9 vaardigheden die alle jongensmoeders gewoon moeten bezitten
Het minst verrassende gegeven over het opvoeden van jongens is misschien dat ze vaak voldoen aan het stereotype beeld. De meesten (niet alle jongens) houden van ‘vechten’, raken vaak gewond en zijn eigenlijk stokzwaaiende kleine duiveltjes. Als jongensmoeder moet je bepaalde vaardigheden bezitten om hiermee om te gaan.
Wat jongensmoeders al niet leren
Met zonen leer je als moeder dingen leuk te vinden waarin je voorheen nooit geïnteresseerd was. Je leert de beste plekken om te graven naar wormen, je bouwvaardigheden worden aangescherpt als je een LEGO-bouwwerk van 388 stukjes in elkaar moet zetten met je zoon. Je leert (eindelijk) het verschil tussen amfibieën en reptielen, maar de volgende vaardigheden MOET je als jongensmoeder sowieso bezitten:
1. Je hoofd cool houden middenin de chaos
Je kunt ons onaangedaan midden in een ruimte zetten waar kinderen vanaf twijfelachtige hoogten vliegende sprongen maken, waar ze spontane worstelwedstrijden beginnen, waar ze klimmen en hangen op en aan alles waar ze überhaupt op denken te kunnen klimmen of aan kunnen hangen, en waar de voetballen ons om de oren vliegen.
Dat doet ons (jongensmoeders) niets. Dat zijn we namelijk gewend. Daarom storen we ons er niet aan, omdat we weten dat dit er nu eenmaal bij hoort in een mannenhuishouden. En je wordt ook meteen…
2. Immuun voor al het wapengeweld
Zelfs als je alle speelgoedwapens verbant uit je huis, dan nog hebben de meeste jongens een voorliefde voor vuurwapens. Al vanaf een jar of twee komens ze al ‘piewend’ thuis van de crèche.
Hoe verontrustend dit ook mag klinken voor pacifistische ouders, ik realiseerde me laatst dat deze manier van spelen best gezond kan zijn. Door te spelen met pistolen en zwaarden kunnen jongens de dynamiek van relaties, hun gevoel voor correct of fout (en goed en gemeen) en hun eigen agressieve impulsen ontdekken.
Dus in plaats van al het wapengeweld te verbannen, kun je je zoon beter vertellen over de gevaren van echte pistolen en zorgen dat hij snapt dat andere kinderen wel bang kunnen worden van zijn geschiet. Maar als jongensmoeder kun je er natuurlijk wel tegen. Je bent er immuun voor geworden. Mocht er toch iemand gewond raken, dan kan jij namelijk heel goed:
3. Druipende wonden behandelen alsof je bij de Eerste Hulp zit
Als ik hoor dat er iets is gebeurd met m’n kinderen, zeg ik als eerste: ‘Is er bloed?’ – omdat als je ziet hoe wild en onverwacht ze zijn, dat een heel normale vraag is.
Gebroken lippen, gaten in hoofden, bloedneuzen – het hoort er allemaal bij. Elke jongensmoeder heeft een voorraad medische benodigdheden die groot genoeg is om elke eerste hulp-afdeling te bevoorraden. Ook weet ze snel de ernst van het letsel te bepalen én de beste manier om het te behandelen, en dat alles zonder blikken of blozen. Cos that’s how we roll.
4. Codetaal begrijpen
Als jij de huh’s kunt onderscheiden van de hmm’s, die je zoon gebruikt als tweede taal, dan ben je al een topper als jongensmoeder. Hoe ouder zonen worden, hoe minder ze te lijken reageren op je vragen en hoe minder vaak ze antwoorden in volle zinnen (dat is althans wat ik bij familie en kennissen zie). Of ze antwoorden in halve zinnen. Of met enkele woorden.
Dus probeer nu hij nog klein is, je die taal eigen te maken. Dan heb je er straks als hij een puber is veel profijt van. En dan weet je het vanzelf als hij de ik-doe-net-of-ik-luister-maar-ik-denk-eigenlijk-aan-sport-of-iets-anders-behalve-aan-wat-zij-echt-zegt fase heeft bereikt. Al bereiken ze die fase doorgaans pas als ze gaan samenwonen.
5. Het uitzoeken en verbannen van pislucht
Want plas is overal. Op de vloer, achter het toilet, op de wc-muur. Over de hele wc-bril die ze vertikken omhoog te zetten. Schijnbaar kost het tijd en aandacht om niet de hele wc nat te maken terwijl je staat te plassen.
Als moeder van jongens weet jij dus als beste hoe je dit (gezeik) snel moet oplossen en heb je een pakje hygiënische wc-doekjes op de wc staan en denk je eraan dat – tenzij er poep bij komt kijken – je kind nooit op zo’n vieze bril van een openbaar toilet hoeft te zitten. Want je zonen kunnen wel achter een boom in het park plassen. Ja, dat lukt ze dan weer wel.
Lees ook: Zindelijkheidstraining bij jongens: wanneer leer je ze staand te plassen?
6. De mooiste takken uit kunnen kiezen
Ja, ze kunnen geweren zijn en zwaarden, maar stokken of takken kunnen ook magische toverstokken worden of een sneeuwschepper. En als hij er eentje in zijn hand heeft, kan je zoon zichzelf omtoveren tot wat hij maar wil: een ninja, ridder, een tovenaar of een houthakker.
Mijn zoons zijn alles al duizenden keren geweest. Heb je zoon’s fascinatie voor stokken en takken lief – ze zijn het goedkoopste, meest fantasierijke speelgoed wat er bestaat. En zorg voor een goede opbergplek voor zijn mooie verzameling: in de schuur, tuin of op het balkon. Hij zal je eeuwig dankbaar zijn.
7. Vlekken verwijderen
Met jongens komt er rommel. En rommel betekent vlekken. Als je zoontje vergeet zijn spijkerbroek te vervangen voor een oude broek, maar wel gaat voetballen op een modderig veld. Als hij gewond raakt (zie punt 3) bij het spelen en zijn kleren onder het bloed zitten. Of als je peuter je make-up heeft ontdekt en daarmee een kunstwerk maakt op zijn kledingkast. Gelukkig bezit elke jongensmoeder veel vlekken-verwijder-kennis én een scala aan vlekkenverwijderaars.
8. Mannenproblemen aanpakken
We weten dat jongens een groot hart hebben dat makkelijk breekt. Ze laten het misschien niet altijd zien of verwoorden hun gevoelens anders. Maar juist daardoor hebben wij jongensmoeders een zesde zintuig ontwikkeld, zo zien we zelfs de dingen die onze zonen níet zeggen. En dan kunnen we het er met ze over hebben. We kunnen ons goed inleven in het mannelijke perspectief, maar behandelen ons kind met een vrouwelijke touch. En dan maken we er een platte grap over, want we doen alles om hem te zien lachen.
9. Knuffelen
Hoewel jongens houden van nepgevechten met zwaarden en takken, kunnen ze ook heel knuffelig zijn. Voor ons, jongensmoeders, is dat vrij logisch te verklaren: jongens zijn vaak meer geneigd fysiek te worden dan hun vrouwelijke soortgenoten en ze laten hun gevoelens graag zien door aanraking.
Jongensmoeders laten zien dat ze dit waarderen door de knuffels blij in ontvangst te nemen (wat zouden we anders kunnen?) en hen terug te knuffelen in tienvoud. We weten dat we onze zonen niet pamperen door ze vast te houden, te dragen en te kussen.
Geen enkel onderzoek heeft ooit aangetoond dat een sterke moeder-zoonband slecht zou zijn, maar onderzoeken laten wél zien dat mannen die vroeger een minder goede tot slechte band met hun moeder hadden, vaker agressieve, gewelddadige kinderen worden. Dus moeders: weet wat je te doen staat.
Lees ook:
- Was je eerste een meisje en moet je nu een jongen opvoeden? Dit moet je weten
- Dit is waarom het oké is als je zoon een gevoelige jongen is