18 vragen die (succesvolle) ouders zichzelf stellen
Er zijn hoogstwaarschijnlijk periodes geweest waarin je je afvroeg waarom jouw eigen ouders bepaalde dingen deden. Ouders hebben goede intenties, maar ze maken ook fouten. Fouten waar jij als kind van denkt dat je ze nooit zou maken, maar die er stiekem insluipen. Hoe succesvol jullie ook zijn: deze vragen poppen beslist weleens op.
Vaders en moeders doen nou eenmaal dingen die je als kind frustrerend vindt of die je boos maken. Iedere ouder stelt weleens vragen, maar niet iedere ouder stelt ook de onderstaande vragen.
Succesvolle ouders
Daarom: 18 vragen die succesvolle ouders zichzelf stellen. Gebaseerd op wat kinderen van hun ouders verwachten.
1. Investeer ik genoeg tijd in ze?
Of ben je alleen maar aan het rennen en vliegen? Een kind went snel aan een bepaalde situatie, maar een vader of moeder die continu weg is en waarbij je kind zich daadwerkelijk gaat afvragen wie toch die persoon is die elke zondag de lekkere bio-gehaktbal aansnijdt, dat willen we voorkomen.
2. Hoe stel ik bepaalde vragen?
Is het bij jullie thuis haastje-repje, of hangt er een zen-achtige sfeer? Roep je vaak: ‘Schoenen aan, nu!’ of ben je meer van de ‘Het is tijd om je schoenen aan te doen?’. Denk daar even over na en besluit voor jezelf welke variant de gemoedelijkste is.
3. Zijn de 3 R’s goed geïntrigeerd?
Rust, reinheid en regelmaat. Zo oud als de weg naar Rome, maar oh-zo-belangrijk. Een kind wat opgroeit in onrust en te maken krijgt met weinig routines, gaat geheid in de contramine. En nee, ook daar heb je geen zin.
4. Vraag ik mijn kind om alsjeblieft te stoppen met huilen?
Heeft geen zin. Sterker nog, je kind huilt omdat er iets aan de hand is. Probeer zijn of haar gevoelens niet te onderdrukken, want het schijnt zo te zijn dat kinderen dan ook later problemen krijgen met het uiten van gevoelens.
5. Weet mijn kind dat ik om ‘m geeft?
Tuurlijk weet je kind dat. Toch? Het stemmetje dat praat in je hoofd wanneer je weer weg moet en zegt: ‘Maar ik hou van je lieverd, dat weet je toch?’, is niet luid en duidelijk ontvangen door de kleine spruit. Zeg het hardop. Toon genegenheid en overspoel ‘m met liefde.
6. Hoe denkt mijn kind dat ik over ‘m denk?
‘Mama, je bent stom!’, betekent niet per definitie een onterving. Het is niets meer dan een loze kreet waarbij je kind je gewoon even heel stom vindt. Maar hoe denkt je kind in zijn dagelijkse bestaan over je? Vraag het eens, want kinderen zijn goudeerlijk.
7. Doe ik veel aan zoethoudertjes?
Klinkt onnodig, want nee, natuurlijk doe je dit niet. Althans, dat had je van tevoren zo bedacht voordat je moeder werd. Even voor de televisie zetten, toch een toetje na een onaangeraakte hoofdmaaltijd en een lolly hier en daar zijn dingen die er sneller insluipen dan je denkt.
Toch is consequentie een van de belangrijkste, tevens moeilijkste opvoedregels die er is. Wel proberen.
8. Maak ik dezelfde ‘fouten’ die mijn ouders destijds bij mij maakten?
‘Nee!’, horen we je denken, maar je begint toch griezelig veel op je moeder te lijken. Haar lach en stem nam je al langzaam over, maar laatst betrapte je jezelf ook op een geval van desinteresse. Oeps…
9. Stel ik duidelijke grenzen?
Een kind moet ontdekken en daarom word je als ouder flink op de proef gesteld. Toch zijn veel ouders geneigd om de extremen toe te passen. Of er is sprake van overbescherming of de grenzen vervagen totaal. De kunst is om je kind te laten ontdekken, maar wel zo dat-ie zich veilig voelt.
10. Kijk ik meer naar het positieve of negatieve gedrag van mijn kind?
Het is makkelijk om steeds maar in de correctiemodus te vallen. ‘Dit doe je niet goed’, ‘Dat moet anders’. Maar als je dit te vaak doet, wordt een kind onzeker als wat. Een kind continu de hemel in prijzen is ook niet goed, maar het benadrukken van positieve kanten, staat wel iets gezelliger.
11. Bescherm ik mijn kind te veel?
Ik ken iemand die z’n hele leven behoed is voor het kwaad. Dit ontaarde zich in bizarre angsten. Verlatingsangst, reisangst, angst om beslissingen te maken en zo verder. Tuurlijk moet een kind gestuurd worden, maar laat ‘m ook op avontuur gaan.
12. Wil ik hetgeen wat goed is voor mijn kind, of wat het beste is?
De superlatief van ‘goed’ is niet altijd het beste voor je kind. Forceer niets en voel aan wanneer je kind gelukkig is.
13. Meet ik mijn succes aan hoe de relatie is met mijn kind, of aan de controle die ik heb over mijn kind?
Het proces van opvoeding begint al bij de bevalling; je laat je kind los. Hoe ouder je kind wordt, hoe groter dit aandeel wordt. Als ouder zijnde kun je niet continu controle uitoefenen, ook al zou je dat wel willen. Als de relatie tussen jullie goed is en de vertrouwensband idem dito, ben je echt wel succesvol te noemen.
14. Maak ik mijn kroost succesvol, zodat ik succesvol lijk?
Oei, het leven van je kind is niet jouw leven. Push daarom niets en laat je kind zelf ontdekken wat-ie leuk vindt en vooral waar-ie goed in is.
15. Ben ik verantwoordelijk voor mijn kind?
Jij bent verantwoordelijk voor een hoge dosis liefde en steun. Daarnaast is het belangrijk dat je je kind leert om verantwoordelijkheden te nemen voor zijn eigen keuzes. Zo komt-ie er langzaamaan achter wat-ie leuk vindt en wat niet.
16. Moet mijn kind van alles?
Moet-ie een universitaire studie doen? Moet-ie op hockey, tennis en op judo? Moet-ie z’n eten opeten? Of wíl-ie dat zelf? Een teveel aan ‘moetjes’, kan in de toekomst weerzin opwekken tegen verplichtingen. Dit is niet per se goed.
17. Focus ik meer op wat mijn kind doet, of wat-ie later doet?
Steun je ‘m meer op waar-ie nu plezier in beleeft of wat-ie later wordt?
18. Maak ik de keuzes van mijn kind, of laat ik ‘m dat zelf doen?
Ojee, het is ook niet vaak goed hè? Je wilde toch het beste voor je kind? Is ook, alleen stoom je je kind klaar voor een volwassen bestaan, waarin-ie zelf z’n leven moet inrichten en waarin-ie zelf verantwoordelijkheden moet nemen. Geen stress, je bent een goede moeder met goede intenties, alleen stel gewoon af en toe iets meer vragen aan jezelf. Dan komt het allemaal goed. Toch?
https://www.famme.nl/werkende-moeder/