Bevallingsverhaal Marije: ‘Ik had het gevoel dat pijnstilling me een zwakkeling zou maken’
Mooi, ontroerend en bijzonder: ieder bevallingsverhaal is uniek. Langdurige en snelle bevallingen, thuis en in het ziekenhuis, met en zonder pijnstilling, keizersnedes en vaginale bevallingen: alles komt langs in deze rubriek. Deze week lees je het bevallingsverhaal van Marije.
Moeder: Marije (34)
Start bevalling: Ingeleid
Zwangerschapsduur: 37+5 weken
Duur bevalling: 3 uur
Plaats: Ziekenhuis
Pijnstilling: Remifentanil
Manier van bevallen: Natuurlijk
Bijzonderheden: Lichte zwangerschapscholestase
Gewicht kindje: 2634 gram
Hoeveelste kind: Tweede
Hoe het begon
“Na het wekenlang thuiswerken in de lockdown was ik erg toe aan mijn verlof. Dat zou het moment zijn dat ik weer naar buiten kon. Ik zag het helemaal voor me. Maar niks bleek minder waar.
Ik kreeg vreselijke migraines waardoor ik in de eerste twee en een halve week van mijn verlof in een donkere kamer in bed lag. Toen mijn handen en voeten begonnen te jeuken en de baby steeds vaker stil werd, trok ik aan de bel. Ik kwam onder controle bij het ziekenhuis wegens milde zwangerschapscholestase en werd vaste klant aan het CTG.
Toen ik weer een migraine voelde aankomen en ‘s nachts urenlang wakker had gelegen van de jeuk, was ik het zat. Ik zag het niet gebeuren dat ik in die staat een zelfde soort bevalling aankon als de vorige keer; snel met een erg heftige weeënstorm.
Die ochtend voelde ik ook de baby weer uren niet (krachtig) bewegen, dus mocht ik weer naar het ziekenhuis voor een CTG. Daar werd de knoop doorgehakt door de verloskundige: ‘Jij gaat vandaag bevallen en daarmee klaar.’
De bevalling
De baby deed het gelukkig goed aan het CTG, maar mijn energie was opper dan op. Ik wist niet goed wat ik van een inleiding kon verwachten, maar het leek me een prettig idee dat het onder die gecontroleerde omstandigheden zou gebeuren.
De verloskundige checkte de staat van mijn baarmoedermond en bracht me het goede nieuws dat ik al zo’n drie centimeter ontsluiting had. Ik werd opgenomen en naar een bevalkamer gebracht waar alles zou beginnen.
12.15 uur
Toen ik eenmaal geïnstalleerd was kon de verloskundige mijn vliezen breken. Omdat ik al ruim genoeg ontsluiting had hoefden ze niet eerst een ballonnetje te plaatsen en konden we rustig afwachten of het breken van de vliezen de weeën zou opstarten. En dat gebeurde.
Het begon erg licht, als een soort mentruatiekramp. Na een tijdje merkte ik dat het wat sterker werd, maar ik liep nog vrolijk rond. Omdat we niet wisten hoe lang we in het ziekenhuis zouden zijn, had mijn vriend zijn boek en de iPad meegenomen. Misschien konden we zelfs om 15.00 uur nog wel de F1 race kijken. Wie weet?
Ik begon aan een serietje en hij aan het boek. Tussendoor kwamen er wat krampjes voorbij.
14.00 uur
Mijn vriend zat rustig zijn boek te lezen, terwijl de weeën bij mij nu toch echt wat begonnen voor te stellen. Ik pufte de weeën weg op het riedeltje dat ik nog had onthouden van de bevallingscursus tijdens mijn vorige zwangerschap. De verpleegkundige kwam langs en zag aan het CTG dat het nu echt begonnen was.
14.50 uur
Ondanks dat de weeën naar mijn gevoel al lekker op gang waren, kreeg ik oxytocine toegediend. De verloskundige gaf aan dat het toch wel echt wat krachtiger mocht worden nu, en dat gebeurde ook. Ik bleef rondlopen en ving de weeën op mijn hurken, leunend op het bed op en wiegde heen en weer terwijl ik op het riedeltje pufte: ‘Deze wee komt nooit meer terug.’
Ik herinnerde me nog iets anders van de cursus van vier jaar geleden. Je zou tijdens de ontsluitingsweeën het proces een beetje kunnen helpen door tijdens de wee naar beneden te ademen, en daarmee de druk naar beneden te verhogen. Een soort persen, zonder echt te persen. Dit was me tijdens mijn vorige bevalling niet gelukt omdat ik overspoeld werd door de weeënstorm. Maar ik voelde nu de rust en concentratie om het uit te proberen.
Los van dat dat een prettig idee was, voelde het ook een stuk prettiger. En zo ging ik nog een tijdje door.
15.30 uur
De verloskundige kwam weer binnen. Ze zag dat de kracht van de weeën stagneerde en checkte mijn ontsluiting. Ik gokte op zo’n zeven, misschien wel al acht. Maar nee. Het was vijf centimeter. Ze besloot de oxytocine wat te verhogen.
De weeënkracht nam behoorlijk toe en nog geen vijf minuten later merkte ik dat ik er niet meer zo lekker in zat. Het puffen en wiegen werkte niet meer en tijdens de weeën wilde ik alleen nog maar huilen. Toen de verloskundige vroeg hoe ik erin zat, gaf ik aan dat ik misschien toch wel zo een beetje zou willen beginnen met pijnstilling…?
Op de een of andere manier voelde ik me daar bezwaard over. Ook voor én na mijn vorige bevalling heb ik altijd gezegd dat ik sowieso pijnstilling wil als ik het niet meer zou trekken. Desondanks bekroop me het gevoel dat dat me een soort zwakkeling zou maken – het was vorige keer toch veel zwaarder, en toen had ik het ook zonder overleefd. Dus waarom nu niet?
Mijn vriend zag me worstelen en herinnerde me aan mijn stelligheid de afgelopen jaren. Ik hakte de knoop door en vroeg om remifentanil, een morfinepompje.
Nog geen vijf minuten later zat ik op bed met mijn ogen dicht en het knopje in mijn hand. Het was heerlijk! Tussen de weeën door kon ik op het knopje drukken waardoor ik volledig ontspande. De weeën deden nog steeds pijn, oké iets minder, maar ik kreeg meer rust in mijn hoofd waardoor ik me beter kon concentreren op het wegpuffen van de wee.
Na ongeveer een uur inmijn eigen wereldje, begonnen de weeën weer een stuk sterker te worden. De verloskundige dacht dat het nu snel zou beginnen, en dat deed het. Nog geen tien seconden later schreeuwde ik dat ik die baby eruit moest persen.
16.50 uur
De verloskundige vroeg me even te ‘proefpersen’. Gewoon even kijken hoe dat ging. Ik zag haar gezicht veranderen van geruststellend naar alert. ‘Oké, jongens. Ik zie het hoofdje al. Over een paar minuten hebben we een baby.’
De eerstvolgende wee mocht ik persen. Twee keer. In eerste instantie voelde ik een pijn waar ik van schrok. Ik wilde me inhouden, maar herinnerde me ineens dezelfde pijn van de vorige bevalling. Een pijn waar je het liefst van wegrent, maar die juist beter wordt wanneer je ernaartoe perst. Dus dat deed ik.
En plots een nieuwe sensatie. Een brandende sensatie om precies te zijn. The ring of f*ing fire. Het hoofdje stond binnen één perswee al klaar om naar buiten te komen, maar de verloskundige beval me druk erop te houden en de volgende perswee weg te puffen. Het zou zo te snel gaan en met het risico dat ik kon uitscheuren. De wee erna mocht ik weer persen en op de eerste pers floepte ze naar buiten.
16.55 uur
Toen haar armpjes eruit waren mocht ik haar aanpakken en trok de rest van haar lijfje verder naar buiten. Daar was ze. Ons kleine mini baby’tje. Ik had nog nooit zo’n klein mensje gezien. Ze was nog helemaal wit van het huidsmeer en slechts 2634 gram. Nét groot genoeg om zonder problemen mee naar huis te mogen.
Hoe is het bevallen?
Ik was zo blij dat het voorbij was, maar vond de bevalling hemels vergeleken met de vorige. ‘Doe mij er zo nog maar tien’, heb ik naderhand vele malen geroepen. Ik had voor mijn gevoel alle controle en kon er zelfs een beetje van genieten.
Achteraf voelde ik me heel sterk. Dat ik het zelf heb gedaan. Dat ik wél pijnstilling heb genomen, waardoor ik volledig controle hield over de situatie.”
Lees ook:
- Op een natuurlijke manier je bevalling opwekken, hoe doe je dat?
- 9 x goudeerlijke gedachtes die iedere moeder heeft na de bevalling