echte man? Ik heb geen piemel, dus wie wil mij nou?”
PIJN! Een messteek dwars door mijn moederhart deze opmerking. Wie wil mij nou?
Och arme jongen, je weet niet wat je zegt! Wat jij mist aan centimeters in je broek, maak je meer dan goed met jouw karakter! Jij bent veel méér man dan vele ‘piemels’ die ik ken en heb gekend in mijn leven en ik weet zeker dat er ook andere meisjes gaan komen die jou helemaal accepteren zoals je bent, piemel of geen piemel! (Zo, hoe vaak kun je het woord “piemel” zeggen in één zin?)
Obees
Gelukkig is Nouri nog maar 14 en liggen er nog vele kansen en mogelijkheden open. Heel ver vooruit in de toekomst kunnen we toch niet kijken, maar het idee dat zijn vriendinnetje het enige meisje is dat hem ooit zou willen, daar probeer ik Nouri vanaf te helpen.
Ik leg hem eveneens uit dat het niet fair is voor haar wanneer hij uitsluitend bij haar blijft omdat hij denkt niets beters te kunnen krijgen. Liefde is een gevoel, niet een ‘koopovereenkomst’ of een ‘keuzemenu’. En nu maar hopen dat zijn ietwat kinderlijke brein dat oppikt…
Want voor nu is dat alles wat ik hem mee kan geven. Normen en waarden én een klein beetje meer zekerheid. Mannelijke zekerheid. Wat ik daarmee bedoel? Daar kom ik nu op.
Nouri heeft het fysiek niet makkelijk. Hij was erg jong toen zijn borsten al groeiden en stond toen nog op de wachtlijst voor hormoonmedicatie. Helaas heeft hij daardoor borsten gekregen die hij nu wanhopig probeert te verhullen met een zogeheten binder. (Een soort sport BH, speciaal gemaakt om borsten plat te drukken.)
En sinds hij die oh zo gewilde hormoonmedicatie gebruikt, is hij ook nog eens explosief gegroeid. In de breedte, niet in de hoogte helaas. Van een normaal postuur kind naar obees in slechts een paar maanden tijd. Dat helpt zijn zelfvertrouwen ook niet.
Gelukkig wordt hij dankzij de medicatie niet meer ongesteld en groeien zijn borsten niet nóg verder, maar de prijs die hij daarvoor betaalt is hoog.
We werken keihard aan zijn postuur op dit moment (details daarvan is iets voor een volgende blog) maar voor nu is het vechten tegen de hormonen en op dit moment lijken we aan de verliezende hand te zijn. Het VUmc Amsterdam erkent het probleem. Helaas is het een welbekende bijwerking van deze hormoontherapie.
Voor nu zit er niets anders op dan het termijn uitzitten en wachten tot Nouri eindelijk zijn felbegeerde testosteron mag gaan gebruiken. Nog 220 dagen, 11 uren en 17 minuten. Plusminus dan…
Piemel shoppen
Het hele obees gebeuren in combinatie met vrouwelijke aspecten aan zijn lijf die hij niet wil, maken hem erg onzeker. En ik wil hem graag helpen. Gelukkig hoeven wij niet het wiel opnieuw uit te vinden. Vele transgenders gingen ons voor. We vinden steun, (h)erkenning en tips en trucs in een besloten Facebookgroep en geloof het of niet: er zijn best veel hulpmiddelen verkrijgbaar.
En zo kom ik terug op het begin van deze blog: Nouri en ik bevinden onszelf in de online shopwereld van de piemel protheses.
Ik heb Nouri heel vaak op het hart gedrukt, dat wanneer hij interesse heeft in dergelijke dingen, hij gerust kan komen. Uiteraard werd daar in het verleden over gegiecheld, maar het feit dat hij daar nu – na aanleiding van ons vriendinnen gesprekje – over begint, maakt me enorm blij en trots. Wat fijn dat hij me in vertrouwen neemt!
En nu achter het scherm van de computer merk ik dat er niet meer gegiecheld wordt bij het zien van de protheses, maar met voorzichtige interesse (want een béétje weird is het toch wel, piemel shoppen met je moeder) gekeken wordt. Hoewel, niet giechelen? We schieten beide in de slappe lach wanneer we “Mister Limpy” voorbij zien komen. Who the heck heeft die naam bedacht?
Anyway, we houden hem erin, Mister Limpy! In de onderbroek dan vooral haha. Naast een nieuwe binder zit er dus ook een “Mister Limpy” in ons winkelwagentje en een heuse “Packing Pouch”. Dat is dat ding waar Mister Limpy in komt te zitten, die je dan weer in iedere onderbroek of zwembroek kunt doen.
Ik hoop hem met deze aankoop toch een beetje meer mannelijke zekerheid te kunnen meegeven. Want verder sta ik een toch wel met mijn rug tegen de muur. Hoe help je je kind in deze situatie? En gaat het hem helpen? Ik heb werkelijk geen idee. Dit is voor ons allemaal een primeur!
Het gevoel van een bobbel in je broek hebben als man, zal ongeveer vergelijkbaar zijn met die twee bobbels onder je T-shirt als vrouw. Je kunt ermee pronken, je vrouwelijk voelen, maar als het ontbreekt, kan het je rete onzeker maken. Dat zal voor een man niet anders zijn neem ik aan.
Maar écht weten en snappen doe ik het niet. En mijn echtgenoot denk ik ook niet. Alle vragen over piemels zouden normaal gesproken voor de man des huizes zijn, maar ik vrees dat ook hij hier moet afhaken: “Pap, hoe heb jij je piemel vastgemaakt in je onderbroek?”
Lees ook:
- Onderzoek: Nederlandse LHBTI-kinderen voelen zich steeds minder fijn op school
- Zien! Het prachtige verhaal van Ryland (6)
- 6x Boeken voor jongens die ‘anders’ zijn