Babypap: wanneer en hoe begin je ermee?
Je baby maakt in de eerste maanden veel ontwikkelingen door. Voor je het weet kun je al beginnen met wennen aan vast voedsel. Als je kleintje vier maanden is, kun je met hapjes en babypap oefenen. Wat is het nut van babypap, en hoe pak je het aan? Dat lees je in dit artikel.
Beginnen met babypap
Je kunt vanaf vier maanden beginnen met babypap. Dat betekent natuurlijk niet dat alle ouders er dan stipt mee moeten beginnen. Probeer eens wat rijstebloempap en kijk hoe het valt. In deze pap zitten nog niet zoveel vezels, waardoor het een goede keuze is om mee te beginnen. Zo kan je kindje wennen aan de vezels en aan dikker voedsel dan borstvoeding of opvolgmelk.
Omdat rijstebloempap arseen bevat, raadt het Voedingscentrum aan om dat niet dagelijks te geven. Het kan in hoge concentraties namelijk mogelijk schadelijk zijn voor de gezondheid. Wissel af met bijvoorbeeld een groente- of fruithapje als je kindje tussen de vier en zes maanden oud is.
Pap klaarmaken
De pap maak je klaar volgens de instructies op de verpakking. Hier staat vaak een verhouding op tussen de hoeveelheid pap en melk die je met elkaar mengt. Het handigst is om voor het maken van babypap opvolgmelk te gebruiken. Moedermelk bevat namelijk enzymen die ervoor zorgen dat de pap dun blijft, terwijl het met opvolgmelk wel lekker dik wordt.
‘Met de paplepel ingegoten’
Als je de babypap hebt klaargemaakt, kun je deze op verschillende manieren aan je baby geven. Het is misschien makkelijk en snel om het in een papfles te geven en in het begin misschien een goede overgang van melk.
Maar er zitten meer voordelen aan pap met een bordje en lepel te voeren. Zo went je baby alvast aan eten met bestek en oefent het gelijk de mondmotoriek. Bovendien gaat het eten van de pap dan iets minder snel, wat beter is voor de spijsvertering van je kleine. De kans op buikkrampjes is dan minder groot.
Opbouwen met vezels
Na de start met rijstebloempap kan je vanaf zes maanden verder opbouwen met vezels. Dit kan bijvoorbeeld met granenpap of een boterham. Je kan een boterham eventueel in het begin nog nat maken met wat melk om het makkelijker eetbaar te maken.
Stap niet direct over op havermoutpap, want dit bevat erg veel vezels en daar is het buikje van je baby nog niet klaar voor. Het wordt aangeraden om dit pas te geven als je kleine een dreumes is.
Groente en fruit
Naast pap zijn ook groente- en fruithapjes een goede manier om je baby te laten wennen aan vast voedsel. Dit kan je in het begin pureren en naarmate dit goed gaat kan je het in steeds grovere stukken voorschotelen, bijvoorbeeld geprakt of kleingesneden.
Het is handig om te beginnen met groente, zodat je kleine alvast went aan bittere smaken. Daarna is de stap naar fruit wat makkelijker. Van zoet naar bitter vinden veel kindjes lastiger om aan te wennen. Het wordt ook aangeraden om één smaak tegelijk op te dienen, dus bijvoorbeeld gepureerde wortel of gepureerde broccoli. Pas na gewenning wordt het aangeraden om smaken met elkaar te mengen.
Op naar vast voedsel!
Je kindje maakt veel ontwikkelingen door. De overgang van borstvoeding of opvolgmelk naar vast voedsel is daar een van. Niet bij iedere baby gaat dit in hetzelfde tempo en met veel gemak, dus blijf vooral letten op hoe je kleintje erop reageert. Gaat het goed, dan kan je verder opbouwen. Heeft je kindje last van buikkrampjes, dan kan je beter een stapje terug doen. Zo bepaal je het tempo en maakt ook jouw baby de overstap naar vast voedsel!