5x door deze antwoorden te geven stopt je kind met drammen en zeuren
Zeuren om snoep, speelgoed of iets anders dat ze koste wat kost willen. Kinderen zijn meesters in drammen. En als je kind eenmaal iets in z’n hoofd heeft, wordt ‘nee’ zeggen alleen maar moeilijker. Hoe zorg je ervoor dat ‘nee’ ook echt ‘nee’ is én blijft? Probeer deze vijf tactieken.
Want: als je uiteindelijk toch toegeeft, heeft je kind meer bereikt dan alleen datgene waar hij over zeurde. Je kind weet nu precies wat hij moet doen zodat jij toch overstag gaat.
Zo stopt je kind met drammen en zeuren
Maar met deze vijf zinnen kun jij het heft in handen nemen en houden en houdt het drammen en zeuren op.
1. ”Je hebt het gevraagd en ik heb geantwoord”
Kind: “Mam, mag ik dit hebben?”
Ouder: “Nee, schat.”
Kind: “Maar mam, ik heb dit nog niet.”
Ouder: “Je hebt het gevraagd en ik heb geantwoord.”
Kind: “Ik krijg echt nooit iets!”
Ouder: “Je hebt het gevraagd en ik heb geantwoord.”
En als je kind nu stug vol blijft houden, dan doe jij dat ook: “Je hebt het gevraagd en ik heb geantwoord.”
2. “Ik ben klaar met deze discussie”
Kind: “Mag Carola blijven logeren?”
Ouder: “Nee, ze is afgelopen week nog blijven logeren.”
Kind: “Alsjeblieeeeft?”
Ouder: “Ik ga hier niet weer over in discussie.”
Kind: “Maar, mam…”
Nu stop je met praten, maar gebruik je je lichaamstaal om je antwoord duidelijk te maken. Buig je hoofd iets naar rechts, kijk je kind aan met een strenge blik en loop gewoon weg.
3. “Dit gesprek is klaar”
Kind: “Mag ik gaan fietsen?”
Ouder: “Nee, het regent buiten.”
Kind: “Maar ik kan mijn regenjas aandoen en het regent maar een beetje.”
Ouder: “Dit gesprek is klaar.”
Kind: “Maar alsjeblieeeft.”
Ouder: “Je hebt het gevraagd en ik heb geantwoord. Dit gesprek is klaar.”
4. “Ik wil je er niet meer over horen”
Kind: “Ik wil deze schoenen hebben.”
Ouder: “Nee, de schoenen zijn te duur.”
Kind: “Maar ik vind die andere niet mooi.”
Ouder: “Je neemt deze schoenen en daarmee is het klaar. Ik wil je er niet meer over horen, anders krijg je vanavond geen toetje/mag je niet op de iPad/etc.”
Kind: “Maar ik heb ze nodig en ik wil ze hebben”
Ouder: “Je begon er weer over. Nu krijg je vanavond geen toetje/mag je niet op de iPad/etc.”
5. “Je hebt mijn besluit gehoord. Als je er opnieuw over begint, volgen er consequenties”
Kind: “Mag ik op de iPad?”
Ouder: “Nee, je weet dat we aan tafel niet op de iPad spelen.”
Kind: “Ik zal er geen eten op knoeien.”
Ouder: “Je hebt mijn besluit gehoord. Als je er opnieuw over begint, volgen er consequenties.”
Kind: “Maar ik beloof het!”
Ouder: “Ik had gezegd dat je er niet weer over moest beginnen. De rest van de dag mag je niet meer op de iPad spelen.”
Voor al deze tactieken geldt dat je kind zich uiteindelijk zal realiseren dat zeuren geen zin heeft en je niet zal toegeven. Zo krijg je respect van je kind en hebben jullie een relatie waarin je kind meteen jouw ‘nee’ accepteert.
Dit artikel werd eerder geschreven door onze collega op JM Ouders.