Bevallingsverhaal Sjors: ‘We hebben niet genoeg zuurstof, de ambulance is onderweg’
Mooi, ontroerend en bijzonder: ieder bevallingsverhaal is uniek. Langdurige en snelle bevallingen, thuis en in het ziekenhuis, met en zonder pijnstilling, keizersnedes en vaginale bevallingen: alles komt langs in deze rubriek. Deze week lees je het bevallingsverhaal van Sjors die vijftien jaar geleden beviel van haar eerste zoon.
Bevallingsverhaal: de statistieken
Moeder: Sjors (22)
Start bevalling: Weeën
Zwangerschapsduur: 39 weken en 2 dagen
Duur bevalling: 7 uur
Plaats: Thuis
Pijnstilling: Geen
Manier van bevallen: Natuurlijk
Bijzonderheden: Zwakke hartslag en geen alertheid van de baby
Gewicht kindje: 3030 gram
Hoeveelste kind: eerste kindje
Bevallingsverhaal: dit ging eraan vooraf
“Ik vind het heerlijk om zwanger te zijn. Het vrouwelijke lichaam wat een compleet mensje maakt blijft bewonderenswaardig. Dit is mijn eerste kindje en ik kijk er enorm naar uit om hem of haar te ontmoeten. We weten het geslacht niet en dat vind ik extra leuk. Ik voel me ook enorm vrouwelijk met al die rondingen en ik ben niet veel aangekomen, tien kilo precies. Een perfecte zwangerschap dus.”
Bevallingsverhaal Sjors
01.00 uur
“Ik word wakker en ik moet naar de wc. Daarna ga ik weer terug, maar toch lig ik onrustig te draaien. Een half uurtje later nog maar een keertje naar de wc. Ik maak mijn man wakker en zeg dat ik krampen heb, maar dat ik niet zeker weet of dit het is. Hij moet om vijf uur richting zijn werk in Amsterdam, dus hij kan zijn werk beter even inlichten.
04.00 uur
Na wat weg te dommelen komen rond vier uur toch de krampen wat vaker en besluit ik het bij te houden. Ik maak mijn man opnieuw wakker en hij besluit de verloskundige te bellen. Ze wil me even aan de telefoon en we spreken af dat ze rond half zes langs komt. Ook mijn beste vriendin is gebeld en komt onze kant op.
05.30 uur
Ik lig in bed en ondertussen staat de televisie aan. Mijn vriendin is bij me gekropen. We kletsen en slapen wat. De verloskundige komt om half zes kijken hoe het gaat. Ze voelt, ‘het is duidelijk begonnen’, zegt ze, maar nog wel pas drie centimeter. Het voelt als een teleurstelling, maar ik laat me niet demotiveren. We zien wel hoe het gaat. De verloskundige gaat weer weg en spreken af dat ze rond half tien weer komt kijken.
09.30 uur
Het is al zwaarder en ik loop wat door het huis, beetje hangen en wiegen over de wasmachine helpt wel. Ik wissel heel erg af tussen het bed en de badkamer. Dan komt de verloskundige weer een kijkje nemen en ziet ze dat de weeën heftig zijn. Toch zit de ontsluiting pas op vier a vijf centimeter.
Dat is balen zeg. De moed zinkt me even in de schoenen, tot ze zegt dat eventueel het breken van de vliezen kan helpen de rest in werking te zetten. Dat wil ik! Zo gezegd zo gedaan en om tien uur stap ik onder de douche. De verloskundige zegt pas om één uur weer terug te komen.
11.00 uur
Ik weet niet meer waar ik het zoeken moet. Douchen is te benauwend en liggen en lopen is ook niks. Alles staat me tegen. Ik heb het gevoel alsof ik moet spugen. Mijn man besluit toch om de verloskundige te bellen, dus daar is ze weer. Ik vertel haar dat ik het gevoel heb alsof ik moet spugen en ze zegt me dat het vaak voorkomt bij zes tot acht centimeter ontsluiting. Ze heeft gelijk, ik zit op zes centimeter. Nog even te gaan dus…
12.30 uur
Dan gaat het ineens snel. Ik moet naar de wc voor een boodschap en de bevalling gaat gewoon verder. Toch ervaar ik het niet als heftig. Ik kan maar geen fijne houding vinden, alleen liggend op mijn zij is oké. Luisterend naar de gesprekken die er gevoerd worden.
En dan om half één heb ik eindelijk volledige ontsluiting. Ik mag persen en ondertussen wordt er geluisterd naar het hartje van ons kindje. Alleen helaas, die klinkt niet zo best. Het gaat voor een groot deel langs me heen, ik focus me vooral op wat mijn lichaam aangeeft, persen.
Met verschillende pershoudingen bekijkt de verloskundige waar ons kindje het het beste op doet, het moment dat ze instrumenten klaar legt voor een eventuele knip merk ik op. ‘Niet knippen, laat het gebeuren. Niet knippen’, zeg ik. Bij perswee twee is de hartslag van de baby echter te slecht. ‘Sjors je kleintje heeft het zwaar, als het niet komt bij de volgende wee moeten we naar het ziekenhuis’, zegt ze.
Als ik dit hoor komt er een oerkracht naar boven: ‘Ziekenhuis? Echt niet!’ De verloskundige besluit samen met de kraamzorg om een buikexpressie te doen bij de eerst volgende perswee. Een soort zetje voor de baby. Het werkt en ons kindje wordt na drie persweeën, geboren om 12.40 uur.
12.40 uur
Daar is ons kindje: ‘Is alles goed?’ Is het eerste wat ik vraag. Ik krijg geen reactie, ik vraag het nogmaals; ‘Gaat het goed?!’ Ik hoor geen gehuil… Ze leidt me af met het geslacht dat het een jongetje is. Ik ben even helemaal verbaasd omdat we dachten dat het een meisje zou zijn. Het zuurstof-flesje komt er nu aan te pas: ‘Sjors, hij heeft het te zwaar, zijn eerste score is een drie en we hebben niet genoeg zuurstof, de ambulance is onderweg.’ Ik ben rustig en voel dat dit het beste is voor mijn zoon. We besluiten dat mijn man sowieso mee gaat met de ambulance.
13.10 uur
Ons kleintje pruttelt nog steeds, de ambulance is gearriveerd, alleen de couveuse kan de draai niet maken op de galerij. Dus nemen ze hem mee gewikkeld in doeken. Mijn man gaat mee en ik vraag hem de camera mee te nemen voor foto’s. Mijn man is bij zijn zoon, in enorme angst. Ik ben zonder mijn zoon in afwachting van wat ze voor hem kunnen betekenen. De placenta komt nog en ik wordt opgelapt. De verloskundige vraagt hoe het met me gaat en ze vindt dat ik heel erg rustig ben, waarop ik antwoord met: ‘Hij is beter af daar waar ze hem kunnen helpen, in paniek raken daar schiet ik niks mee op.’ Zodra ik klaar ben wil ik naar het ziekenhuis samen met mijn vriendin. Ik heb inmiddels bericht gehad dat hij zijn huiltje heeft laten wachten tot hij gearriveerd was bij de zes man die op hem stonden te wachten bij de ingang. Gelukkig!
16.00 uur
In het ziekenhuis mag ik vanaf een afstandje naar hem kijken. Hij ligt op de kinderafdeling, in een warmte bedje aan toeters en bellen. De verpleegkundige is alles behalve vriendelijk en geeft me weinig informatie op alle vragen die ik haar stel. Daar sta ik dan, een kersverse moeder, naar een kindje te kijken wat ik net zelf heb gebaard wat alles behalve zo voelt. Ik wil hem vasthouden, aan hem ruiken en hem knuffelen. Maar dat mag niet. Ik mag alleen af en toe het kamertje in.
Ze vertellen me dat ik een plek kan krijgen ergens aan de andere kant van het ziekenhuis op de kraamafdeling tussen de moeders die wel hun kindje bij zich hebben. Alles in mij schreeuwt: ik wil dit niet, ik wil mijn zoon bij mij hebben. Bovendien ben ik doodop en wil ik naar bed. Mijn man brengt me thuis en gaat zelf terug om de familie in te lichten en om zijn zoon te laten zien. Later op de avond komt hij thuis met goed nieuws, hij is van het apparatuur af. Ze willen hem ter observatie een nachtje houden, maar morgen mag hij met ons mee. Die nacht is heftig, ik maak me zorgen, maar ik ben zo moe dat ik slaap als een roos. De volgende morgen kan ik niet wachten en gaan we heel vroeg naar het ziekenhuis, daar mag ik hem vasthouden en komen de tranen die ik die vierentwintig uur heb vastgehouden. Oh man wat hou ik van dit kleine mannetje zeg!”
Bevallingsverhaal: hoe is het bevallen
“De hele bevalling viel me mee. Ik vind het bijzonder dat het vrouwelijke lichaam dit aan kan en je eigenlijk in een soort stadium komt dat je in jezelf gekeerd bent en de omgeving vergeet. Mijn zoon check ik om de zoveel tijd of hij nog wel ademt en mijn partner heeft aan deze bevalling wel een trauma over gehouden. Ik heb het zelf heel anders ervaren. Natuurlijk was ik geschrokken, je staat machteloos, maar paniek had me nergens gebracht. Gelukkig is onze zoon gezond en heeft hij er niks aan overhouden!”
Bevallingsverhaal Julia: ‘Ik lag op de badkamervloer en zag dat het vruchtwater donker was’