Els van Asseldonk Baby 14 feb 2015, 07:00

Leestijd: 5 minuten

14 x wat je nooit moet zeggen tegen de moeder van een refluxbaby

Waarschijnlijk ken je onze serie ‘Wat je nooit moet zeggen tegen …’ al. Afgelopen week kregen we een mailtje van Wendy (30). Ze is moeder van twee kinderen, beheerder van de facebookgroep baby reflux en helaas ervaringsdeskundige wat betreft reflux.

Wat is reflux? Reflux is het terugstromen van maaginhoud door de slokdarm. Dit hebben alle baby’s in een bepaalde mate. Omdat het klepje nog niet helemaal ‘af’ is en nog niet goed werkt. De meeste baby’s hebben hier geen last van, op een enkeling na. Die krijgen een verbrande slokdarm, vallen af, huilen veel, kunnen niet plat op hun rug liggen en lopen het gevaar om te stikken.

Wendy heeft twee kinderen met reflux. Haar oudste, van inmiddels 3,5 jaar, is er na een jaar overheen gegroeid. De jongste, van vier maanden, zit er middenin. Meerdere keren moest ze eerste hulp aan haar kinderen verlenen en 112 bellen, terwijl ze zo voorzichtig is. Ondanks alles merkt ze veel onbegrip om haar heen en krijgt ze vaak vooroordelen naar haar hoofd geslingerd, daarom dit rijtje.

1. ‘Mijn kind spuugt ook’

Goh, je meent het. Ja, na de voeding een mondje. Mijn baby herkauwt zijn eten, krijst wanneer het omhoog komt alsof hij net van de trap is gevallen en heeft op elke foto een slabber aan. Hij rook in het begin zo zuur, dat ik bijna over mijn nek ging. Ik moet na elke voeding een half uur met hem rechtop zitten.

2. ‘Ga slapen als hij slaapt’

Dat is leuk verzonnen en klinkt erg meelevend. Wat is slaap? Ik ben een mama-matras. Hij slaapt alleen op mij, tegen me aan.

3. ‘Leg hem anders even in de box’

Alsof ik daar zelf niet aan gedacht heb. Die box staat er voor de opvulling van de kamer. Hij kan niet plat op zijn rug liggen anders stikt hij. Ja, dan kun je fronzen alsof je het niet gelooft, ik ga het niet voordoen als je dat soms dacht.

4. ‘Geef hem anders even aan mij, dan heb jij je handen even vrij’

Klinkt super! Echt. Maar hij mag geen vliegtuigje spelen, niet te hard op en neer bewegen. Praat maar niet tegen hem, want dat word hij druk, gaat hij lachen en verslikt hij zich. Sta ook maar niet op, leg hem anders maar over je schouder. Weet je wat? Geef hem maar gewoon aan mij, dan kun je er van een afstandje naar kijken.

5. ‘Dan zul tijdens je zwangerschap wel iets verkeerd hebben gedaan’

Wait what?! Dit is serieus tegen mij gezegd. Ik was te overdonderd om te reageren en hoopte dat mijn lichaamstaal genoeg zei. Achteraf had ik natuurlijk vanalles willen zeggen, zoals: Ik rookte niet, dronk niet, geen medicatie, op tijd naar bed, gezond eten en ga zo maar verder. Maar ach, wat wil ik bewijzen? Dat het niet aan mij ligt?

6. ‘Je huis is rommelig’

Alsof ik dat niet zelf gezien heb. Ik weet dat het niet netjes is. Als de kleine eindelijk op me ligt te slapen en de oudste rustig zit te spelen, hoe verwacht je dat ik dan het huis kan opruimen? Geen toverkracht hier.

7. ‘Ga anders gezellig eens wat leuks doen met je partner’

Zonder baby bedoel je? Buiten het feit dat ik borstvoeding geef en hij nog meer last krijgt wanneer hij uit een fles moet drinken, is er niemand anders die exact weet waar hij wel en niet tegen kan. En met dan? Wanneer hij te lang in de maxicose zit moet hij braken en de medicatie moet koel blijven. Hij heeft bijna altijd een terugval als we weg moeten, helaas.

8. ‘Reflux is toch geen ziekte?’

In essentie niet nee. Dus? Omdat het over (kan) gaan moet ik me niet aanstellen?

9. ‘Ik zou mijn jonge baby geen medicatie geven, dat vertrouw ik niet’

Dus jij zou je kind letterlijk laten stikken?

10. ‘Je bent overbezorgd, je moet leren loslaten’

Niet overbezorgd, maar bezorgd. Aangezien mijn eerste kind met spoed met de ambulance mee moest omdat hij stikte en mijn tweede kind maar stikincidenten bleef houden ben ik wel alerter, ja. Lijkt me logisch.

11. ‘Wat maakt hij lieve geluidjes’

Hij stikt bijna. Dat is niet lief en al helemaal niet schattig. Dat slikken, kreunen, proesten, hikken, oeten en klokken hoort allemaal bij reflux, helaas.

12. ‘Maar ik zie niks aan hem’

Moet dat dan? Hij groeit nu goed ja. En als hij geen pijn heeft is het een hele vrolijke, schattige baby. Wat jij niet ziet zijn de vier uur hiervoor dat hij krijste en ik hem wiegde, suste en voor hem zong. Twee keer moest ik checken of hij nog normaal ademde.

13. ‘Geniet even van het moment voor jezelf als je partner thuis is’

Graag, kan ik eindelijk zonder kind naar het toilet. Bij de supermarkt wieg ik denkbeeldig mijn baby, ik ruim mijn rommelige huis op en kook eten met de peuter op een krukje naast me. Uiteindelijk heb ik zes wassen gedraaid en probeer vervolgens doodmoe te slapen met baby in de co-sleeper of in mijn armen.

14. ‘Het ligt vast aan de borstvoeding’

Weet je hoe lastig het is om nog borstvoeding te geven! Alsof ik dat niet zelf bedacht heb en van alles uit mijn dieet laat. Buiten dat, ook baby’s die kunstvoeding krijgen hebben reflux.

Wat kun je wel doen of zeggen?

Een luisterend oor is altijd welkom, net als hulp met de boodschappen, spelen met de oudste, de stofzuiger door het huis halen of een afwasje doen als je er dan toch bent. Besef dat een moeder met een ‘ziek’ kind zich niet aanstelt. Ze komt amper buiten haar huis en zou graag weer eens een volwassen gesprek willen met iemand anders dan de caissière of de slager. Ben er voor haar!