10 x dingen die je moet weten als je dochter geen meisje-meisje is
Meisjes houden van roze en van Frozen. Dat is natuurlijk dikke vette onzin, want ook jongens kunnen daarvan houden. En meisjes van Brandweerman Sam. Maar toch: de buitenwereld denkt vaak wel in dat soort cliché’s, zeker als je geen typisch meisje-meisje hebt, zoals Fammes Patricia.
Mijn moeder hield van meisje-meisjes. En gelukkig voor haar was mijn zusje zo’n kind die zich dat gemoedelijk liet aanleunen. Lakschoentjes, jurkjes, strikjes, roze, glitters, My Little Pony’s, dat soort werk. Ik kreeg daar als kind juist jeuk van. Soms letterlijk, want de meeste jurkjes jeukten (in mijn herinnering dan). Maar ik moest ze wél aan. Helaas.
Stereotypen
Dus liep ik op zondag door het bos op lakschoenen in een sjoen kleedje, zoals ze dat in het katholieke zuiden zeggen. Maar ik was doodongelukkig in die kleren. Toen ik zelf een dochter kreeg, nam ik me voor om haar dat soort dingen niet op te leggen en haar smaak, haar ‘zijn’ te volgen. Ook al is ze nog maar drie jaar oud. En wat blijkt? Een typisch meisje-meisje is ze absoluut niet. Dat resulteerde in een lijstje opgebouwd aan de hand van wat stereotypen die niet voor haar (en waarschijnlijk heel veel kinderen) gelden. En dat juich ik dus alleen maar toe. Zie hier, 10 x dingen die je moet weten als je dochter geen meisje-meisje is:
1. Dat mensen kunnen denken dat het een jongen is
Dat komt in de eerste plaats door het haar van mijn dochter. Het groeide langzaam en dikke lokken zijn het niet. Dus de eerste anderhalf jaar waren speldjes of strikjes sowieso geen optie. De keren dat zij voor ‘schattig jongetje’ versleten is, zijn ontelbaar. Ook al had ze een roze legging aan. Misschien lag het ook aan mijn styling hoor, maar mijn kale baby in een jurkje: dat zag er gewoon niet uit. Tegenwoordig is dat haar wat langer, maar als er een pet overheen zit, die ze vaak op wil, zie je dat niet. Top dat af met het feit dat ze het liefst broeken en sneakers draagt, en je begrijpt: ook nu wordt ze nog vaak voor jongen versleten. ‘Wil die fijne knul misschien een plakkie kaas?’ Ja hoor, dat wil hij wel.
2. Dat rokjes een waste of money zijn
Het geld dat ik heb uitgegeven aan jurkjes en rokjes, had ik beter kunnen doneren aan een goed doel. Al heel jong, ik geloof dat ze nog geen twee was, begon haar aversie ertegen. Wapperde ik met een rok, dan riep ze: ‘Ik wil geen meisje zijn!’ Dus was het elke ochtend strijd over wat ze aan wilde. Nu laat ik haar kiezen: ‘Wil je een rok of een broek.’ Bijna altijd kiest ze voor het laatste. Heel soms wil ze een rok aan. Maar het geld haal ik er niet uit. Dat geldt sowieso voor alles wat riekt naar ‘tuttigheid’. Lieve sandaaltjes met bandjes, shirtjes die een beetje wijd uitlopen, bloesjes met kant: ze mot het niet. Dus koop ik het ook niet meer.
3. Dat staartjes uit den boze zijn
Ja, even over dat haar maar weer. Daar mag ook niks in. Geen speldjes, elastiekjes: rien du tout. Het is me wel eens gelukt hoor, om een vlechtje te maken of een staartje. Een keer of vijf. Ik verkoop het soms als: ‘Maar alle piraten hebben ook staarten!’ Of: ‘Elsa heeft ook een vlecht!’ En dan wil het nog wel eens lukken. Armbandjes, kettinkjes en andere dingen aan en om het lijf: ook allemaal ballast.
4. Dat je ook niet moet komen aanzetten met roze meuk
Roze? ‘Nee mama, mijn lievelingskleur is blauw. Donkerblauw.’ En kom dan ook niet aanzetten met lichtblauw, want da’s niet donkerblauw hè. Zo had ik laatst een paar roze All Stars gekocht, want wat kan er mis zijn met sneakers, maar die wil ze niet aan. En die roze legging met roesjes ook niet. De Vans-sneakers met roesjes ook niet. Die heb ik aan haar verkocht als piratenschoenen (‘Zie je, die hebben ook altijd flapjes aan hun laarzen’) en toen lukte het wel. Roze kan wel als het een regenjas, stoere pet of bodywarmer betreft. Dan lijkt het gedoogd. Je moet het maar weten allemaal.
5. Dat ze overal in wil klimmen
Misschien heeft elke peuter dit hoor, maar de klimdrang van de mijne is best hoog. Letterlijk. Laatst vond ik haar heel hoog in een boom, hangend over een tak, met losse handen en voeten roepend: ‘Mama, kijk wat ik kan!’ Met klimmen doe je haar een groter plezier dan met welk speelgoed dan ook. Alles moet sowieso hard en hoog en ze wil altijd, altijd naar buiten.
6. Dat ze net zo veel van Elsa houdt als van Spiderman
Kijk, die liefde voor Elsa zit natuurlijk diep. Ook bij de mijne. Ze is er gek op. Maar buiten die prinses hebben vooral mannelijke helden haar voorkeur: zoals Brandweerman Sam of Spiderman. Als ik haar in de winkel laat kiezen tussen Elsa-sokken of Spiderman-sokken dan kiest ze voor Spiderman. Vind ik dan wel weer leuk.
7. En van piraten
Ook favoriet. ‘Wat wil je met carnaval zijn?’ ‘Piraat!’ De prinsessenjurken in de feestwinkel sloeg ze resoluut over. En wat wil je later worden als je groot bent? ‘Piraat!’ Oké prima. Doen we dat.
8. Dat je soms moet shoppen op de jongensafdeling
Het is echt waar: op de meisjesafdeling van de grotere en betaalbare winkelketens zijn weinig effen, basic kleren te vinden. Bij baby’s wil dat nog wel lukken, maar zodra ze 3+ zijn, is de keuze minder. Waarom moeten shirts zo vaak bedrukt zijn met vlinders, bloemetjes, kant of lieve diertjes of prinsessen? Oké misschien overdrijf ik een beetje, maar waarom vind ik mezelf dat toch vaak op de jongensafdeling terug of bij de duurdere merken die wel aan neutraal of effen doen?
9. Dat je dat toch steeds moet uitleggen aan je moeder
Opa’s en oma’s hebben toch de neiging regelmatig aan te komen met spullen die niet gender-neutraal zijn. Bij opa heeft ze een roze trekker en een roze speelgoedbuggy en mijn moeder wilde roze Duplo voor haar kopen. (NEE!) Misschien is dat toch iets wat er bij mijn moeder nog inzit: meisjes houden van meisjesdingen. Ik snap het wel hoor. Maar dat dit niet altijd opgaat, moet je dus uitleggen aan mensen. Mijn moeder heeft ooit een hele middag met haar en de poppen gespeeld, maar die liefde was snel vervlogen toen oma eenmaal weg was. Ze speelt wel met poppen hoor. Soms. Vaker met de Duplo-trein trouwens. Of dus buiten, snel die boom in.
10. Dat je haar vooral niet in een hokje moet stoppen
Natuurlijk vind ik het soms leuk als ze een rokje aan wilt en staartjes heeft, want echt geloof me: het ziet er zó megaschattig uit. Maar hey, leven en laten leven. En dan denk ik terug aan die tijd dat ik doodongelukkig in mijn jurkje door het bos sjokte. Dat ga ik haar echt niet aandoen.
Famme’s Patricia volgen op Instagram? Dan kan hier.
Lees ook: zo zag mijn weekend met een peuter eruit in herkenbare foto’s