Laurien: ‘Ben ik de enige bakfietsouder met deze dagelijkse struggles?’
Met drie kinderen is er altijd wel iets wat redacteur Laurien bezighoudt. Ze schrijft graag over van alles wat met (haar) kinderen en opvoeden te maken heeft. Een tip: lees het met een knipoog. Dit keer gaat haar column over de struggles die vele ouders met een bakfiets zullen herkennen.
“Het leven van een bakfietsouder gaat niet over rozen. Als de bakfiets je enige vervoersmiddel is, wat in mijn geval zo is, want ik rij geen auto, dan ben je dus afhankelijk van dat ding. ’s Morgens vroeg met het zadel los in je hand staan, is dan niet ideaal kan ik je vertellen. Het dingetje waarmee je het zadel hoger en lager zet was afgebroken. Want: met mijn 1:58 meter en de 1:89 meter van de man, verzetten we dat zadel dagelijks. Anyway, aan de wandel dan maar. Het kind kwam net op tijd de klas binnenlopen en ik kon weer terug met de benenwagen.
En dan is er nog de regenkap. Of regenhuif, hoe je het wilt noemen. Dat enorme ding over de bak dat de kinderen droog en uit de wind houdt. Een topding, behalve als het waait. Die huif vangt namelijk superveel wind en zie dan het stuur maar eens in bedwang te houden. Ik dacht dat ik alle plekken nu wel kende, waar windvlagen vanuit het niets aan komen waaien. Maar van de week vloog ik opeens de autoweg op, net achter een auto langs. Het scheelde een haar. Gelukkig reed daar niemand achter en zaten de kinderen er niet in. Of misschien was dat juist de reden, want daardoor is de bak een stuk lichter. Die windvlaaghotspot staat nu ook op m’n lijstje erbij. Het moment om het stuur net wat steviger vast te houden.
Elke ochtend dezelfde zinloze discussie over die bakfiets
Een andere situatie doet zich dagelijks voor. Elke ochtend heb ik dezelfde zinloze discussie met de oudste. Over de ruimte in de fiets. Met z’n drietjes is het wat krap, dat geef ik toe. En volgens mij is mijn zoon een meter gegroeid in de kerstvakantie, want opeens ‘past het niet meer’. Dan ga je zelf fietsen, stelde ik voor. Maar nee, daar heeft ‘ie geen zin in. Lopen dan? Ook niet (snap ik). Tja… dan zit er niets anders op dan jezelf ertussen wurmen, maar graag zonder gezeur. Iedere ochtend een discussie over de beperkte ruimte in de bak, daar maak je mij namelijk niet blij mee.
Dus ik mag niet zeuren, vraagt hij? Nou liever niet, maar dat zeg ik niet. Ik leg hem uit dat hij best mag zeuren, maar als ik dan niet ingrijp, dan slaat het om tot ruzie met zijn broertje en zusje. Dan wordt er geduwd en af en toe een schop(je) uitgedeeld om maar een beetje extra ruimte te hebben. Dat gaat dan over in geschreeuw tegen elkaar (de kinderen) en vervolgens heb ik drie huilende kinderen in de bakfiets zitten. Al fietsend vraag ik me af of deze kinderen nou zo verwend zijn of dat dit gewoon de discussies van vandaag de dag zijn.
Een pijnlijke uitgave
Want hoe luxe is het om in zo’n bak naar school gereden te worden? Wil ik ook wel, naar m’n werk. Lekker nog even chillen, genieten van de frisse lucht en de omgeving. Hobbelend over de weg waar je niet op hoeft te letten, want dat doet iemand anders voor je. Droog, ook een groot voordeel. Maar oké, ik snap dat een dreumes en een peuter en een bijna zevenjarige dat niet kunnen beseffen nog. Dus besloot ik dat er een bankje bij moet. Oh ja, dat had ik er niet bij verteld: de grootste zit op de bodem van de bakfiets. Zit misschien ook niet heel lekker, dus misschien zijn deze discussies ook een beetje mijn eigen schuld.
Ik stel voor aan mijn zoon om er een extra bankje in te zetten. Hij wordt meteen rustig, dat is een goed teken. Even later kruip ik achter mijn laptop op zoek naar een bankje. Geloof mij: van die prijzen word je ook niet blij. Een leuk dilemma wel: elke ochtend een zinloze discussie of een keer een pijnlijke uitgave. Ik kies voor het laatste. Een extra trui aan en de verwarming deze maand maar een paar graden lager zetten dan. Alles voor de kinderen, nietwaar?”
Laurien: ‘Genoeg over de brutale puberdochter, wat dacht je van vader Zeldenrust’