8 dingen die je beter niet tegen je kind kunt zeggen
Natuurlijk, er zijn de voor de hand liggende dingen die je nooit tegen een kind moet zeggen (categorie: ‘Ik zou willen dat ik je nooit had gekregen’ of ‘Jij bent de reden dat we gaan scheiden’). Maar het zal je verrassen hoeveel dingen we terloops zeggen waarvan we denken dat het niet verkeerd is, terwijl je daarmee wel het zelfvertrouwen van je kind schaadt.
Deze dingen kun je beter niet tegen je kind zeggen
Acht dingen waar je nog een keer extra over na moet denken voordat je ze tegen je kind zegt!
1. ‘Ik weet dat je beter je best kunt doen’
Gefrusteerd door een zoon of dochter die veel meer kan bereiken op school, sport, tijdens muziekles en dergelijke? Hoewel je (hopelijk) niet zulke lullige dingen zegt als: ‘je bent lui’, zeg je wel dat je niet tevreden bent met de moeite die ze doen. Hierdoor wordt je kind ontmoedigd en krijgt hij alleen maar minder zin om zijn best te doen. Ben duidelijk in wat je verwacht: ‘als je eerst je kamer opruimt, kun je daarna buitenspelen. En wat betreft school: ben positief als ze een keertje wel extra hard hun best doen. ‘Wow, dat extra uurtje studeren zie je terug in je cijfer!’
2. ‘Weet je zeker dat je nog een snoepje pakt?’
Je bedoelt het goed, maar je kunt beter dit soort opmerkingen laten als je wilt dat je kind een goed zelfbeeld krijgt. Als je bezorgt bent over wat je kind thuis eet, kom dan in actie in plaats van te praten. Zet de keuken bijvoorbeeld vol met gezonde dingen, in plaats van snoep en koek, en kom samen in beweging. Ga na het eten een eind wandelen.
3. ‘Je doet altijd…’ of ‘Je doet nooit…’
Het is verleidelijk om dingen te zeggen als: ‘Je doet nooit je was in de wasmand’ en ‘Je bent altijd te laat’. Je kinderen worden uiteindelijk wat jij zegt dat ze zijn. Dus als je zegt dat hij altijd vergeet te bellen, heb je grote kans dat hij de jongere wordt die, laat maar raden, nooit belt. Vraag je kind hoe je hem of haar kunt helpen.
4. ‘Waarom ben je niet meer zoals je broer/zus?’
Broers/zussen en rivaliteit gaan hand in hand. Door dit soort dingen te zeggen wordt je kind alleen maar pissig. Door ze te vergelijken zeg je eigenlijk: je broer is goed in voetballen, waarom ben jij dat niet. Probeer juist je kind te stimuleren in zijn eigen ding waar hij goed in is.
5. Ik zei nog: je moet niet wachten tot het laatste moment!
Heb jij een kind op school? Maak dan niet de fout om te zeggen: ‘als je de hele dag gamed, heb je geen tijd om je proefwerk te leren’. Drie keer raden: er gebeurt precies waar jij al voor gewaarschuwd had en dat zeg je hem ook. I told you so. Wat je in feite zegt is dat jij altijd gelijk hebt. Bedenk liever samen een nieuwe manier om te leren.
6. ‘Jij bent de beste in voetballen!’
Het is logisch dat je kind denigreren slecht is (‘Je bent geen danseres’), maar het tegenovergestelde is ook niet goed. Dit komt omdat het grenzen stelt. Als je altijd roept dat je kind zo slim is, krijgt hij waarschijnlijk faalangst en is bang om niet goed genoeg te zijn. Dat je kind ergens plezier in heeft is het belangrijkste, of hij nu wel of niet goed is in voetbal. Focus liever op het harde werk: ‘Je bent er iedere training en doet heel goed je best’.
7. ‘Omdat ik het zeg!’
Je hebt het vast al honderden keren meegemaakt. Je heb geen tijd om uit te leggen waarom je kind toch die andere outfit aan moet vlak voor een familie-uitje of afspraak. ‘Omdat ik het zeg’, geeft jou alle controle en vergeet alle rechten die je kind ook heeft. Probeer liever: ‘Ik snap dat je liever buiten wil spelen, maar oma vindt het echt fijn als je haar even een kus komt geven’. Op die manier, zelfs als ze mopperen, weten ze wel dat hun gevoel er ook toe doet.
8. ‘Ik hoop dat je niet meer met Sam speelt, ik mag hem niet’
Waarschijnlijk zijn er een paar vriendjes die je om de een of andere reden niet zo mag. Maar op het moment dat je dit uitspreekt wordt dat kind alleen maar meer interessant voor jouw kind. Bedenk eerst voor jezelf waarom je het vriendje niet zo mag. Not your cup of tea of ben je ergens bang voor? Is het voor het eerst? Laat ze gewoon spelen. Ben je ergens bang voor? Vraag dan je kind open vragen over waarom hij dit kindje zo leuk vindt en waarom ze graag samen spelen. Het is belangrijk om samen te communiceren over normen en waarden, goed en fout en zo verder.
Lees ook:
5 dingen die je wel en 5 dingen die je juist niet tegen je kids moet zeggen